Gemeentearchief Amsterdam wint Innovatieprijs VGI Indiening Metamorfoze-projectvoorstellen in 2004 Archiefvraag van de maand m U. nieuws uit het veld ICT-samenwerking P Gelders Archief en Historisch Centrum Overijssel I nieuws uit het veld NIEUWS u i t De Schatkamer van Amsterdam van het Gemeentearchief Amsterdam heeft de Innovatieprijs van de Vereniging voor Geschiedenis en Informatica (VGI) ge wonnen. Deze prijs voor de meest vernieu wende ICT-toepassing op het terrein van de geschiedenis is op vrijdag 26 september jl. uitgereikt. De andere genomineerden waren Archeos, een website voor leerlingen van negen tot twaalf jaar en hun docenten die de archeologie van Nederland behan delt, en de Cultuurwijzer, een on line plat form dat het publiek toegang geeft tot het culturele erfgoed in Nederland. Het Gemeentearchief Amsterdam heeft een 'schatkamer' van historische documenten ingericht om de bezoekers, in een tijd waar in stukken om redenen van conservering en beveiliging steeds minder in originele vorm geraadpleegd mogen worden, weer in contact te brengen met de echte topstuk ken. Tegelijkertijd wordt gebruikgemaakt van de nieuwste media om informatie te verstrekken over die documenten. De Schatkamer bestaat uit een echte tentoon stelling in het archief aan de Amsteldijk en een internettentoonstelling op de website met - en dat is het meest innovatieve onderdeel - een PDA, oftewel een hand computer, als verbindende schakel. Deze handcomputer geeft in de vorm van tekst, beeld en geluid toelichting op stukken die de bezoeker zelf selecteert. De Schatkamer staat wellicht nog een onderscheiding te wachten: ze is namelijk ook genomineerd voor de 'World Summit Award for e-Content and Creativity' in de categorie e-Culture. Meer informatie over de Schatkamer is te vinden op www.gemeentearchief.amster- dam.nl. Het Gelders Archief en het Historisch Centrum Overijssel gaan nauw samenwerken op het gebied van informatie- en communicatietechnolo gie (ICT). Er wordt bij het beheer en de presentatie van de collectie steeds vaker gebruikgemaakt van ICT. De technologi sche infrastructuur hiervan is een com plex en specialistisch terrein, dat tot samenwerking uitnodigt. Bundeling van krachten levert schaalvoordelen op. Het Gelders Archief en het Historisch Centrum Overijssel hebben een regionaal ICT-team ingesteld, dat zorgdraagt voor een goede technologische infrastructuur bij de deelnemers. Uniformering en ken nisoverdracht inzake systemen, software- en webapplicaties nemen een belangrijke plaats in. Andere Regionale Historische Centra kunnen zich bij dit samenwer kingsverband aansluiten. In het kader van het nationale con serveringsprogramma Metamorfoze le vert het Ministerie van OCW een bij drage van 70 procent aan de kosten van conserveringsprojecten voor collecties. Bibliotheken, archieven en musea kun nen daartoe, het hele jaar door, project voorstellen indienen bij het Bureau Metamorfoze binnen de onderstaande trajecten: literaire collecties (microverfilming digitalisering); cultuurhistorische collecties (microver filming); internationaal waardevolle collecties (microverfilming). Instellingen die in het kader van Metamorfoze projectvoorstellen kunnen indienen zijn openbare instellingen met een bewaarfunctie. Dit kunnen biblio theken zijn, musea, archieven of andere instellingen, stichtingen en organisaties die collecties verzamelen met het doel deze te bewaren en in principe voor iede re belangstellende beschikbaar te stellen. Elke instelling die aan deze omschrijving voldoet, kan een projectvoorstel indie nen. Dit voorstel wordt getoetst aan een aantal formele criteria, die bepalend zijn voor honorering van het voorstel. De collecties moeten een fysieke eenheid vormen en een gemeenschappelijk onderwerp of thema hebben. De collec ties kunnen bestaan uit handschriftelijk materiaal, gedrukte werken of een com binatie daarvan. Metamorfoze richt zich op het materiaal uit de jaren 1840-1950. Dat wil zeggen dat alleen projectvoorstel len kunnen worden ingediend voor col lecties die materiaal bevatten dat (groten deels) geschreven of gedrukt is in deze periode. De