Intussen bij de (boven)buren. VAN FEITEN TOT KENNIS (vrij naar Freek de Jonge) F. de praktijk de toekomstige terugplaatsing. Najaar 2001 was het 'rondje rijk' voltooid. De bel voor de laatste ronde naar de over brenging luidde. De inventaris van de archieven van de ministeries voor Algemeene Oorlogvoering van het Koninkrijk (AOK) en van Algemene Zaken (AZ), Kabinet van de Minister- President (KMP) (1924)1942-1979(1989) die op 3 maart ten doop werd gehouden, is een getrouwe weerspiegeling van de tien jaar archiefwerk. De drie gedeelten uit de CAS-fase (periodebiokken en blok 'gedeponeerde archieven') zijn nog her kenbaar maar voeren inmiddels één aan sluitende bestanddeelnummering en paginering. Een vierde deel geeft de gebruikelijke inleiding: organisatie- en archiefgeschiedenis, bewerkingsverant- woording, toelichting op de openbaar heidsregeling en gebruiksaanwijzing, en verder drie indices op de beschrijvingen: op topografische namen, persoonsna men en namen van organisaties en instellingen. Vier knapperig afgebakken MAIS-broden, zeg maar. De twee periodebiokken van het eigenlijke KMP-archief zijn geordend vol gens een systematiek die ontleend is aan het registratuurplan dat in 1946 bij AOK werd ingevoerd en nog steeds functio neert, de 'gedeponeerde archieven' vol gens een eenvoudige ad-hoc ordening. Nieuw is echter dat in alle drie de hoofd onderdelen eerst en vooral een indeling is aangebracht naar de openbaarheidsre gimes: eerst de volledig openbare eenhe den, dan de voorwaardelijk openbare (waarvoor ondertekening van een verkla ring met de raadplegingsvoorwaarden vereist is), en ten slotte de niet-openbare. De indelingsrubrieken van de laatste twee groepen zijn daartoe van 'voorloop getallen' voorzien die de (automatische) sortering van rubrieken en bijbehorende eenheden mogelijk maakte. In het seg ment 'openbare bescheiden' wordt door middel van kopnoten verwezen naar de twee andere, zodat de gebruiker met enig bladeren toch een volledig overzicht krijgt. Bij de niet-openbare eenheden zijn steeds de duur en de wetsgrond van de openbaarheidsbeperking aangegeven. Weergave van de wetsgrond is onvermij delijk omdat de leden 3 tot en met 7 van AW95 naar gelang die wetsgronden bevoegdheden regelen voor, dan wel ont houden aan, de zorgdrager (na overbren ging), de minister van OCenW en/of de Ministerraad. Dat dwingt tot het zicht baar maken van de wetsgronden. AW95/1S/7 impliceert zelfs een 'WOB- cyste' binnen AW9S door de referentie aan het 'recht op informatie dat vooraf gaand aan overbrenging van toepassing was'. Dat recht werd toegemeten door de oorspronkelijke zorgdrager. Maar diens dagelijkse WOB-praktijk is niet bekend aan de eindbeheerder, zodat lid 7 blijven de betrokkenheid van de oorspronkelijke zorgdrager bij het overgebrachte archief meebrengt. Hoe gewrongen en omslach tig dat ook kan uitpakken, die conse quentie is in het proces-verbaal van 2 maart 2003 - alweer: voor het eerst - ver ankerd. En dan is er nog een vierde open baarheidsregime. Een klein deel van iede re deelinventaris wordt namelijk niet ter inzage gegeven, omdat de betreffende pagina's zijn aangemerkt als Stg. Zeer Geheim in de zin van de Aanwijzingen. Op de betrokken bescheiden rusten zonder uitzondering openbaarheidsbeperkingen ex AW95/15/l/b. De looptijd van deze beperkingen is net zo weergegeven als hiervoor is aangeduid, maar valt uit de aard der zaak eveneens onder de rubrice ring. Bij afloop van een openbaarheids beperking vervalt tevens de rubricering van de desbetreffende beschrijving. Die kan dan in de 'gewone' inventaris wor den toegevoegd, in de daarvoor gereser veerde, nu nog lege rubriek. Deze bijzon derheid is toegepast: - bij bescheiden waarop art. 15 iuncto 55 WIV 2002 van toepassing zijn, met inbegrip van de 'tijdelijke eenheden' voor de BVD-gerubriceerden waarvan de rubricering is gehandhaafd; - voor bescheiden betreffende de beveili ging van gebouwen en personen bij de rijksdienst in het algemeen en bij het ministerie van AZ in het bijzonder; - voor bescheiden voortvloeiende uit of rakende aan de eenheid van de Kroon en/of de ministeriële verantwoordelijk