Meetbare resultaten belaigrijk bij kwaliteitszorg 77 ^7 1^1 Bij kwaliteitszorg is het erg belangrijk dat resultaten meetbaar worden gemaakt. Met de kwaliteitsmonitor 2004 worden in september en oktober door de deelnemende instellingen de wensen en tevredenheid van bezoekers onder zocht. Iedere instelling die meedoet krijgt in november een eigen rapport waarin duidelijk is aangegeven op welke punten verbeteringen nodig zijn. Door jaarlijks aan het onderzoek mee te doen kan gemeten worden of verbeteringen effect hebben gesorteerd. Het totaalrapport wordt tijdens een studiedag op 9 december in het nieuwe gebouw van Cultuur Onder Dak Apeldoorn (CODA) gepresenteerd. Ook wordt dan door de archiefinstellingen in Gelderland, die allemaal meedoen aan de kwali teitsmonitor 2004, het Gelders handvest gepre senteerd. Tijdens het middagprogramma wordt ingegaan op de kwaliteit van archiefsites en de mogelijkheden om deze te verbeteren. Na een reeks succesvolle workshops werk processen vindt de laatste in 2004 plaats op 8 september, 6 oktober en 3 november. Deelne mers leren zelf hun eigen werkprocessen in beeld te brengen en te verbeteren. De workshop is speciaal bedoeld voor medewerkers die verant woordelijk zijn voor het dagelijks goed laten ver lopen van een werkproces. Uit reacties bleek dat er naast deze praktische workshop voor 'proces- eigenaren' ruimte is voor een korte cursus voor het management dat sturing moet geven aan de invoering van kwaliteitszorg. Deze cursus is gepland op 5 oktober en 2 november. De eerste dag komt de theorie aan bod en de tweede de praktijk. De inhoud wordt afgestemd op de behoeften van de deelnemers. Meer informatie en een inschrijfformulier vindt u in de folder van de sectie kwaliteitszorg die u kunt aanvragen bij DIVA. De bibliotheken die tot nu toe klantenon derzoek hebben gedaan scoren gemiddeld een 7 voor hun totale dienstverlening. Daar steken archieven met gemiddeld een 8 zeker niet slecht bij af. In de waardering van de afzonderlijke onderdelen zijn net als bij de archieven grote verschillen te zien. Het percentage klanten dat tevreden is met de collectie is bijvoorbeeld in de ene bibliotheek 62 procent en in een andere 83 procent. Voor de openingstijden variëren deze percentages van 57 tot 84, voor de bewegwijze ring van 51 tot 87 en voor de behulpzaamheid van het personeel ligt het percentage tussen 81 en 100. De computervoorzieningen worden door 10 tot 58 procent van de klanten goed gewaardeerd. Met deze gegevens en toepassing van benchmarks (vergelijkende cijfers) stellen bibliotheken prioriteiten en voeren verbeterin gen door. De provinciale bibliotheekcentrale voor Noord-Holland en Zuid-Holland ProBiblio biedt daarbij de nodige ondersteuning. Bij de verbetering van de dienstverlening wordt door bibliotheken ook de mystery guest actief ingezet. Door ProBiblio werd de Facelift voor bibliotheken ontwikkeld. Daarbij volgt na een bezoek van de mystery guest een quick scan, naar aanleiding van de bevindingen. Bovendien geeft een etaleuse een dag lang tips voor verbetering. Het fenomeen 'kritische consultatie' is in heel veel branches heel gewoon en niet meer weg te denken: 'Het is alleen maar goed als je de spiegel voorgehouden krijgt.' (Bron: Bibliotheekblad nr. 8, 2004) De laatste decennia werken musea aan de omslag van cultuurarchief naar marktgerichte organisatie. Daardoor is de interesse in musea onder de bevolking sinds de jaren zeventig sterk gegroeid. Dertig procent van de bevolking bezoekt nu met enige regelmaat een museum. De groei komt voornamelijk van veertigplussers. De generatie van onder de veertig richt zich vooral op de podiumkunsten. Met 43 procent van de bevolking die één of meerdere keren een podium bezoekt, staan de podiumkunsten op de eerste plaats. Wanneer we dat vergelijken met de archieven dan bezoeken ruim een half miljoen volwassen Nederlanders (dat is vier procent van de bevolking) een archiefinstelling, omdat zij op zoek zijn naar historischeinformatie (bron: IOO rapport). Met ervaringen met de marktgerichte aanpak van musea kunnen andere cultu rele instellingen hun voordeel doen. De Nederlandse Museumvereniging (NMV) verzamelt met de Museummonitor infor matie bij de musea over het museumpu- bliek. Ook worden met het klikgedrag van de sitebezoeker op museum.nl gege vens over het publiek verzameld. Voor de sitebezoeker biedt museum.nl onder andere een uitgebreide nieuwsbrief, die zelf samen te stellen is op basis van op te geven interessegebieden. Maar liefst 9.000 cultuurminnaars