2 JULI 2004 - 1 JULI 2005
Till "li 11
slavernijverleden
slavernijverleden
Door de groei van het aantal etnische min
derheden binnen de Nederlandse samenleving
in de afgelopen decennia is de politieke aan
dacht voor deze minderheden toe
genomen. Een gevolg hiervan was
dat tevens het cultureel erfgoed
van minderheden tot aandachts
punt is gemaakt. Ook het culturele
erfgoed, zowel materieel als imma
terieel, dat gerelateerd is aan het
Nederlandse slavernijverleden
kreeg en krijgt hierdoor meer aan
dacht.
Daarnaast werd uit de kringen van de nazaten
van het Nederlandse slavernijverleden, gebun
deld binnen het Landelijk Platform Slavernij
verleden, pressie op de Nederlandse overheid
uitgeoefend om een Nationaal slavernijmonu-
ment op te richten en te komen tot een nationa
le instelling die zich specifiek op het Neder
landse slavernijverleden zou richten, een zoge
heten 'dynamisch monument'. In 2002 is het
Nationale slavernijmonument in het Amster
damse Oosterpark onthuld en in 2003 is het
Nationaal instituut Nederlands slavernijverle
den en erfenis (NiNsee) eveneens in Amsterdam
officieel van start gegaan. Al deze ontwikkelin
gen vielen ook nog samen met de viering van en
extra aandacht voor 140 jaar afschaffing van de
(Nederlandse) slavernij in de West op 1 juli
2003.
Alhoewel het zwaartepunt van bovenge
noemde ontwikkelingen buiten Zeeland ligt,
waar ook de meeste nazaten van het Neder
landse slavernijverleden wonen, is een en ander
toch niet geheel aan Zeeland voorbij gegaan.
Dat is ook wel begrijpelijk omdat Zeeland in de
zeventiende en achttiende eeuw na Holland het
gewest is geweest dat zich het meest heeft inge
laten met de transatlantische slavenhandel en
het exploiteren van slavenarbeid op veelal met
Zeeuws kapitaal gestichte plantages in het huidi
ge Suriname en Guyana. In de collecties van de
Zeeuwse archieven, musea en bibliotheken ligt
derhalve veel materiaal dat aan dit Zeeuwse sla
vernijverleden gerelateerd is. In het bijzonder is
dat het geval met het archief van de Middel
burgse Commercie Compagnie (MCC) dat het
Zeeuws Archief beheert. Daarnaast zijn op tal
van plaatsen in Zeeuwse (haven)steden sporen
van dit slavernijverleden in het straatbeeld terug
te vinden.
Het is dan ook geen wonder dat toen er een loca
tie werd gezocht voor het op te richten nationa
le slavernijmonument er ook aan de Zeeuwse
hoofdstad Middelburg werd gedacht. Dit monu
ment is, zoals gezegd, uiteindelijk door tal van
redenen in Amsterdam terechtgekomen. Gezien
de impact van het Zeeuwse aandeel in de
Nederlandse slavenhandel en slavenplantages
werd in Middelburg de stichting Monument
Middelburg opgericht om te komen tot een
Zeeuws slavernijmonument. Daarnaast werd de
landelijke discussie over het Nederlandse slaver
nijverleden voor een gedeelte ook in Zeeland
gevoerd. In 2002 organiseerde het Humanistisch
Verbond in en samen met het Zeeuws Archief,
de Stichting Monument Middelburg, COS
Zeeland (Centrum voor internationale samen
werking) en de Surinaamse en Antilliaanse
gemeenschappen in Middelburg, Goes en
Vlissingen een debatmiddag onder de titel 'Het
Zeeuwse slavernijverleden, herdenken of verge
ten?1. Een debatmiddag die tevens het Middel
burgse gemeentebestuur wist te bewegen midde
len beschikbaar te stellen om een Zeeuws slaver
nijmonument in Middelburg op te richten. Een
monument dat op 1 juli 2005 als sluitstuk van
het jaar van het Zeeuwse slavernijverleden ont
huld zal worden.
Hoewel dus in Zeeland de discussie over het
Zeeuwse slavernijverleden op beperkte schaal op
gang is gekomen, moeten wij toch constateren
dat er over dit verleden bij het merendeel van de
Zeeuwse bevolking vrijwel niets bekend is. Deze
constatering, in relatie met de grote Zeeuwse
betrokkenheid bij de transatlantische slaven
handel en slavenarbeid met alle gevolgen daar
van die tot in het heden doorlopen, heeft ertoe
geleid dat een groot aantal instellingen en orga
nisaties in Zeeland de handen ineen hebben
geslagen om ook in Zeeland 'de stilte' over het
Zeeuwse slavernijverleden te doorbreken en de
gevolgen ervan op vele terreinen voor alle
Zeeuwen, blank en zwart, jong en oud, op een
zo breed en gevarieerd mogelijke manier in de
belangstelling te plaatsen. Niet alleen om het
verhaal te vertellen 'hoe het geweest is' en om te
leren op een meer open manier met een stuk
'belast' verleden om te gaan, maar juist ook om
duidelijk te maken hoe de gevolgen van dit sla
vernijverleden op allerlei manieren en ook in
een meer positieve zin in culturele uitingen als
muziek, dans en literatuur, tot in het heden toe
waarneembaar zijn.
