van
Unitleider Inspectie/Acquisitie
Materieel Beheer
J.K. Ploos van Amstel
- Herhaalde oproep -
In Het Utrechts Archief kan iedereen onderzoek doen naar het
verleden van de provincie Utrecht, de steden, dorpen en hun
inwoners. En veel mensen doen dat: het archief wordt jaarlijks
zo'n 18.000 keer bezocht. Met ruim 15 km archiefmateriaal,
bijna een half miljoen kaarten, tekeningen, prenten en foto's en
ruim 70.000 boeken, kranten en tijdschriften fungeert Het
Utrechts Archief als de historische werkplaats van de provincie
Utrecht waar burger en overheid welkom zijn met hun histo
rische vragen. De expertise en het enthousiasme van ruim 70
medewerkers en een grote groep vrijwilligers staan borg voor
een goede dienstverlening. Binnen afzienbare tijd zal een
gedeelte van Het Utrechts Archief verhuizen naar het Museum
kwartier, waar het in de schaduw van de Dom het cultuur
historisch hart van de stad Utrecht hoopt te gaan versterken.
In verband met het vertrek van de huidige functionaris, zoeken wij met ingang van 1 mei 2003 een:
(36 uur per week)
Deze unit maakt samen met de units Inventarisatie Indicering en Beeldmateriaal Bibliotheek deel uit van de afdeling Beheer.
De taken van de unit zijn:
Inspectie van de archieven van de gemeente Utrecht.
Relatiebeheer betreffende de archieven van het provinciaal bestuur
en van rijksdiensten in de provincie Utrecht.
Acquisitie van particuliere archieven.
Gegevensbeheer aan de hand van het programma ABS/Archeion.
Restauratie/conservering, andere materiële verzorging en reproductie van archieven en collecties.
Depotbeheer.
De hoofdtaken van de unitleider liggen op het gebied van de inspectie en acquisitie. Naast deze taken geeft de unitleider
leiding aan de totale unit, die bestaat uit circa 10 medewerkers, onder wie een tweede inspecteur en enkele restauratoren.
Functie-eisen:
Diploma archivistielc B; Diploma archivistielc A en/of specialisatiecursussen strekken tot aanbeveling;
Ruime ervaring als inspecteur;
Ervaring in een leidinggevende functie;
Zakelijke en besluitvaardige instelling;
Vertrouwd met ICT.
Naast opleidings- en vaardigheidseisen werkt Het Utrechts Archief ook met gedragskenmerken.
Arbeidsvoorwaarden:
Het Utrechts Archief volgt de rechtspositie van de gemeente Utrecht.
Aanstelling geschiedt, afhankelijk van opleiding en ervaring, maximaal in salarisschaal 10, zijnde 3.449,= bruto
per maand op basis van een 36-urige werkweek. Uitloop naar salarisschaal 10A is t.z.t. mogelijk met een maximum
van 3.710,= per maand.
Inlichtingen:
Voor nadere informatie over deze functie kunt u contact opnemen met Arend Pietersma, hoofd afdeling beheer,
telefoonnummer 030 - 2866611.
Sollicitatie:
Uw sollicitatie kunt u binnen 10 dagen na verschijning van dit blad richten aan de directeur van Het Utrechts Archief,
de heer drs. J.T.J. Jamar, Alexander Numankade 199-201, 3572 KW Utrecht.
UTRECHTS
de archiefschat
'Omtrent de tekeningtjes der twee kerk
zichten ben ik te vreede als UWEd. dezel-
ven van mij gelieve te accepteeren; en te
betalen met uw hooggeschatte vriend
schap, en zoo ik daartoe iets bezit, mij in
de kunst en bij liefhebberen voort te hel
pen', aldus schreef Cornelis van Harden-
berg.
In 1793 en 1795 heeft deze Utrechtse
kunstenaar in opdracht van de Amster
damse koopman en verzamelaar Cornelis
Ploos van Amstel (1726-1798) de interieu-
ren van verschillende Utrechtse kerken
vastgelegd in waterverf. Het zijn kerken
waarin graven en wapenborden van de
familie Ploos van Amstel aanwezig waren.
In 1776 had Cornelis aan Aert Schouman
gevraagd de grafkapel in de Domkerk te
Utrecht vast te leggen. Dit kon slechts
schetsmatig, 'dewijl het Classes was van
de gebefte swartrokken, en zoo niet vrij
stont om daar een netten teekening van
te maken'. Dit lukte Cornelis van
Hardenberg wel. In prachtige aquarellen
geeft hij een momentopname van
de Domkerk, de Geertekerk en de
Mariakerk. Met gevoel voor ensce
nering tekent hij er personen in
die rondlopen, stoelen verzetten
en graven delven. Ze ademen de
sfeer van een zonnige doorde
weekse dag waarop onderhouds
werk wordt gepleegd. Het zijn
waarschijnlijk ook de laatste
opnamen geweest, voordat door
het uitroepen van de Bataafse
Republiek wapenborden en graf
tomben zijn weggehaald. Wat nu
nog rest zijn de aquarellen en in
de Domkerk de voormalige grafkapel van
de familie Ploos van Amstel met de hou
ten colonnade met daarin het familiewa
pen dat is omhangen met de keten van de
Orde van St.-Michiel.
