<5fe> [De@aak] Koninklijke Vereniging van Archivarissen in Nederland Koninklijke Vereniging van Archivarissen in Nederland KVAN nieuws KVAN Nieuws Bureau KVAN Redactie Archievenblad Over grenzen aan dienstverlening Voor het voetlicht: Régis de la Haye Van archivaris tot diaken Nieuwe KVAN-leden 34 35 Bureau Koninklijke Vereniging van Archivarissen in Nederland. Voor informatie over de KVAN, bestelling van publicaties,aan melding voor activiteiten en wijzigingen in de ledenadmini stratie kunt u contact opnemen met het bureau. Kopij voor het Archievenblad, berichten voor deze rubriek en mutaties in de Almanak van het Nederlands Archiefwezen kunt aan het bureau van de KVAN doorgeven. Cruquiusweg 31 1019 AT Amsterdam Tel. (020) 462 77 27 Fax: (020) 462 77 28 E-mail: bureau@kvan.nl I nternet: www.kvan.nl Postbank Bureaurekening: 84767 Wat doet een archivaris als hij een onheuse brief krijgt? Een brief die begint met allerlei beledigende uitspraken over de archiefdienst waar hij werkt (elitair, racistisch) en die aan het eind een verzoek bevat om genealogische infor matie? Een Amerikaanse collega overkwam dat onlangs met een e-mail. Hij vroeg om advies op een regionale discussielijst en ontving binnen twee dagen zo'n twintig reacties. Daarbij waren er uit de categorie 'niets mense lijks is de ambtenaar vreemd': 'misschien is dit een verzoek dat zoek moet raken in de post'. Of: 'misschien heb ik bij mijn drukke werkzaamhe den wel geen tijd om die vraag snel te beant woorden'. En: 'denkt die persoon wel dat je hem kan helpen als hij zo negatief denkt over de instelling?' En (ook een mooie): 'als dit een tele foontje was, zou ik reageren met "het spijt mij" en ophangen - dit werkt ook met e-mail'. Maar deze laatste raadgever was wel zo verstandig om eraan toe te voegen dat er regelgeving zou moe ten komen om niet op dit soort brieven te hoe ven reageren. Twee mensen dachten even verder: misschien moet er even onderzocht worden of er iets van waarheid zit in de beschuldigingen. En iemand anders vond dat in het antwoord eerst de instel ling verdedigd moest worden, door het citeren van de missie van de instelling. De meerderheid van de adviseurs koos voor een positieve opstelling. Met opmerkingen als: 'reageer professioneel', 'trek het je niet persoon lijk aan', 'negeer het eerste deel van de brief en geef zo uitvoerig mogelijk antwoord op de gestelde vraag'. En met een goed advies: 'print de e-mails uit en bewaar ze om te bewijzen wat er gebeurd is. Als er weer zo'n onheuse brief komt, waarschuw dan je baas'. En (volgens mij de meest verstandige): 'er zullen altijd onredelij ke mensen zijn, antwoord beleefd en uitvoerig en voeg deze zaak toe aan je collectie sterke ver halen'. Het is opmerklijk dat geen van de archivarissen verwijst naar een beroepscode. Niet naar die van de Amerikaanse beroepsvereniging SAA, en niet naar de internationale code van de ICA. En daar staat het toch ook overduidelijk: de archiva ris dient het gebruik van archieven zo breed mogelijk te bevorderen en onpartijdig aan alle gebruikers diensten te verlenen (art. 6). En in de uitwerking: de archivaris zal alle redelijke vragen over de door hem bewaarde archiefbestanden hoffelijk en bereid willig beantwoorden. Een ander soort brief leidt tot hetzelfde dilem ma: antwoorden, of niet? Een onderzoeker is op zoek naar een bepaald soort informatie en schrijft daarover naar de archiefdienst. Zijn onderzoeksgebied heeft ook de belangstelling van de archivaris die de brief in behandeling heeft. Deze archivaris heeft bij zijn eigen onder zoek in het verleden al eens het gevraagde gevonden. Wat doet hij? De beroepscode geeft hier een duidelijke richting: de archivaris mag de archieven die in zijn instelling worden bewaard voor eigen onderzoek en publicaties gebruiken, op voor waarde dat dit gebeurt onder dezelfde voorwaarden als voor andere gebruikers. Eigen onderzoek en publicaties mogen geen nadelige invloed hebben op een behoorlijke vervulling van de professionele of administratieve verplichtingen waarvoor hij is aan gesteld. De brief moet dus netjes beantwoord worden. Maar wat gebeurt er als de archivaris niet werkt bij inlichtingen of op de studiezaal en van zijn collega hoort over deze brief? Of als er geen brief is maar de onderzoeker iedereen laat weten waar hij naar op zoek is? Wat doet de archivaris dan? Hem is niets gevraagd. Maar hij weet dat de betreffende onderzoeker geïnteresseerd is in zijn vondst. De code gaat hier niet op in. In dit geval komt het neer op de persoonlijkheid van de archivaris. Hoe 'aardig' wil hij zijn, of: hoe ambi tieus is hij zelf. Grenzen aan de dienstverlening? Toch eens iets om over na te denken. Yvonne Bos-Rops Hij is wereldberoemd in genealo gisch en historisch Limburg, niet in het minst door de genealogische bijbel van zijn hand 'Limburgse Voorouders. Handleiding voor genealogisch onder zoek in Limburg'. Dit is echter maar één van zijn vele publicaties en andere activi teiten van de afgelopen 25 jaar. We heb ben het over dr. Régis de la Haye, diaken van de parochie Onze Lieve Vrouw in de binnenstad van Maastricht en nog voor één dag per week werkzaam als archivaris bij het