Onbekend Nieuw-Guinea opgetekend (2) Het archief van de Marine Inlichtingendienst als cultureel-antropologischbron 16 november 2003 november 2003 17 Digoel Papoea uit centraal Nieuw-Guinea halverwege de jaren vijftig met een slagpen van een casuarisvogel door de neus. (Nationaal Archief, archief Rijksvoorlichtingsdienst, collectie Elsevier, nr. 026_0664.) Door Erik van der Doe* In het vorige nummer van het Archievenblad werd ingegaan op een cartotheek in het onlangs aan het Nationaal Archief overgedra gen archief van de Marine Inlichtingendienst (1945-1963), waarin alle dorpen op Nieuw- Guinea zijn beschreven.1 In dit archief bevin den zich echter meer voor cultureel antropolo gen interessante stukken over de Papoea's in Nieuw-Guinea uit een periode dat zij nog gro tendeels hun traditionele leefwijze kenden. En daarnaast zijn op dit moment bij de G\S in Winschoten andere Marine-archieven in bewerking die hier nauw op aansluiten en volgend jaar zullen worden overgedragen. In het archief van de Marine Inlichtingendienst in Nederlands Oost- Indië en Nieuw-Guinea (MARID) bevinden zich meer stukken over de Papoea's in Nieuw-Guinea. Om maar eens een greep te doen: er is een pakketje dichtbeschreven fiches uit het begin van de jaren vijftig, gebaseerd op inlichtingenrapporten, perio dieke verslagen en correspondentie.2 Per district zijn tal van bijzonderheden ver meld over de onderwerpen 'politiek', 'bestuurlijk', 'economisch', 'demografisch', 'geografisch' en 'etnografisch'. Helaas is het verre van compleet, van lang niet alle dis tricten zijn gegevens aanwezig. Maar voor de wel beschreven gebieden zijn ze zeer aardig. Onder 'politiek' worden mogelijk subversieve en politieke organisaties genoemd, 'bestuurlijk' verwijst naar de administratieve indeling, 'economisch' gaat over de middelen van bestaan, pro ducten en ook economische belangengroe pen. Met 'demografisch' wordt bedoeld de omvang en godsdienstige samenstelling van de bevolking, stammen, taal en gezondheidstoestand. Dat het ook hier weer om militaire belangen gaat wordt dui delijk bij beschrijvingen als het ver schil tussen de berg- en kustbewoners is goed te merken wanneer ze als drager bij een patrouille fungeren. Eerstgenoemden hebben namelijk veel meer uithoudings vermogen.' Voor de meeste districten geldt dat de 'luiheid van de bevolking' een pro bleem wordt geacht, waardoor de werklust van de Iriaan beslist dient te worden aange wakkerd en dat hen 'beschaving' bijge bracht moet worden. Daarbij ging men voorbij aan het feit dat de Papoea's alleen meewerkten als ze waren overtuigd van het belang en het idee hadden dat ze serieus werden genomen. De aardigste onderdelen vormen de beschrijvingen bij de rubriek 'etnografisch', waar onderwerpen als karaktereigenschap pen, de adat (gewoonterecht), rol en bete kenis van de guru's, geschiktheid voor mili taire dienst en strijdwijzen terugkomen. In het algemeen is de teneur nogal koloniaal. Zo wordt er herhaaldelijk gesproken van 'de domme bevolking' die zich aan buiten sporig geweld te buiten gaat door koppen snellen en kannibalisme en die zelfs specia le 'koppenbomen' kent waarin de beende ren van de overwonnenen werden gehan gen. Van de jeugd vindt men dat die zich te veel te buiten gaat aan seksuele uitspattin gen zonder dat daartegen wordt opgetre den. Er wordt wel onderscheid gemaakt in bevolkingsgroepen, want geconstateerd wordt dat de kustbewoners (zoals de Marinds) zich 'beter' voelen dan die uit het centrale bergland of de eilandbewoners van Japen en Waropen. Treffend zijn vooral de beschrijvingen van lokale rituelen, zoals begrafenissen waar bij de dood van een krijgsman zijn lichaam in een holle boom wordt gezet tot het is ver teerd, waarna de schedel dan op de rug van zijn tweede weduwe wordt geplaatst. Over de strijdwijze van de bevolking nabij Merauke wordt bijvoorbeeld gemeld dat met alle beschikbare strijdmiddelen, o.a. speren, pijlen, knotsen, dolken en zelfs met hun tanden de mannen, vrouwen en kinderen (worden) vermoord. Druipend van het bloed en rijk beladen met koppen en buit worden zij, nadat zij van te voren door een hels lawaai van hun trommen en oorlogshoorns hun