Beoordelingscommissie komt in 2004 driemaal bijeen om de projectvoorstellen inhoudelijk te beoordelen en het minis terie te adviseren: 16 februari (deadline voor indiening projectvoorstellen: 9 januari); juni (exacte datum deadline volgen); oktober (exacte datum deadline vol gen). Alle informatie over het Metamorfoze- programma en het indienen van een pro jectvoorstel vindt u op de Metamorfoze- website: www.metamorfoze.nl. archievenblad november 2003 het veld Mail uw nieuws naar: bureau@kvan.nl Moeten archiefdiensten geluids- en beeldmate riaal op dezelfde manier beschouwen als ande re archiefstukken? Met andere woorden, moet een archiefinstelling over apparatuur beschik ken zodat bezoekers ter plekke kennis kunnen nemen van geluids- en beeldmateriaal (inclu sief video en film)? Mogen ze geluids- en beeldmateriaal eventueel elders onderbren gen? Reacties kunt u sturen naar bureau@kvan.nl. Hier kunnen ook nieuwe vragen worden inge diend. Reactie archiefvraag mei De vraag luidde: Als een particuliere archiefinstelling namens de Staat der Nederlanden een paiticulier archief acquireert en in haar bezit krijgt en dit archief dus tot het cultureel erfgoed van de Staat der Nederlanden behoort, valt dit archief dan onder het regime van de Archiefwet? Het volgende antwoord kwam van Charles Noordam, directeur van het Haags Archief. Volgens de vraagstelling acquireert men 'namens de Staat der Nederlanden'. Dat 'namens' moet ergens uit blijken. Er dient een volmacht te zijn om archieven namens de Staat in bewaring te nemen of in eigendom te verkrij gen. Hierbij kunnen alle mogelijke randvoor waarden worden geregeld. Dit is geen onderdeel van het archiefrecht, maar van het burgerlijk recht. Is dit netjes geregeld, dan kan een particu liere instelling namens de Staat der Nederlanden overeenkomsten aangaan om archieven te acquireren. De Staat is hierbij in feite de con tractspartij, niet de particuliere instelling. Dan wringt er vervolgens nog wel iets, want de Archiefwet 1995 legt immers strenge zorgvuldig heidsnormen op voor het beheer van de archief bescheiden waarvoor de overheid verantwoor delijk is. Het is in strijd met deze bedoeling, wan neer de Staat met een soort u-bocht-constructie archieven waarvoor ze verantwoordelijk is, in omstandigheden zou brengen die niet aan deze zorgvuldigheidsnormen voldoen. Mits de archiefdepots van de particuliere instellingen ten minste aan dezelfde kwalitatieve normen voldoen als de rijksarchiefbewaarplaatsen en ook de overige beheeraspecten aan dezelfde kwalitatieve normen voldoen, zouden de betreffende archieven dus in bewaring kunnen worden gegeven aan de betreffende instellingen. Voor specifieke situaties tussen gemeenten en het Rijk is de figuur van inbewaringgeving met de Archiefwet 1995 afgeschaft, maar dat bete kent niet dat deze in andere situaties niet meer kan worden toegepast. In het - hier toepasselijke - burgerlijke recht spreken we dan van bruikle- ning en er dient dus een overeenkomst van bruiklening te worden opgemaakt. Tot de overi ge beheersaspecten behoren - uiteraard - de gekwalificeerde functionaris, die beheerder is van deze archiefbewaarplaats, en een overeen komstige regeling van de toegankelijkheid van de betreffende archiefbescheiden. De Staat is gehouden bij de volmachtverlening en de over eenkomst van bruiklening zeker te stellen dat de normen van de Archiefwet 1995 volledig wor den gehonoreerd. Resumerend: 1. Met volmacht kunnen particuliere instellin gen namens de Staat archieven acquireren. 