Documentalist wordt mediamanager Digitalisering en audiovisuele archieven audiovisuele archieven audiovisuele archieven Digitalisering van omroepproductie veran dert de positie van het omroeparchief en de gehanteerde werkwijzen. Dit heeft gevolgen voor documentalisten en andere medewerkers, zo bleek uit het semi nar 'Changing sceneries, changing roles' dat in maart 2004 werd gehouden. Gastheer namens de Media Management Commissie van de FIAT/IFTA (International Federation of Television Archives) was Beeld en Geluid, dat zijn colle ga's in Amsterdam ontving. Naast vele ervaringsdeskundigen waren er specialisten en wetenschappers, die spraken over de stand van zaken en over diverse ontwikkelingen, zoals automatische indexering, spraak- en beeldher kenning, gebruikersparticipatie en nieuwe ken nis rondom 'zoeken'. Tot de organisatoren van het seminar behoorden Irmgard Noordhoek, sectormanager Radio, Televisie en Muziek (RTVM) en haar collega Annemieke de Jong, hoofd Informatiebeleid. Bij de aanstaande digi talisering in Hilversum konden zij hun voordeel doen met de ervaringen van Europese collega's, zoals die van de BBC in Engeland, de RAI in Italië en de SVT in Zweden. Een van de voornaamste veranderingen van digitalisering in het productieproces van televi sieprogramma's is dat het archiefproces binnen de omroepen verschuift naar de productie zelf. Maar ook de uitzending wordt gedigitaliseerd. Daardoor gaat de situatie in Nederland er als volgt uitzien: alle origineel Nederlandse uitzen dingen komen automatisch terecht in de data bank van Beeld en Geluid. Dit betekent min stens een verdubbeling van het aantal program ma's in het archief in vergelijking met de huidi ge werkwijze. Nu worden programma's verza meld door deze vlak voor uitzending met recor ders op te nemen. Het grote voordeel in de nieu we situatie is dat men zich bij belangrijke gebeurtenissen, zoals onlangs de moord op Theo van Gogh, niet hoeft af te vragen of de banden wel draaien. "Op den duur zal er waarschijnlijk wel weer de behoefte ontstaan om het archief op te scho nen," verwacht Annemieke de Jong. "Bij diverse programmaseries kun je je wel tot een aantal afleveringen beperken. De collectie moet name lijk wel beheerd kunnen worden." In de nieuwe situatie kan Beeld en Geluid zijn functie als bedrijfsarchief echter wel beter vervullen. Aan De Digitale Voorziening (DDV) is de multimedia-catalogus iMMix verbonden. Hierin kunnen programmamakers en andere medewer kers 24 uur per dag vanachter hun bureau zoe ken naar materiaal en dit vervolgens voormon- teren. De hoge resolutiebeelden kunnen zij laten afleveren bij de montagesets. Dat scheelt de omroepen veel tijd en geld. Voor Beeld en Geluid betekent DDV met iMMix meer en betere dienstverlening aan klanten. Het materiaal kan gemakkelijk door meerdere mensen tegelijker tijd worden geraadpleegd: voor research in laag waardige kwaliteit en voor (her)gebruik in hoog waardige kwaliteit. "Door iMMix te bouwen en in gebruik te nemen kan Beeld en Geluid veel efficiënter werken en besparen we 25 procent op mensen en middelen," aldus Noordhoek. Het is de bedoeling om de kosten voor DDV, 9 miljoen euro, in een aantal jaar door efficiency terug te verdienen. Plakte de programmamaker eerst nog een sticker op de videotape, nu zijn het metadata die informatie over de inhoud moeten verschaffen. Om eenduidige metadata te gebruiken probeert Beeld en Geluid met de omroepen tot een bepaalde standaardisering te komen. Straks stro men deze noodzakelijke metadata immers auto matisch de catalogus in, terwijl dit werk tot nu toe handmatig wordt gedaan. Hoewel een groot deel van de digitale bestanden automatisch geïndexeerd wordt, zal het handmatige catalogi seren niet verdwijnen, concludeerden de deelne mers aan het seminar in maart. Dat de nadruk van het werk in het 'digitale' archief - ook dat van Beeld en Geluid - het meest op controle, bewerking en ver rijking van metadata zal liggen, staat vast. Vooral de nieuws- en actualiteiten programma's zullen extra gecheckt moe ten worden. Juist bij die programma's is immers de tijdsdruk hoog. Sommige pro gramma's, waaronder het Journaal, zijn daarom geïnteresseerd in ondersteuning bij archivering en research. Vier rollen Documentalisten die met het archief achter de schermen vandaan komen, zien hun functie veranderen van traditio nele 'archivaris' in informatiedeskundige. "Zij zullen van steeds meer markten thuis moeten zijn," aldus De Jong. Volgens de deelnemers aan het seminar kunnen documentalisten vier rollen vervullen in de digitale setting. Als mediamanager zor gen documentalisten voor een goede coördinatie van het proces en het verza melen van informatie. Mediamanagers zijn beter dan andere collega's op de hoogte van nieuwe technologieën en zul len die kennis als ambassadeur moeten doorgeven. Ook kunnen zij als media-edi tor toezicht houden op een goede beschrijving en presentatie van het digi tale materiaal. En om te zorgen dat er geen materiaal - ons cultureel erfgoed - verloren gaat kan de documentalist zich als contentspecialist richten op het conser veren van de inhoud, die in digitale pro cessen als deze steeds belangrijker wordt. De 'drager' doet