aankomst en overwin ning hebben aangekondigd, door rumoeri ge achtergebleven dansende vrouwen in feestkledij ontvangen. Dan kan het grote koppenfeest, dat dagen ach tereen duurt, plaatsvinden. Er wordt gedanst en wati (bedwelmingsmiddel) ge dronken. Zij geraken dan in een roes en geven zich over aan barbaarse sexuele uitspat tingen.' Dat de beschrij vingen toch een bestuurlijk militair doel dienden blijkt uit de mededeling dat de Papoea's met hun lichte uitrusting o.l.v. Europees kader voor politiële diensten van onschatbare waarde (zijn) in dit moerassig land. Zij zijn echter niet geschikt om te worden opgeleid tot militairen voor de moderne oorlogsvoering. De omschakeling van ste nen tijdperk tot de huidige cultuur is te geweldig om er zonder kleerscheuren vanaf te komen. Men staat dan n.b. gelijk aan of in rang hoger dan een KL-er uit Holland, waarmede samengewerkt moet worden. Dit is funest voor hun vaak nog kinderlijke brein.' Er is ook cijfermateriaal over de bevolkings omvang verdeeld naar district.3 Daaruit blijkt dat in 1950 nog maar een kwart van de naar schatting (voor de inheemse bevol king bestond er immers geen Burgerlijke Stand) driekwart miljoen Papoea's onder Nederlands bestuur was gebracht. In die tijd woonden er een kleine 10.000 Europeanen op het eiland en iets meer Indonesiërs, de meesten daarvan in het noorden. Kaarten en foto's Ook over het land zelf zijn stukken aanwezig in het MARID-archief. Er zijn negen (gedrukte) geheime Amerikaanse en Australische terreinstudies van gebieden in Nieuw-Guinea uit de jaren 1942-1944.4 De soms wat kroniekachtige beschrijvingen behandelen het gebied in kwestie (met foto's en detailkaarten): het landschap, de begroeiing, de diepte van de rivieren, de wegen, de begaanbaarheid, etc. Ook wordt informatie gegeven over de daar levende bevolking die kort getypeerd wordt. Voor de Obaa bijvoorbeeld moet men oppassen, want zijare rather a wild lot, always lia- Met klei ingesmeerde rouwende vrouwen van de Marind- Anim, midden jaren vijftig. (Nationaal Archief, archief Rijksvoorlichtingsdienst, collectie Elsevier, nr. 141 I 147.) MVm is ble to revert to head hunting Per streek en volk is vermeld wat ze verbou wen, of ze vriendelijk zijn, hun middelen van bestaan, maar ook, indien bekend, de namen van de dorpen en hun aantallen inwoners (met bijzonderheden als de aan wezigheid van bijvoorbeeld missionarissen en zendelingen). Dat het uiteindelijk mili taire documenten zijn blijkt uit de in rood gedrukte mededeling op de voorkant: 'Important. 1. This document contains information of value to the enemy. 2. It must not be taken to front lines or on mis sions where liable to capture. 3. Every attempt will be made to destroy this docu ment if in danger of falling into enemy hands.' Verder kent het archief van de MARID meer dan vijftig kaarten van Nieuw- Guinea.5 Daaronder zijn twee gedetailleer de kaarten van de Baliemvallei, met daarop alle dorpen.6 Bijzonder fraai zijn ook de meer dan honderd door de Marine Luchtvaartdienst te Biak gemaakte (zwart wit) luchtfoto's van het eiland uit de jaren 1958-1962.7 Vooral de kusten en natuurlijk de airstrips zijn goed in kaart gebracht. Op de foto's zijn zelfs de huizen te zien. Overigens bevinden zich in de op het Nationaal Archief aanwezige fotocollectie van de Rijksvoorlichtingsdienst (collectie Elsevier) vele honderden schitterende en vaak unieke afdrukken en negatieven van Nieuw-Guinea en de Papoeabevolking uit de jaren vijftig. Memories van overgave De in de VOC-tijd bestaande gewoon te om een schriftelijke nalatenschap voor de opvolger te maken, is in 1849 voortge zet. Op deze manier zou bovendien een 'encyclopedisch overzicht' per regio ont staan. De bestuursambtenaren hadden niet alleen de taak te zorgen voor bestuur, recht spraak, waterstaat, onderwijs e.d., zij waren ook verantwoordelijk voor het uitvoeren van het zogenaamde bevolkingsbeleid. Daarvoor moest men de bevolking leren kennen, inclusief haar leefwijze, zeden en gewoonten. De bestuurder was ook etno- graaf en de volkenkundige component was een belangrijk onderdeel van het bestuurs- werk. Alleen dan zou men de bevolking goed kunnen