c e n s i e s
ignalementen
Digitale Oplossingen
HaegheVelde BV
Restauratieatelier
'De Tiendschuur'
nnnnnnonnnnonnnn
Spoorwegen in Nederland. Van 1834 tot nu
32
literatuur
In de zon én in de schaduw,
Gemeentearchieven in het
Vlaamse erfgoedbeleid
Document Management
- uw technische tekeningen, tekstdocumenten en
foto's bij elkaar in één file
- doorzoekbaar op tekst, OMR en IMR
- scannen van boeken en tijdschriften, dossiers,
registers, akten, persoons- en woningkaarten
- scannen in kleur: diverse bestandsformaten
Bij calamiteiten buiten kantooruren:
06 - 538 96 318
Guus Veenendaal
Uitgeverij Boom, Amsterdam, 2004
ISBN 90-5352-980-2, 604 biz., 49,50
De laatste jaren zijn in Nederland tal
loze boeken over spoorwegen uitgeko
men. Maar een allesomvattend stan
daardwerk over de geschiedenis van de
'ijzeren' spoorwegen in Nederland was er
nog niet. Hierin is nu verandering geko
men met de uitgave 'Spoorwegen in
Nederland. Van 1834 tot nu'. Precies 165
jaar geleden reed in Nederland de eerste
stoomtrein, en wel tussen Amsterdam en
Haarlem. Vijf jaar eerder werd het besluit
genomen om een spoorweg aan te leggen.
In dit kloeke boekwerk wordt in chrono
logische volgorde de groei, bloei, neer
gang en herrijzenis van de spoorwegen in
Nederland, van 1834 tot nu, beschreven.
In maar liefst 24 subhoofdstukken
komen vele facetten van het spoorweg
bedrijf aan de orde, geïllustreerd door
honderden vaak unieke foto's en kaarten.
Ook de ontwikkelingen in het buiten
land komen aan bod.
Grimmige arbeiders en vastberaden inge
nieurs brachten in de pioniersjaren op de
slappe Hollandse bodem de eerste ijzeren
verbindingen tot stand, tegen een decor
dat meer aan het land van Rembrandt
deed denken dan aan de hedendaagse
samenleving van staal en beton. Pas na
lange jaren en vele ingrijpende gebeurte
nissen - de Spoorwegwet van 1860, de
stakingen van 1903, de zwarte jaren van
de Tweede Wereldoorlog - kregen de
spoorwegen de huidige vertrouwde
Guus Veenendaal beschrijft de gecompli
ceerde en vaak aangrijpende ontwikke
lingsgang, die tegelijk een geschiedenis is
van het in snel tempo gemoderniseerde
Nederland, helder en overzichtelijk. Hij
doet dat gezien vanuit het standpunt van
de spoorwegen zelf. Zelf zegt hij dat het
in de aan hem toegemeten, betrekkelijk
korte tijd (vier jaar) natuurlijk onmoge
lijk was alles in te zien. Hij heeft zich
moeten beperken tot bepaalde series
documenten, met name die het beste
inzicht verschaften in de grote lijnen van
het reilen en zeilen van het bedrijf.
Uiteindelijk bleken, volgens Veenendaal,
de notulen van de Raad van Commis
sarissen daarvoor het meest geschikt te
zijn. Daar werd immers de langetermijn-
politiek bepaald, en niet bij de directie.
De archivalische onderbouwing van het
boek is dus voor het grootste deel geba
seerd op die notulen. De gedrukte jaar
verslagen waren eveneens een niet te ver
waarlozen bron, met een schat aan gege
vens. De auteur bestudeerde verder
archiefstukken van de vele lokale voor
gangers van de NS. Het bedrijf kreeg
namelijk pas in 1919 de naam 'Neder-
landsche Spoorwegen', het resultaat van
de fusie tussen de Hollandsche Spoor
wegmaatschappij (HSM) en de Staats
spoorwegen (SS).
De auteur is niet voorbijgegaan aan enke
le pijnlijke onderdelen van de geschiede
nis der Nederlandse Spoorwegen. Hierbij
moet in de eerste plaats worden gedacht
aan de jaren 1940-1945, een periode die
gekenmerkt werd door grote opofferin
gen van het spoorwegpersoneel, maar
ook door de deportatie 'per trein' van
vele duizenden joden. Veenendaal gaat
de discussie over mogelijke collaboratie
met de vijand niet uit de weg. Ook
besteedt de auteur aandacht aan de ver
anderde positie van de NS in een gelibe
raliseerd en gedereguleerd openbaar ver
voer. De NS bevindt zich namelijk als
bedrijf nog steeds in een merkwaardige
en gecompliceerde positie. Het is nog
steeds 100 procent eigendom van de
staat, maar toch geen staatsbedrijf.
Desondanks is de bewegingsvrijheid
beperkt, want iedereen kijkt toe.