zijn op deze nieuwsbrief geabonneerd. Ook biedt de site allerlei andere functionaliteiten, zoals een routeplanner en de mogelijk heid om musea in de buurt van een ander museum te vinden. Het eigenlijke bezoek aan het museum als gebouw heeft een steeds kleiner aan deel in het contact van het museum met zijn doelgroep. Voor het museum is het daarom van belang kennis te verzamelen over de websitebezoeker, meer nog dan de museumbezoeker. Websites die aan sluiten op de behoefte van de gebruiker en het museumaanbod goed vermarkten zijn dus noodzakelijk. Voor het museum is het meer van belang zich op het internet verder te profileren als kennisinstelling en cultuurarchivaris. Door samenwerking met bibliotheken en andere instellingen kunnen musea hun positie verstevigen (bron: Mnnieuws jaar gang 6, 2004). In York vond onlangs de eerste con ferentie plaats over best practices in cul- tuurmarketing en publieksontwikkeling, georganiseerd door Audiences Europe Network (AEN; zie: www.audienceseuro- pe.net). Het AEN is ontstaan als samen werkingsverband van Britse, Vlaamse en Nederlandse cultuurprofessionals. Tijdens de conferentie vertelde Maddy Morton over haar onderzoek naar succes factoren bij de herpositionering van cul turele instellingen op de publieksmarkt. Morton onderscheidt organisatie-, inter ne, en externe succesfactoren. Intern is het van belang dat de organisatie een duidelijk beeld ontwikkelt van wat het extern wil uitdrukken. Een mix van men sen vanuit diverse achtergronden, onder gebracht in verschillende teams met een eigen verantwoordelijkheid en budget werkt het best. Educatie en marketing dienen op korte afstand van het manage ment te staan. Managers doen er verder verstandig aan bij het veranderingspro ces een open werkklimaat voor hun medewerkers te scheppen. Afwezigheid van angst voor verandering is essentieel en daarom moet het voor nieuwkomer op zijn gemak te worden gesteld door personeel dat het leuk vindt om met mensen om te gaan. Claude Fourneau (directieassistent bij het Louvre, daarvoor bij Centre Pompidou) benadrukte in haar lezing eveneens dat het trekken van nieuw publiek staat of valt met het serieus nemen van dat publiek. Volgens artistiek verantwoorde- iedereen mogelijk zijn om fouten te maken zonder daarvoor van bovenaf te worden gestraft. Een herpositionering van een cultuurinstelling is een creatief proces dat, mits op deze wijze aange stuurd, veel enthousiasme bij medewer kers kan losmaken - een voorwaarde voor succesvolle organisatieverandering. Extern is het van belang dat bestaande en nieuwe doelgroepen bij het verande ringsproces worden betrokken. Niet- bezoekers laten zich nauwelijks interesse ren door woorden ('geschiedenis', 'hedendaags', 'kunst') waarmee ze geen affiniteit hebben. In plaats daarvan moet duidelijk worden gemaakt wat een bezoek hun in hun eigen termen kan opleveren. Er kan bijvoorbeeld een ver band worden gelegd met cultuurvormen waarmee men al affiniteit heeft. Zijn mensen eenmaal over de streep getrok ken, dan is het eerste bezoek van cruciaal belang. Een onbekende omgeving als een theater of een opera wordt al vlug als bedreigend ervaren. Daarom dient de lijken staat publieksontwikkeling op gespannen voet met kwaliteitsstandaar den en de artistieke vrijheid. Een misver stand, aldus Fourneau. Cultureel hande len houdt in dat de verwachtingen ten aanzien van het publiek juist moeten worden opgeschroefd (bron: Mnnieuws jaargang 6, 2004). 14 15 kwaliteit van dienstverlening m kwaliteit van dienstverlening RSÜ Door Fred Schot* De nieuwe sectie kwalititeitszorg pakt dit najaar stevig uit. Maar eerst moet er door de leden nog wel een bestuur worden benoemd. Voor het bestuur zijn beschikbaar: René Spork (Gemeentearchief Rotterdam), Herman Oost (Rijksarchief in Noord- Holland), Hans Visser (Gemeentearchief Amsterdam), Peter van Beek (Gemeentearchief Ede) en Irene Gerrits (Nationaal Archief). Andere kandida ten en archiefinstellingen die lid willen worden, kunnen zich bij DIVA melden. De nieuwe sectie gaat allerlei instrumenten leveren waarmee archiefinstel lingen zelf de kwaliteitscirkel rond kunnen maken. Workshop werkprocessen en nieuwe cursus Klantenonderzoek bibliotheken Marktgerichte aanpak musea Publieksontwikkeling in Europa Wellicht is het inzetten van een mystery guest ook een idee voor archieven. Fred Schot is projectleider bij DIVA. archievenblad augustus 2004 augustus 2004 archievenblad

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Archievenblad | 2004 | | pagina 7