er immers steeds minder toe. De nieuwe, verbrede functieom schrijving van documentalisten vraagt eveneens om goede communicatieve vaardigheden en een uitstekende kennis van ICT. Als nationaal archief heeft Beeld en Geluid wel belangstelling voor nauwere samenwerking met de omroepen. "Een documentalist kan in de rol van informa tiespecialist en mediamanager omroepen adviseren," denkt Noordhoek hardop. "Je zou er zelfs aan kunnen denken om iemand een omroep toe te kennen, zodat er een vaste contactpersoon is en de com municatie tussen de omroep en het archief goed verloopt. Dat zou een aardi ge optie kunnen zijn." Voor de documentalist op het archief proces vormt. Een ontwikkeling die ver strekkende gevolgen heeft voor zowel de omroepen als het archief. Niet in de laat ste plaats voor de documentalist, die hierin als mediamanager een sleutelrol kan spelen. wordt het werk stukken efficiënter. "En in zekere zin ook saaier," erkent Noordhoek. "Je krijgt immers niet meer al het materi aal te zien en je hoeft het minder vaak handmatig te catalogiseren. Voortaan krijg je het materiaal van de omroepen - de uitzendingen - als digitaal bestand kant-en-klaar met een groot deel van de metadata op je bureau." Aan de andere kant kan het werk voor diverse medewer kers ook veel interessanter worden. Zij kunnen zelf meer onderzoek gaan doen en zich verbreden. "Bij de keuze wat die per gearchiveerd wordt, zal het archief zich vooral laten leiden door de vraag van de klant." Als alles volgens planning verloopt wordt De Digitale Voorziening op 5 mei 2005 opgeleverd. Dan is het gedeelte van de uitzending gedigitaliseerd. De omroepen zijn druk bezig met de digitalisering van het productieproces. Beeld en Geluid werkt aan de opbouw van een digitaal archief. Uiteindelijk is het de bedoeling dat de totale productie - van idee tot en met de uitzending - een gedigitaliseerd Door Marianne ten Hoedt* nrrtTinqn'iafpnagP'1 In de nieuwbouw voor Beeld en Geluid, gereed najaar 2006, worden alle medewerkers en collecties gehuisvest. Daarnaast is 3300 m2 gereserveerd voor de'media experience', een tentoonstelling in beeld en geluid gericht op een breed publiek. Audiovisuele archieven maken door digitalisering grote veranderingen door. Dat geldt ook voor de grootste audiovisuele archieven die zijn gevestigd in Hilversum: de diverse omroeparchieven en het Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid, het lan delijke audiovisuele archief dat tevens fungeert als bedrijfsarchief van de Publieke Omroep. Veel omroepen zijn al bezig met het digitaliseren van de productie van televisieprogramma's. Bovendien wordt het uitzenden van televisieprogramma's vanaf mei 2005 een gedigitaliseerd proces. Op ini tiatief van de omroepen, Beeld en Geluid en het ministerie van OCW wordt met 'De Digitale Voorziening' deze stap in de digitalisering gezet. Beeld en Geluid gaat de bestanden van al het uit gezonden materiaal van de publieke omroepen archiveren in een grote databank. Documentalisten in beide archieven zien daarmee hun functie veran deren. In productie 24 uur toegankelijk Metadata Mediamanagers MEDIA MANAGEMENT IN THE DIGITAL ERA Edited by Mleke Lauwers CHANGING SCENERIES CHANGING ROLES 101001010101010111010101000101010101 001010101010101010010101010101101011 OIOOOMÏÏÓÏOlOlOlQlOlOlOiOOOlOlOlOlOl loioioioioioiojoooooioioioioioioioioi OOOOQ11lOlOlOiOlOlOlOlCOOlOlOlOOOlOl 00 l^lól 0101010101ÖÏQ i QGQ1010101010101 01Ó1Ö101010101010101ÖCH31Ö1Ö101010101 oioioioioiöoioöioidoioioioioioooioio rjioioiüioöiüiüioioimoioioiioioioooi 0101011300101000101010101010101011001 OlOlOlOOOCOOOOOOtOOOOiXilOlOOiOlOlOlO 011 111 11111 i 1 iÖÖQtiOÜOGOl 111010101010 Marianne ten Hoedt is freelance journalist/tekst schrijver. 20 archievenblad december 2004 archievenblad Alles wat besproken is tijdens het seminar kunt u nog eens rustig nalezen in het Engelstalige boek Changing sce neries, Changing roles. Media management in the digital era, edited by Mieke Lauwers, Hilversum (Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid) 2004,80 blz.,€ 12,50. Het is te bestellen via de webwinkel van het Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid: www.beeldengeluid.nl. Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid Het Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid is in 1997 ontstaan uit een fusie van drie nationale audiovisuele archie ven en het Omroepmuseum. Met bijna 700.000 uur aan materiaal is Beeld en Geluid het meest veelzijdige audiovisu ele archief van Nederland. Als nationaal archief beheert Beeld en Geluid het audiovisuele erfgoed van ons land, maar het instituut heeft ook de functie van bedrijfsarchief van (met name) de Publieke Omroep en is expert op het gebied van digitalisering en archivering. Tot de klanten behoren behalve de omroepen ook wetenschap, onderwijs en het grote publiek. In 2006 neemt Beeld en Geluid zijn intrek in een gloednieuw gebouw op het Mediapark te Hilversum. Naast de depots en kantoren, realiseert Beeld en Geluid er een multimediale publieks functie verbonden aan het thema 'media bepalen mijn wereldbeeld'. december 2004

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Archievenblad | 2004 | | pagina 10