In de brieven die de aquarellen begelei
den, beschrijft Van Hardenberg zijn eigen
fysieke ongemakken ('hevigen rhumati-
quen pijnen, koortzen zelf jigt, dat geluk
kig niet op de borst, maar ins de beene
ten laasten gevallen is, thans voele ik
slegts alleen bij noordelijke winden een
flauwe pijn, in de gewrigten'), schetst hij
wat hij in de kerk aantrof, verlucht met klei
ne tekeningetjes en vermeldt natuurlijk de
prijs van de tekeningen ('f 28.- de 2 tekg:').
Cornelis Ploos van Amstel had dus be
langstelling voor zijn familiegeschiede
nis. Hiermee was hij geen uitzondering.
In de loop der eeuwen zijn verschillende
genealogieën samengesteld. De eerste die
zich hiermee bezighield, is de Utrechter
Adriaen Ploos van Amstel (1585-1639),
heer van Tienhoven, 't Geyn, Jutphaes,
Oudegeyn, Lievendael enzovoorts en on
der meer geëligeerd lid van de provinciale
Staten en gecommitteerde ter vergadering
van de Staten Generaal. Hij raadpleegde
hiervoor zijn vriend, de beroemde
Utrechtse geschiedkundige Aernout van
Buchel. Adriaen wist Frederik Hendrik
met vele bewijsstukken te overtuigen dat
de familie Ploos van adellijke oorsprong
was en bloedverwant met het geslacht
Van Amstel van Mijnden. De erkenning
vond plaats in 1636, waarna Adriaen de
volle achternaam Ploos van Amstel is
gaan voeren. De genealogie van de fami
lie heeft door deze erkenning in de be
langstelling gestaan. Daarbij speelde ook
de dominante positie die Adriaen heeft
bekleed in de eerste helft van de zeven
tiende eeuw. Als vertrouweling van
Maurits en Frederik Hendrik, als rechter
van instructie en rechter bij de veroorde
ling van Johan van Oldenbarnevelt, Hugo
de Groot, Ledenberg en Hogerbeets, en
als wendbaar politicus.
Er ontstond in de eeuwen die volgden
een warwinkel van afstammingen. Mijn
vader wilde hier helderheid in brengen.
Zijn onderzoek heeft geresulteerd in ver
schillende publicaties en een familiear
chief dat vele meters telt. De tekeningen
en brieven van Cornelis van Hardenberg
aan Cornelis Ploos van Amstel maken
deel uit van het familieboek (nu in bruik
leen bij het Rijksmuseum) en brengen de
Utrechtse en Amsterdamse perioden van
de familie samen. Adriaen en zijn familie
zijn illustratief voor de zeventiende eeuw,
Cornelis en zijn familie voor de achttien
de eeuw. Hun geschiedenis vormt een
belangrijk deel van het archief.
In 1639 schreef Willem de Groot aan zijn
broer Hugo: 'Dit mag ik echter niet verge
ten. Gisteren, de 22ste maart is Ploos uit
de levenden heengegaan, eens Uw rech
ter, dien het voldoende was Uw bevrijding
uit Loevesteijn de volle achttien jaren te
overleven; zelf herinnerde hij zich dat
bloedige proces niet meer en de anderen
wenste hij, voorzover zij zich nog iets
daarvan herinneren, met Themisto-
cles de kunst van het vergeten toe'.
Ruim een eeuw na het overlijden
van Adriaen, in 1774, zou Jacob
Ploos, broer van Cornelis, in een
redevoering voor het Amsterdamse
genootschap Concordia et Libertate
een voorstel doen om Slot Loeve-
stein, 'het beruchte Staatsgevangen
huis', met de grond gelijk te maken
en een mausoleum op te richten
voor Hugo de Groot, die 'deezen plas
wierdt overgebragt na eene ongeoor-
looffde gevangenneeming, kwaade
behandeling en nog onwettiger ver
oordeling van vooringenomen Rechters,
onder welke naamen de Naneef met leed
wezen en geduurig blozen die zijns
Stamvaders somtijds zijnes ondanks lezen
moet'. Het zou bij plannen blijven.
De brieven van Cornelis van Hardenberg
zijn mijn archiefschat waarin twee eeu
wen, twee familieculturen elkaar ontmoe
ten. Zij zijn een embleem voor het fami
lie- en cultuurhistorische archief dat mijn
vader heeft opgebouwd.
De archiefschat
4
tÉ>A
J.K. Ploos van Amstel is beheerder van het familiear
chief. Zijn archiefschat bevindt zich in het Rijksmuseum
te Amsterdam.
juni 2003
archievenblad