«te «te De eerste Ketelaarlezing Gekoesterde illusies Interview Koninklijke Vereniging van Archivarissen in Nederland KVAN Nieuws Bureau KVAN Redactie Archievenblad Tel. (020) 462 77 27 De Ketelaarlezing is in 2002 ingesteld door het Nationaal Archief ter gelegenheid van het afscheid van Erik Ketelaar, die in vele functies - waaronder die van algemeen rijksarchivaris van 1989-1997 - de Rijksarchiefdienst heeft gediend. De Ketelaarlezing wordt jaarlijks gehouden. Spreker zal een vooraanstaan de-intellectueel zijn, die niet noodzakelijkerwijs uit de ar- chivistiek afkomstig is, maar wel op een bijzondere wijze een relatie weet te leggen met dit vakgebied. In veel gevallen zal de spreker afkomstig zijn uit het buitenland. Maar de eerste spreker is een bijzonder oorspronkelijk denker van vaderlandse bodem, prof.dr. Gerard Rooijakkers. Gerard Rooijakkers (1962) is sinds 1991 werkzaam als on derzoeker op de afdeling Volkscultuur van het Meertens Instituut, onderdeel van de Koninklijke Neder landse Akademie van Wetenschappen. In 1994 promoveerde hij aan de Katholieke Universiteit Nijmegen op een studie over de volkscultuur in oostelijk Brabant in de periode 1559-1853 onder de titel 'Rituele repertoires'. Sinds oktober 2000 is hij bijzonder hoogleraar Nederlandse etnolo gie aan de Universiteit van Amsterdam. De Nederlandse etnologie bestudeert de cultuur van het dagelijks leven in het heden en verleden, met aandachtsgebieden als feest en ritueel, volksreligiositeit, mondelinge overlevering en materiële cultuur. In oktober 2002 kreeg hij de oeuvreprijs voor Geesteswetenschappen van het Prins Bernhard Cultuurfonds. Vanuit zijn vakgebied bezien zijn archieven belangrijke informatiebronnen over de sociale en culturele context in het verleden. Maar wel bronnen die kritisch benaderd dienen te wor den. Archieven zijn geen waardevrije neerslag van het verleden, maar een constructie van dat verleden, een selectie van de realiteit. Hier raken etnologie en archivistiek elkaar. Het is dan ook niet toevallig, dat Erik Ketelaar in zijn oratie archivistiek óók sociale en culturele archivistiek noemt. Hij wijst daarbij op het afzwakken van het verleden, door feiten steeds weer opnieuw vast te leggen en in wisselende vorm te presente ren. Hij refereert daarbij ook enkele malen aan Rooijakkers. De archiefbron blijft een onver vangbare informatiebron, maar kritische bena dering van de archiefbron is zowel voor de etno loog als de archivist van bijzondere betekenis. Reconstructie van het verleden is alleen moge lijk als wordt stilgestaan bij de constructieve betekenis van deze bron. Rooijakkers is iemand die er niet voor terug schrikt om een vuilnisbelt te beklimmen om te praten over cultuurhistorisch erfgoed (zie navol gend interview met hem). In zijn lezing op 9 oktober zal hij dieper ingaan op dilemma's tus sen selectie en archiefvorming, tussen onthou den en vergeten en tussen erfgoed en afval. Geheel in stijl wordt de lezing gehouden op een cultuurhistorische plaats van betekenis in deftig Den Haag. De ledenvergadering van de KVAN, een unieke voordracht en een afsluitende borrel: dit alles vormt het decor van deze hoogtijdag voor de Nederlandse archivaris. 48 Koninklijke Vereniging van Archivarissen in Nederland KVAN nieuws 'Dit is het nieuwe gezicht van de volkskunde!' Etnoloog prof.dr. Gerard Rooijakkers gebaart vanaf de heuveltop breed lachend om zich heen. Onder hem strekt zich een bizar landschap uit: de immense vuilnisbergen van de Regionale Afvalverwerking Zuid-Oost Brabant (Razob), maar dan met gras bedekt, getransformeerd tot onder meer een golfbaan en, met een nieuwe naam die trots op een bord prijkt bij de entree: 'Landgoed De Gulbergen. Landschap uit reststoffen'. Rooijakkers ziet er de ironie enorm van in. 