heid voor het Koninklijk Huis in staats rechtelijke zin, zulks naar gelang de wetgeving die geldig was in de tijd waaruit de bescheiden stammen. De geleding naar openbaarheidsregi me in archief en inventaris is ingegeven door beheersmatige overwegingen. Een sluitende bewaking van openbaarheids beperkingen maakt het, gezien het aantal eenheden dat onder openbaarheidsbe perking is gekomen, wenselijk om eenhe den onder eenzelfde regime ook fysiek bijeen te plaatsen in het depot. Ver gissingen of erger in het verkeer naar en van de studiezaal worden zo effectief uit gesloten. De verwachting dat de verkor ting van de overbrengingstermijn een aanzienlijke toename van eenheden onder openbaarheidsbeperking zal gene reren, in het bijzonder van beperkingen uit hoofde van staats- en/of bondgenoot schappelijke belangen, impliceert im mers toenemende aandacht en voorzie ningen voor de bewaking ervan - op straffe van inbreuken die aan het imago van de eindbeheerder ernstig afbreuk kunnen doen. Bijkomend voordeel is het zicht op de kwantitatieve verdeling van het archiefmetrage over de verschillende regimes. In het KMP-geval blijkt dan krap-aan 82 procent geheel openbaar, bijna 11 procent voorwaardelijk open baar, en 7,4 procent niet openbaar, waar van 3,9 verantwoord in de gerubriceerde inventarisgedeelten. '24/7' Zeker in het licht van de scrupules die bij AZ gedurende de tienjarige bewer king voelbaar waren, mag de overbren ging van 3 maart 2003 een 'monument van openbaarheid' heten: openbaarheid van bestuur en bescherming van staats- en bondgenootschappelijke belangen zijn tot een subtiel evenwicht gebracht, dat in zijn kwantitatieve uitkomst ieders ver wachting overtreft. En dat zonder één onvertogen woord. Dat de KMP-inventa- ris als eerste in Nederland in de laatste release van de internationale standaard Encoded Archival Description (EAD) '24/7' raadpleegbaar is via internet, is een pri meur die inmiddels gretig aftrek vindt. 18 informatiemanagement Eén van de dingen die 'bibliotheek' en 'archief' gemeen hebben is dat deze termen worden gebruikt om zowel de instelling, de collectie als het gebouw waar de instelling is gehuisvest aan te duiden. Bovendien is in beide gevallen de functie van de 'baas (m/v)' van de instelling ook nog eens afgeleid van de instelling. Daarvan ken ik niet veel meer voorbeelden. Maar daar wilde ik het deze keer niet over hebben. Wel over de invloed van de wis selwerking techniek <=t> differentiatie globalisering voor de beroepspraktijk van de informatieprofessional. In het beschavingsproces kunnen we drie ont wikkelingen onderscheiden: technologi- sering (toenemende technische beheer sing van natuurkrachten), differentiëring (toenemende maatschappelijke verschei denheid) en globalisering (uitbreiding van afhankelijkheidsnetwerken). Hoewel het beschavingsproces autonoom ver loopt, zijn de onderliggende ontwikke lingen niet onafhankelijk van elkaar, maar beïnvloeden ze elkaar. Meer tech niek maakt differentiatie mogelijk en dif ferentiatie vraagt weer om nieuwe tech nologie. Tegelijkertijd maken we ons steeds afhankelijker van de door ons gecreëerde techniek en gespecialiseerde instellingen en functies. De allereerste informatieprofessionals ontstonden in de Westerse wereld zo'n 5000 jaar geleden toen in Mesopotamië mensen de zorg op zich namen over de eerste kleitabletten, die door de informa tiewerkers waren gecreëerd. Daarbij kwa men meteen de contouren van het vak gebied in beeld. Hoe kon je de verschil lende tabletten uit elkaar houden, waar moest je ze bewaren, hoe moest je ze bewaren, wie mocht kennis nemen van de 'inhoud' enz. Uit die functionaliteit hebben zich in het differentiëringsproces instellingen als archief, bibliotheek en museum ontwikkeld, elk met eigen oplei dingen, eigen congressen en eigen (wetenschappelijke) tijdschriften. Dat differentiëringsproces heeft er vervolgens toe geleid dat er weer een variatie aan archieven, bibliotheken en musea is ont staan. Als ik mij beperk tot het archief dan vinden we in Nederland niet alleen verschillende beroepsverenigingen van archivarissen en verschillende tijdschrif