c e n s i e s g n a l e m e n t e n - m iteratuur Frans Glissenaar, Indië verlo ren, rampspoed geboren. Ido de Haan en Jan Willem Duyvendak (red.), In het hart van de verzorgingsstaat, Het ministerie van Maatschap pelijk Werk en zijn opvolgers (CRM, WVC, VWS) 1952-2002. Han Mulder, Laten we wel zijn, De glijvlucht van een ministerie. 'VHPÖ'Ê Vgl^L®iaElrJl 32 literatuur Janny Venema, Beverwijck. A Dutch village on the American Frontier, 1652-1664. J.J.A.M. Gorisse, J, Jacobs en J.L. Verster, LIGA, vooruit strevend in voeding. iMumaaü 33 Signalementen door Barbara Boender, Patricia Böschen en Harry Strijkers Uitgeverij Verloren, Hilversum, 2003 ISBN 90-6550-460-5, 88 blz., 10,00 De titel van dit nieuwe deeltje uit de mooi verzorgde en historisch verant woorde reeks 'Verloren Verleden' is ont leend aan de gelijknamige brochure (1914) van de geoloog C.G.S. Sandberg (geboren in 1866 in Magelang, Java, overleden in 1954 in Zuid-Afrika). In zijn brochure ging hij in op de toene mende Nederlandse belangstelling voor Indië en op het enorme economische belang van deze kolonie voor ons land. Vanuit Indië werden al meer dan twee eeuwen grote hoeveelheden plantage- en mijnbouwproducten naar Nederland verscheept en verkocht. Dat belang kwam, aldus Sandberg, in 1914 in gevaar. Europese grootmachten als Engeland en Duitsland, en ook Japan en China, aasden op de Indische rijkdom men. Deze landen beschikten over een krachtige vloot en leger. Om het recht te laten zegevieren achtte Sandberg ver sterking van het eigen leger en de vloot essentieel. Voor de bescherming van de Nederlandse belangen vond hij dat de emigratie naar Indië en de bekering tot het christendom van Indische niet-isla- mieten door zendelingen gestimuleerd moesten worden. Na de Tweede Wereldoorlog werd Sandbergs spreuk opnieuw gelanceerd door mensen die zich tegen de onafhan kelijkheid van Indonesië verzetten. Op 17 augustus 1945 riepen de nationalisti sche leiders Soekarno en Hatta in het toenmalige Batavia de Republiek Indonesië uit. Aan ruim driehonderd jaar Nederlandse aanwezigheid in de Indische archipel was een einde geko men. 'Ons Indië' was verloren gegaan door binnenlandse krachten en niet door bui- Walburg Pers, Zutphen, 2002 ISBN 90-5730-214-4, 400 blz., 34,95 Walburg Pers, Zutphen, 2002 ISBN 90-5730-231-4, 119 blz., 14,50 Op 1 september 2002 werd gevierd dat het Ministerie van Maatschappelijk Werk vijftig jaar tevoren werd opgericht. Ter gelegenheid hiervan verschenen een wetenschappelijk-historische studie on der redactie van Ido de Haan en Jan Willem Duyvendak en een 'populistisch- hilarisch' boek van Han Mulder. Je kunt je afvragen waarom er een wetenschappelijke studie van dit minis terie moest verschijnen. Tal van disserta ties en studies met raakvlakken op soci aal-maatschappelijk of psycho-sociaal welzijn hebben wel aandacht besteed aan de ontstaansgeschiedenis, de werk wijze en politiek-maatschappelijke invloed van dit ministerie en zijn rechts opvolgers. Cultuur en sport werden er later als speerpunten bijgehaald. De stu die kan voor 'outsiders' de moeite waard zijn, al is het geen gemakkelijke kost om te lezen. Geef mij maar het levendig geschreven en met anekdotes en zwart-witfoto's ver rijkte boek van de journalist en insider tenlands gevaar. Frans Glissenaar belicht de voortdurende angst van de koloniale macht Nederland om haar Indië te ver liezen, de opkomt van het Indische nationalisme, de onafhankelijkheids strijd (1945-1949) en nasleep van het Nederlands-Indonesische conflict. (PB) Het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport in aanbouw, Den Haag 1995. Mulder, dat een kritische kijk in de keu ken biedt van de diverse