Het bovengenoemde initiatief resulteerde in
de oprichting van de projectgroep Zeeuws
Slavernijverleden, waarbinnen Buro Beeldende
Kunst Vlissingen, COS Zeeland, Stichting Monu
ment Middelburg, Roosevelt Studiecentrum,
Stichting Cultureel Erfgoed Zeeland (SCEZ),
Scoop (Zeeuws instituut voor zorg, welzijn en
cultuur), Stichting Surant (Surinaamse en
Antilliaanse gemeenschappen Middelburg en
Vlissingen), Stichting Surantar (Surinaamse en
Antilliaanse gemeenschap Goes), Uit in Vlis
singen, Werkgroep Historie en Archeologie van
het Koninklijk Zeeuwsch Genootschap der
Wetenschappen, Zeeuws Archief, Zeeuwse
Bibliotheek en het Zeeuws Maritiem MuZEEum
samenwerken. Ondergetekende is voorzitter van
deze projectgroep. De coördinatie en communi
catie van en over dit jaar gewijd aan het Zeeuwse
slavernijverleden wordt verzorgd door de SCEZ.
De projectgroep heeft een programma opgesteld
met tal van projecten die in 2004-2005 uitge
voerd zullen worden. Het is de bedoeling hier
mee duidelijk te maken dat het 'zwarte' en het
'witte' slavernijverleden als twee zijden van een
en dezelfde medaille onlosmakelijk met elkaar
verbonden zijn. Wij willen met en door onze
projecten duidelijk maken dat het Zeeuwse sla
vernijverleden één geheel is. Daarnaast onder
kennen wij dat dit gedeelde Zeeuwse slavernij
verleden, net als een door de tijd geslepen dia
mant, zeer veel facetten heeft. Het is onze doel
stelling juist in de veelheid en gevarieerdheid
van de projecten het meervoudig perspectief
van het Zeeuwse slavernijverleden in al zijn ver
scheidenheid te tonen. Met andere woorden,
binnen het jaar van het Zeeuwse slavernijverle
den wordt het materiële en immateriële erfgoed
van het Zeeuwse slavernijverleden voor een
breed en gevarieerd publiek getoond en toegan
kelijk gemaakt in de hoop dat deze aanpak ook
tot een vorm van bewustwording zal leiden.
Het jaar van het Zeeuwse slavernijverleden
is op 2 juli 2004 officieel van start gegaan met
een bijeenkomst in de Zeeuwse Bibliotheek in
Middelburg. Tijdens deze bijeenkomst hebben
dr. E. Campbell, voorzitter van het bestuur van
NiNsee, en prof.dr. G.J. Oostindie, directeur van
het Koninklijk instituut voor Taal-, Land- en
Volkenkunde het woord gevoerd, waarna de
Zeeuwse gedeputeerde van cultuur drs. Harry
van Waveren het jaar van start heeft laten gaan.
Aansluitend is op die dag de expositie 'Geboeid
door het Zeeuwse slavernijverleden' in het
Zeeuws Archief geopend. Op basis van het
archief van de Middelburgse Commercie Com
pagnie zoomt deze expositie in op de zogenaam
de transatlantische driehoekshandel, waarbij
met handelsproducten uit Middelburg aan de
kusten van West-Afrika slaven werden gekocht,
die na transport naar Zuid-Amerika aldaar op
veilingen in Curasao en Suriname werden ver
kocht. Vervolgens voer men dan veelal geladen
met ingekochte plantageproducten als suiker en
tabak terug naar Middelburg.
Na deze opening zullen in het jaar van het
Zeeuwse slavernijverleden tal van andere projec
ten uitgevoerd worden. In het project 'Dossier
Suriname en de Antillen' zal een discussiebijeen
komst gehouden worden om meer aandacht te
krijgen voor en erkenning van de geschiedenis
van Surinaamse en Antilliaanse inwoners van
Zeeland en om hen op een meer actieve manier
te betrekken bij de herdenking van het Zeeuwse
slavernijverleden. Het project 'Literaire tocht
Suriname en de Antillen' beoogt een 'literaire
tocht' langs Zeeuwse scholen van de Antilliaanse
schrijver Frank Martinus Arion en mogelijk de
schrijfster met Surinaamse wortels Joyce Pool.
Een ander project dat zich specifiek op het
onderwijs richt is 'Anansitori, verhalen over een
slimme en sluwe spin', waarin de verhalen van
de spin Anansi centraal staan. Aansluitend hier
op kan het onderwijs gebruik maken van het
ontdekproject met echte voorwerpen uit de tijd
van de slavenhandel 'Geboeid door het Zeeuwse
slavernijverleden'. Deze beide projecten sluiten
naadloos aan op de voornoemde expositie in het
18
19
Het jaar van het Zeeuwse slavernijverleden
Slavernijverleden
Door Roelof Koops*
De UNESCO heeft 2004 uitgeroepen tot het jaar van
de herdenking van de slavernij. Het is namelijk pre
cies 200 jaar geleden dat Haiti werd uitgeroepen
tot de eerste onafhankelijke zwarte republiek
(1804). Mede in dat kader organiseert de project
groep Zeeuws slavernijverleden in Zeeland een jaar
gewijd aan het Zeeuwse slavernijverleden dat loopt
van 2 juli 2004 tot 1 juli 2005. Het door de UNESCO
uitgeroepen jaar ter herdenking van de slavernij
past in een periode waarin het slavernijverleden
wereldwijd, en dus ook in Nederland en Zeeland,
langzaam wat meer aandacht heeft gekregen.
Zeeuws monument
Projectgroep
Driehoekshandel
archievenblad
augustus 2004
augustus 2004
archievenblad