'Vrolijk word ik daar van!', roept hij tegen de wind in. De 40-jarige hoogle raar etnologie aan de Universiteit van Amsterdam, tevens onderzoeker aan het Meertens Instituut (het roemruchte 'Het Bureau' uit de gelijknamige roman serie van J.J. Voskuil) ontvangt op 31 oktober de prestigieuze Prins Bernhard Cultuurfonds Prijs voor de Geesteswetenschappen, groot vijftig duizend euro. De reden: hij 'heeft de Nederlandse volkskunde een nieuw gezicht gegeven', aldus het juryrapport. En dit is wat de jury bedoelt, denkt Rooijakkers. Geen nauwgezette bestu dering meer van trompetterconcour- sen, oude volkdansen en taartbakwed strijden, maar een brede belangstelling voor wat Nederlanders herinneren en vergeten, voor de wijze waarop ze som mige voorwerpen, rituelen en verhalen uitroepen tot uniek erfgoed en andere tot afval. Voor de manier waarop het dagelijks leven op aller lei manieren wordt inge deeld in posi tieve en nega tieve categorieën. Dit hier, onder zijn voeten, is daarom zijn onderzoeksterrein: het is de grens tussen die twee werelden, die van de 'musealisering' en die van het grote vergeten. Achter Rooijakkers ligt de stortplaats waar de vrachtwagens ron kend af en aan rijden om hun lading te lossen, waar de stank van rottend vuil opstijgt en waar zwermen meeuwen, kraaien en spreeuwen opstijgen en neerdalen. Dit is het gebied waar bin nenkort elk spoor van de wegwerp maatschappij zal worden uitgewist. En vóór hem ligt het nieuwe recreatie gebied. Op glooiende, groene hellin gen, onder de hoogspanningsmasten, spelen ouderen in geblokte broeken hun spelletje golf (Rooijakkers: 'op hun eigen vuil'), er is een vijvertje aange legd met pittoreske knotwilgen ('horen hier helemaal niet thuis'), en verderop staat het clubhuis van de golfers ('Kijk, een landhuis in oud-Engelse stijl'). En dan te bedenken, benadrukt de volkskundige, dat het hier vroeger een godverlaten, vlak land was, een 'anti ruimte'. Hier lag in de 19de eeuw woes te heidegrond waar Vincent van Gogh nog authentieke herders met hun scha pen heeft geschilderd. Dat is waarom Rooijakkers hier is: dit gebied heeft door de jaren heen allerlei veranderingen ondergaan, het heeft 'een culturele biografie'. En wie die bio grafie schrijft, zoals een moderne etno loog als Rooijakkers, komt van alles te weten over hoe de Nederlanders met hun cultuurgoed omgaan. Dat is een volkomen andere manier van werken dan zijn voorgangers had den, vertelt Rooijakkers. De Neder landse institutionele volkskunde begon in de eerste helft van de 20ste eeuw bij RJ. Meertens (1899-1985), de naamgever van het beroemde insti tuut, tevens 'mijnheer Beerta' uit de boeken van Voskuil. Voor Meertens was de volkskunde vooral een weten schap die erop was gericht 'de volkscul tuur te verheerlijken'. Achtergrond daarvan was een breed gedragen gevoel dat allerlei gebruiken, tradities, verhalen, liederen en rituelen aan het verdwijnen waren door de modernisering en de opkomst van de grote stad. 'De onderzoekers zagen als hun taak te redden wat er te redden viel van de "authentieke" cultuur van boeren en vissers, door alles te beschrijven. Ze waren een soort dood bidders: waar ze verschenen, ging iets verloren. Het leverde het klassieke 49 Up Bureau Koninklijke Vereniging van Archivarissen in Nederland. Voor informatie over de KVAN, bestelling van publicaties, aanmel ding voor activiteiten en wijzigin gen in de ledenadministratie kunt u contact opnemen met het bureau. Kopij voor het Archievenblad, berichten voor deze rubriek en mutaties in de Almanak van het Nederlands Archiefwezen kunt aan het bureau van de KVAN doorgeven. Cruquiusweg 3 I 1019 AT Amsterdam Fax: (020) 462 77 28 E-mail: bureau@kvan.nl Internet: www.kvan.nl Postbank Bureaurekening: 84767 Op donderdag 9 oktober 2003 zal prof.dr. Gerard Rooijakkers een begin maken met wat een grootse en prestigieuze traditie moet worden: het uitspre ken van de Ketelaarlezing. Plaats van handeling is de Nieuwe of littéraire Sociëteit De Witte in Den Haag. De lezing wordt voorafgegaan door de najaarsledenvergadering van de KVAN. archievenblad september 2003 Door Henk van Renssen Volkscultuur is veel meer dan midwinter hoornblazen of verheerlijking van ritu elen. Het is een proces van bewaren en vergeten. Gerard Rooijakkers krijgt eind deze maand een prijs voor zijn onderzoek aan dit snijvlak tussen musealisering en afstoting. Op donderdag 31 oktober 2002 werden in De Nieuwe Kerk in Amsterdam de Prins Bernhard Cultuurfondsprijzen uitgereikt. Lees verder op pagina 51 september 2003 archievenblad

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Archievenblad | 2003 | | pagina 24