ministers van dit ministerie. (PB) archievenblad november 2003 Uitgeverij Verloren, Hilversum, 2003 ISBN 90-6650-760-4, 527 blz., 35,00 Janny Venema, ooit begonnen als docent geschiedenis, is al bijna twintig jaar verbonden aan New York State Library's New Netherlands Project in Albany NY. Zij promoveerde onlangs aan de State University of New York in Albany. Het proefschrift van de Drentse Venema is een lijvig werk dat zich richt op details. In de traditie van de Annales, de Franse school die zich bezighield met sociale 'micro-geschiedenis', geeft zij een gedetailleerde weergave van het leven in de Nederlandse kolonie in Amerika. Hierbij laat Venema zich niet te veel afleiden door politieke en economische ontwikkelingen. Deze wetenschap wordt als bekend verondersteld. Een historisch kader ontbreekt dan ook, wat het boek minder toegankelijk maakt voor mensen die over een geringe kennis van de Republiek en de zeventiende eeuw beschikken. Centraal in het boek staat de vraag hoe de Nederlandse cultuur zich handhaafde onder invloed van de Amerikaanse natives, de indianen. Venema baseert zich op Nederlandse en Amerikaanse primaire bronnen, wat het verhaal tot een levendig en authentiek geheel maakt. Uit deze bronnen pro beert zij vooral te destilleren waar de bevolking van Beverwijck zich van dag tot dag mee bezighield. De handel met de Indianen speelt hierbij een dominan te rol. Venema maakt de geschiedenis tastbaar door steeds individuele bewo ners van de nederzetting uit te lichten. Het boek begint met de levensbeschrij vingen van twee kolonisten, Goosen en Carsten. Deze twee figuren staan model voor de verschillende kansen en moge lijkheden die de nieuwe wereld biedt. Kansen waren er zeker. Venema is over het geheel genomen optimistisch over het leven in de kolonie. Realisme over de hardheid van het leven in de zeven tiende eeuw is er ook. De omstandighe den in New Netherland waren bar, en het gevaar van oorlog met de inheemse bevolking en de Engelse veroveraars lag steeds op de loer. Maar de contacten met de indianen brachten ook een welvaart Gemeentearchief Roosendaal, Bergen op Zoom-Roosendaal, 2003 ISBN 90-73080-15-0,111 blz., 10,00 In de serie 'Publicaties van het gemeentearchief Roosendaal' verscheen deel XXVIII met als onderwerp de geschiedenis van de Ligafabriek in Bergen op Zoom en later in Roosendaal. Samen gevat in een aantal artikelen geeft deze uitgave een beeld van de periode dat LIGA van 1920 tot 1974 een zelfstandig en autonoom bedrijf was. Het sociaal- Bcycrwijck Janny Venéxia die in de Republiek voor velen ondenk baar was geweest. Zo verdwenen uitein delijk ook de kinderen van de arme Carsten van de armenlij sten uit de kerk. (BB) economisch leven in Nederland en Noord-Brabant aan het begin van de twintigste eeuw wordt in het eerste arti kel geschetst. Vervolgens komt de oprich ting van het bedrijf in 1920 te Bergen op Zoom aan bod en de grote rol van Theodoor Neutelings (1892-1994), gebo ren in het Limburgse Maasdorp Berg aan de Maas. De personeelsleden van LIGA komen in het derde artikel met hun erva ringen aan het woord. De meesten van hen blikken met genoegen terug op hun werkzame periode bij LIGA. In de volgende bijdrage komen het sociale beleid, de reclame en de marke ting uitgebreid aan de orde. De artikelen staan op zichzelf en kunnen los van elkaar worden gelezen. Tezamen geven zij een vrij compleet beeld van deze VOEDING onderneming, die tussen 1945 en 1975 in Nederland onbetwist de marktleider was op het gebied van de kinderbiscuit waarmee hele generaties zijn opge groeid. (HS) november 2003 archievenblad

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Archievenblad | 2003 | | pagina 16