besturen. Kennis van de cul tuur, gewoonterecht, sociale structuren, taal en lokale vormen van geloof en toverij was daarbij noodzakelijk. De taak van de controleurs lag niet zozeer op de schrijfta fel, maar 'in het bos' zoals men in Nieuw- Guinea zei. De neerslag van deze onderzoe kingen werd vastgelegd in zogenaamde Memories van overgave. Ook in het archief van de MARID is een aantal (Aanvullende) Memories van overgave van de controleurs van de onderafdelingen bewaard geble ven.8 Hierin worden per onderafdeling en de daaronder vallende districten en dorpen allerlei bijzonderheden gegeven, zoals een geografische beschrijving (grondgebied, bodemgesteldheid, wegen en paden, kli maat, zelfs regenval en aantal regendagen per dorp, flora en fauna); de bevolking (omvang en samenstelling per dorp, namen dorpshoofden, aantal huizen en bijzondere gebouwen zoals kerk en school, godsdienst, volksgebruiken, gezondheid); de politieke toestand (bijgeloof, persoonlij ke ontevredenheid, gevoelens tegenover Nederlanders of Indonesiërs); bestuur (streekraden, politie), rechtspraak, onder wijs, transportmiddelen en technische voorzieningen (havens, vliegvelden, we gen, radio en telefoonverbindingen). Deze voor historisch en antropologisch onder zoek rijke Memories werden opgesteld onder verantwoordelijkheid van het Hoofd Bestuurszaken van het Gouvernement van Nederlands Nieuw-Guinea en (gestencild) verspreid onder de directeuren van het Binnenlands Bestuur en ook aan de Commandant der Strijdkrachten in Nieuw- Guinea gezonden. Op het Nationaal Archief is trouwens een nagenoeg complete serie Memories van overgave aanwezig (voor Nieuw-Guinea vanaf 1906), afkom stig van het Ministerie van Koloniën en het Koninklijk Instituut voor de Tropen.9 Patrouillerapporten En er komt nog het een en ander aan op het Nationaal Archief over Nieuw- Guinea dat voor cultureel-antropologen interessant is. Op dit moment worden door de Centrale Archief Selectiedienst (CAS) in Winschoten het archief van de Marinestaf en van de Commandant Zeemacht en de daaronder ressorterende commandements- archieven in Nieuw-Guinea bewerkt. Die zullen naar verwachting volgend jaar wor den overgedragen door het Ministerie van Defensie. Daarin bevinden zich ook een aantal terreinstudies, Memories van over gave en ook bijvoorbeeld dossiers betreffende de expeditie naar het Sterrengebergte in 1959, waaronder het conceptverslag (met 24 foto's),10 en over de zoektocht naar de in 1961 verdwenen Michael Rockefeller. In dit verband zijn de patrouillerapporten het meest vermeldenswaard, omdat aan de hand daarvan de eerder vermelde carto theek van alle dorpen is samengesteld. Dit zijn de verslagen van zowel de Koninklijke Landmacht, als die van de Mariniers. Met grote regelmaat werden patrouilles uitge rust die het min of meer onbekende gebied introkken. Het doel van die patrouilles was behalve 'vlag- en machtsvertoon door een georganiseerd optreden' en het 'belabberen van kampongs', ook het verkennen van de omgeving. Als opdracht is dikwijls gefor muleerd het verzamelen van gegevens betreffende topografie en bevolking. De grootte van dergelijke meerdaagse patrouil les (vaak met dragers en Papoea-gidsen) verschilde, meestal bestonden zij uit tien tot twintig personen. Behalve een verslag van de (soms moeizame) patrouille zelf (wanneer, wie, waarheen, wat meegeno men, weersomstandigheden etc.) beschrij ven zij ook wat ze onderweg in het oer woud tegenkwamen.11 In veel gevallen zit ten er kaartjes bij, niet alleen van het gebied waar zij liepen, maar ook van de verschillende dorpen die zij bezochten. Deze wederwaardigheden werden overge nomen en vormden uiteindelijk de carto theek. De verslagen zijn uiteraard veel uit voeriger. Soms zitten bij de patrouilleversla gen ook als bijlagen de in te vullen formu lieren (met de vaste trefwoorden van de cartotheek). Zodoende is er eenheid in de beschrijvingen. Marinegids Nederlands Nieuw-Guinea In het op dit moment bij de CAS te bewerken archief bevindt zich ten slotte een bijzonder fraaie bron die vergelijkbaar archievenblad archievenblad

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Archievenblad | 2003 | | pagina 8