2. De normen van de Archiefwet zijn van toe passing en de Staat dient de toepassing ervan bij overeenkomst af te dwingen. Standaardisatie bij ontsluiting, ja of nee? Ton Kappelhof, historisch onderzoeker, oud archivaris en projectleider Sociale Zekerheid Instituut voor Nederlandse Geschiedenis, stuur de ons de volgende reactie. In het septembernummer van het Archievenblad geeft Henny van Schie antwoord op de vraag waarom het archiefwezen er niet in slaagt zich te conformeren aan ISAD- en 1SAAR- normen. Zijn antwoord is enigszins tweeslach tig, want eerst meent hij dat archiefbeheerders noch archiefgebruikers daar behoefte aan heb ben, omdat de Nederlandse archivarissen al vanaf het einde van de negentiende eeuw gewend zijn geraakt aan een door Muller en zijn kornuiten opgesteld stramien voor het beschrij ven van stukken. De Archiefschool leerde dit alle aankomende archivarissen en aldus groeide de gewoonte. Een bladzijde verder blijkt hij echter toch overtuigd van het nut van standaardisatie: 'uniforme informatieverstrekking is een noodzakelijke voorwaarde Als historicus met 35 jaar onderzoekservaring en als oud-archivaris met een bijna even lange erva ring heb ik aan beide kanten van de balie gestaan en kan ik mij in beide posities verplaat sen. Allereerst vraag ik mij af of uniformiteit wel altijd zo gewenst is. Waarom moet alles overal hetzelfde zijn? Uniformiteit - of dat nu bij de selectie of bij de ontsluiting is, dat maakt niet uit - leidt al heel gauw tot dezelfde fout overal. Wanneer daarentegen meerdere normen en sys temen naast elkaar bestaan, worden de onver mijdelijke fouten op verschillende plaatsen gemaakt. Het resultaat is minder schade dan bij uniformiteit. De hele gedachte van uniformiteit komt op mij wat dwangmatig over en iets in mij zegt dat we daar voor uit moeten kijken. Inventarissen zijn er in Nederland gemaakt vanaf het begin van de negentiende eeuw. Oude inventarissen bevatten fouten, veelal zelfs heel veel fouten. De verleiding was en is groot om dit oude werk dan maar te gaan verbeteren. Er wer den regeltjes tussengekrabbeld, zodat ze na enkele malen kopiëren nauwelijks meer leesbaar zijn. Er werden a- en bis-nummers ingevoegd. Al dit peuterwerk is verspilde energie. Leave it alone of maak in één keer een hele nieuwe inventaris. Een voorbeeld is het stadsarchief van 's-Hertogenbosch, waarop in 1859 door de com mies Van Zuijlen een voor die tijd heel goede inventaris is gemaakt. In de jaren tachtig moest worden geconstateerd dat het ding hopeloos verouderd was: onvolledig en onnauwkeurig. Van Zuijlens werk deed geen recht aan de infor- matiewaarde van het archief van de tot circa 1900 belangrijkste stad van Noord-Brabant, zodat besloten werd een geheel nieuwe inventa ris te maken. Laat wat op de oude manier ontsloten is met rust, tenzij, zoals in het geval 's-Hertogenbosch, het echt niet meer kan. Nieuwe archieven en verzamelingen daarentegen zouden zo snel mogelijk na binnenkomst moeten worden ontsloten met ISAD(G) en 1SAAR. Ik heb zelf in 1995-1996 enkele kleine archieven in 's-Hertogenbosch op deze wijze geanalyseerd. Het was even wennen, want het stramien dwingt je meteen naar het hele bestand te kij ken. De vragen leggen de structuur van het archief bloot en doen uitkomen uit welke com ponenten het bestaat of, wat vaak het geval is, welke componenten vandalisme, onachtzaam heid en verhuizingen hebben overleefd. De beheerder die het archief met ISAD(G) als het ware heeft gescand, weet daarna wat hij globaal gezien in huis heeft. Het maken van zo'n scan kost niet zoveel tijd. Voordelig is ook dat het bestand wordt beschreven aan de hand van enkele formele kenmerken, waar ikzelf bij oriën terend onderzoek altijd als eerste naar kijk: hoe groot is het, welke periode bestrijkt het, kan ik erin en waar ligt het. Een archief van een grote instelling met een omvang van 0,5 meter wil zeggen dat het grotendeels is vernietigd of zoek geraakt en dat dus andere wegen moeten wor den bewandeld. Over de onderzoeksheide lopen vele wegen die op het begeerde doel uitkomen. Het verschil is alleen dat er rechte en kromme, verharde en modderige wegen zijn en dat de ene weg dus meer tijd kost dan de andere. Aldus gedaan, kan het bestand de kast in. Is het een belangrijk archief of komt er meer vraag naar van gebruikers, dan kunnen delen nader worden ontsloten of kan een goede text retiieval worden aangebracht. Een combinatie van intel ligente indexering en text retrieval kan ook zin vol zijn. Ik ben het eens met Van Schie dat lan delijke afspraken daarover nu moeten worden gemaakt. En let wel, zeggen is dan ook doen. november 2003 archievenblad

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Archievenblad | 2003 | | pagina 3