'Spoorwegen in Nederland' is een monu
mentaal boek boordevol informatie. De
oude nostalgische prenten ogen zelfs af
en toe romantisch. Is nu alles geschreven
over de spoorwegen in Nederland? Neen
dus. Daarvoor ligt nog te veel informatie
opgeslagen in de geïnventariseerde
archieven in Het Utrechts Archief, die
wachten op bestudering door bijvoor
beeld streekhistorici en heemkundigen
en die niet zijn ingezien door de auteur.
Hij heeft wel de inventarissen in Het
Utrechts Archief geraadpleegd en, zoals
vereist in een dergelijke studie, in de
noten verwerkt. De bestudeerde litera
tuur en een index op persoonsnamen en
zaken ontbreken evenmin. Bij de index
verwijzen cursief gezette bladzijdenum
mers zelfs naar een onderschrift bij een
illustratie.
Niet alle regionale literatuur over de
spoorwegen is door de auteur doorgeno
men. Zo zal Jo Jamar, directeur van Het
Utrechts Archief en voormalig voorzitter
van de KVAN, zijn bijdrage over de
geschiedenis van de spoorlijn Sittard-
Heerlen-Herzogenrath, verschenen in
'Het Land van Herle', 1990, p. 45-54, niet
vinden in de geraadpleegde literatuur.
Dit geldt ook voor J.P.J. Engelen, die in
hetzelfde tijdschrift over de spoorwegen
in Zuid-Oost-Limburg heeft geschreven.
Een kniesoor, gezien de krachttoer van de
auteur om tot deze prestatie te komen,
die daarop let!
Harry Strijkers
archievenblad
december 2004
Signalementen door Patricia Böschen.
Bart De Keyser
VVBAD, Antwerpen, 2004
ISBN 90-72679-29-6, 190 blz., 16,00
Ook in Vlaanderen is de ontwikkeling van
een erfgoedbeleid de laatste jaren een 'hot item'.
Uiteraard spelen archivarissen hierin een
belangrijke rol. In mei 2001 verscheen, op ini
tiatief van de toenmalige minister van Cultuur
Bert Anciaux, de Informatiebrochure Cultureel
Erfgoed, waarin het beoogde erfgoedbeleid van
de Vlaamse overheid werd geschetst en de erf
goedbeherende instellingen werden aange
spoord tot nauwere samenwerking. Verder zou
er een juridisch kader worden gecreëerd waar
binnen het beleid meer vorm kon krijgen en
instellingen projectsubsidies konden aanvra
gen. Een ware hoos van lezingen, studiedagen
en symposia volgde, waarbij de deelnemers
elkaar aftroefden over wat het begrip cultureel
erfgoed behelsde en hoe zij dat vorm en inhoud
wilden geven. Gemeente- of stadsarchivarissen
zijn de behoeders van het collectieve geheugen
en vanzelfsprekend het culturele erfgoed van
hun gemeente of stad. Maar in het Archief
decreet van 19 juli 2002 wordt de rol van de
publiekrechtelijke archieven van Vlaanderen
niet genoemd. Dat maakt dat de rol van de
stadsarchivaris in de wereld van het cultureel
erfgoed duister en verwarrend blijft.
In deze publicatie zet de auteur, stadsarchivaris
in Hasselt, het culturele belang van gemeente
en stadsarchieven uiteen en welke belangrijke
rol de archivaris speelt om het door haar of
hem beheerde erfgoed onder de politieke aan-
In de zon én
in de schaduw
dacht te brengen. In
een zestal hoofd
stukken wordt onder
andere ingegaan op
de 'metamorfose van
de archivaris', de
evolutie van het
begrip 'cultureel erf
goed' en de prak
tische toepassing
daarvan in de twin
tigste eeuw. Verder komen de interactie tussen
de stadsarchieven en andere erfgoedinstellingen
en de uiteindelijke doelstellingen als cultuurbe
hoeders aan bod. Al met al geeft dit interessante
boek een kritische beschouwing over dat wat er
politiek nog bereikt moet worden om de
gemeente- en stadsarchieven daadwerkelijk op
de hoogste sport van de cultuurladder in
Vlaanderen te plaatsen. (PB)
's Gravenhage
070-3096039
lnfo@haegheVelde.nl
www.haegheVelde.nl
onderdeel van Diamant-Groep Tilburg
Archiefrestauratie
Papierconservering
Charterrestauratie
Schilderijrestauratie
Inlijst werk
Handboekbinderij
Kunstobjectenrestauratie
Vacuümvriesdrogen
Behandeling van brand-, roet- en waterschade
24-uurs calamiteitenservice
Insulindestraat 5, 5013 BA Tilburg
Postbus 4123, 5004 JC Tilburg
Telefoon: 013 - 46 41 777 Fax: 013 - 46 41 771
E-mail: tiendschuur@diamant-groep.nl