ten, maar ook verschillende opleidings trajecten. De scheidslijn ligt voorname lijk tussen openbaar en bedrijfsarchief. De KVAN naast de NVBA, de SOD en de GO naast de Archiefschool. De nieuwe opleiding Documentatie informatiewe tenschap bij de Universiteit van Amster dam breekt met die differentiatie en richt zich op een geïntegreerde aanpak van informatie in de organisatie, ongeacht het type organisatie. Na de automatisering van processen was het vooral de digitalisering van de infor matie zelf, die de bewoners van de diverse ivoren torens verleidde om over de rand te kijken om te zien hoe men in de aan palende panden met deze problematiek omging. De aankondiging van een eerste miniseminar dat door de NVBA regio Midden Nederland in maart jl. werd geor ganiseerd, bood mij de mogelijkheid om een kijkje te nemen bij de 'buren' in het bedrijfsarchief om te zien wat daar als centrale thema's worden beschouwd. Dit eerste seminar had als titel: 'Bedrijfsarchivaris, recordmanager of informatiespecialist'. Deze eerste verken ning had vooral het karakter van een behoeftebepaling. Het doel van de gehele serie is het uitwisselen van kennis en ervaring over allerlei ontwikkelingen op het vakgebied. Voor de eerste bijeenkomst waren vier thema's geformuleerd: Ontwikkelingen Archieffuncties, Ontwikkelingen Vakge bied, Ontwikkelingen Organisatie en Ontwikkelingen Technologie. Uit prakti sche overwegingen werden ter plaatse de thema's Ontwikkelingen Vakgebied en Ontwikkelingen Technologie samenge voegd. Na afloop van de workshops die ongeveer drie kwartier in beslag namen, werden in een plenaire sessie de uitkom sten besproken. In het vorige nummer van het Archievenblad is op de NVBA- pagina's uitgebreid over de bijeenkomst gerapporteerd. Ik wil mij hier beperken tot mijn algemene indrukken. Allereerst, het was een bijzonder geani meerde bijeenkomst met een heel hoge participatiegraad van de deelnemers. De belangrijkste conclusie was misschien wel dat ook hier de functie van het archief steeds minder als een eindstation in een documentproces wordt gezien, maar dat de functie steeds meer opschuift naar de plaats waar informatie de organisatie bin nenkomt of gecreëerd wordt. Daarnaast is er een verschuiving van de aandacht voor documentsoorten naar aandacht voor de informatie zelf. Dit leidt weer tot samen werking met bijvoorbeeld bibliotheek- en documentatie-afdelingen en het ontstaan van nieuwe functies en nieuwe benamin gen voor bestaande functies zoals: kennis centrum, informatiemanager, document manager en kennismakelaar. Hierdoor wordt de functie van (bedrijfs)archivaris beleidsmatiger, fijnmaziger en strekt deze zich over meerdere terreinen uit. Het spreekt dan ook vanzelf dat dit nieuwe eisen stelt aan de vaardigheden en func tionele eisen van de archivaris, waarvoor (bij)scholing nodig is. Niet echt verrassend dus, maar wel heel begrijpelijk en zeker aanleiding om eens na te denken of de oude gescheiden tra jecten in de opleiding(en) nog wel zo gescheiden moeten blijven. P.S. Het opnieuw invullen van een acro niem is een manier om blijk te geven van een veranderde visie van een organisatie ten aanzien van de doelgroep. Zo presen teert de NVBA (vroeger: Nederlandse Vereniging van BedrijfsArchivarissen) zich nu als 'Vereniging van en voor perso nen werkzaam in het beheer van organi satie-eigen informatie' (www.nvba- info.nl) en noemt de NVB (vroeger: Nederlandse Vereniging van Bibliotheca rissen) zich thans 'Nederlandse Vere niging voor Beroepsbeoefenaren in de bibliotheek-, informatie- en kennissector' (www.nvb-online.nl). 19 Het brood gebakken Openbaarheid als ordeningsprincipe Bijzondere belangen, bijzondere voorzieningen 'Scheiding der beesten' Hein Jongbloed is projectleider bij het Nationaal Archief en eindbewerker van het KMP-archief. archievenblad juni 2003 Door Albert Boekhorst* Albert Boekhorst (albert.boekhorst@hum.uva.nl) is als informatiewetenschapper verbonden aan de Universiteit van Amsterdam, de Universiteit van Pretoria en de Archiefschool. juni 2003 archievenblad

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Archievenblad | 2003 | | pagina 9