Rijksarchief in Limburg te Maastricht. Jeugd Régis Marie de la Haye kwam ter wereld in Kerkrade op 1 maart 1945, ter wijl de bommenwerpers bij wijze van spreken boven zijn wieg vlogen. Kerkrade was toen nog niet veilig, ondanks de bevrijding van Zuid-Limburg medio september 1944. Vader Albert de la Haye was toen als archiefambtenaar werkzaam bij de gemeente Kerkrade. Régis heeft Kerkrade niet 'beleefd'. Na anderhalf jaar kreeg zijn vader een baan als archiefmedewerker bij de gemeente Nijmegen. Zijn jeugd bracht Régis dus door in Nijmegen. Op twaalfjarige leef tijd ging hij naar het klein seminarie in Breda, waar hij het diploma gymnasium A behaalde en feitelijk meer vakken kreeg voorgeschoteld dan noodzakelijk was. Het Europa-seminarie te Rothem- Meerssen was de volgende halteplaats in zijn studieleven. Hier volgde hij een een jarige cursus en werd uitgezonden naar Frankrijk. Tijdens de theologie-opleiding aan het seminarie 'Mission de France' beleefde Régis in 1968 de mei-revolutie in Parijs aan den lijve. Hij was jong en idealistisch en stond in die roerige tijd ook op de barricades! Journalist Twee jaar later was de droom voorbij. In 1970 werd het seminarie 'Mission de France' gesloten. De grote crisis in de Franse kerk brak aan. Régis bleef niet bij de pakken neerzitten en ging werken in een drukkerij. Hier leerde hij nog handzetten. In 1971 begon hij aan een loopbaan als regionaal jour nalist bij de krant 'La Depeche du Midi', in de buurt van Toulouse. In die periode leerde hij zijn vrouw Ghislaine kennen, met wie hij in 1975 trouwde. Het bloed kroop toch waar het niet gaan kon. Régis begon weer te studeren en wel theologie en Hebreeuws. Reeds in die tijd begon hij aan zijn onderzoek naar de abdij Moissac, gelegen boven Toulouse. Dit verhinderde hem niet in 1979 terug te keren naar Nederland en een baan als archiefambtenaar aan te nemen. Hij begon aan de Archiefschool de opleiding middelbaar archiefambtenaar, eerst in Utrecht en later in Den Haag en liep stage bij het Streekarchivariaat West- Brabant, waar zijn vader inmiddels streekarchivaris was. In 1980 kreeg hij het diploma. Régis denkt daar met vol doening aan terug. "Je leerde daar toen nog het echte vak." Na het behalen van zijn diploma kreeg hij met ingang van 1 september 1980 een aanstelling bij het Rijksarchief in Limburg te Maastricht. Studies De jaren tachtig en negentig van de vorige eeuw waren voor Régis studiejaren De KVAN verwelkomt de vol gende nieuwe leden: De heer M. Geelhoed student informatiemanager Hogeschool van Amsterdam De heer D.J. Deuzeman student informatiemanager Hogeschool van Amsterdam De heer drs. K.A.M. Engbers student archiefwetenschappen Universiteit van Amsterdam Mevrouw H.F. Mugie student informatiemanager Hogeschool van Amsterdam Mevrouw A. van Overbeek student informatiemanager Hogeschool van Amsterdam De heer drs. T.E. de la Rambelje student informatiemanager Hogeschool van Amsterdam, tevens werkzaam als informatie-adviseur Gemeentevervoerbedrijf Amsterdam Mevrouw C. van Rheenen werkzoekend, afgestudeerd in de archivistiek Mevrouw E.V. Smirnova student informatiemanager Hogeschool van Amsterdam, tevens werkzaam als informatie manager via uitzendbureau Mailprofs De heer drs. R. van der Velde student HBO ICT, tevens werkzaam als archiefanalist bij CAS, Winschoten De heer drs. J.G.J. van Wieringen student informatie- en communicatieweten schappen Universiteit van Amsterdam in optima forma. Hij behaalde in 1984 zijn atlasbeheerdersdiploma en begon in 1989 aan zijn studie theologie aan de UTP te Heerlen met als hoofdvak kerkgeschiede nis. De kloosterkroniek van de abdij Moissac was zijn afstudeerproject bij het cum laude behalen van zijn academische titel. Hij verraste vriend en vijand door binnen een jaar in 1995 te promoveren met een proef schrift over (weer) de abdij Moissac. Het behalen van zijn doctorstitel weer hield hem niet om in 1996 de (oude) cursus hoger archiefambtenaar te vol gen en met lof het diploma te verwer ven. De bekroning van decennia lang stude ren was zeker zijn wijding tot diaken op 21 november 1998 door de bisschop van Roermond, mgr. F. Wiertz (zie bij gaande foto). In de loop der jaren is Régis steeds meer les gaan geven aan het groot seminarie te Rolduc en het Fontys-college te Sittard. Hij heeft zijn archivistische taken bij het Rijksarchief afgebouwd tot één dag per week. Bij dit alles doet hij ook nog drie dagen parochiewerk en is hij actief in het studentenpasto raat. Toekomst Régis zal blijven studeren, onder zoeken en publiceren. Daar zorgt zijn eeuwigdurend studeerproject, de abdij Moissac, wel voor en zijn vele andere interesses op theologisch, historisch en genealogisch gebied. Onlangs schreef hij een boekje met als titel 'Kom Schepper Geest. Gebeden tot de Heilige Geest'. Momenteel is hij bezig met de bewer king van de derde druk van de Limburgse genealogische handleiding. Ook op theologisch gebied zijn nog diverse publicaties van hem te ver wachten. Kortom, een bijzonder bezige bij! Harry Strijkers archievenblad december 2004 december 2004 archievenblad

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Archievenblad | 2004 | | pagina 17