Gedigitaliseerd erfgoed voorbreed publiek en onderwijs
Het Geheugen van Nederland
o
webzijdelings
webzijdelings
De Koninklijke Bibliotheek werkt in het
nationale programma Het Geheugen van
Nederland nauw samen met erfgoedin
stellingen uit verschillende sectoren.
Gezamenlijk streven wij ernaar om grote
hoeveelheden interessant cultureel en
historisch materiaal op internet te bren
gen. De laatste jaren zie je meer en meer
dat instellingen - de grotere gemeentear
chieven zijn daar een voorbeeld van -
omvangrijke delen van hun collecties
digitaal toegankelijk maken en presente
ren, zonder dat dit materiaal uitgebreid
geselecteerd of ontsloten is. Hiermee
krijgt de bezoeker de gelegenheid om zelf
keuzen te maken uit de enorme hoeveel
heid objecten die in de loop der jaren
waardevol genoeg zijn bevonden om
bewaard te worden. Mensen kunnen er
voor hun privé-belangstelling of hun
onderzoek mee doen wat hun goed
dunkt. Het brengt ons erfgoed daar waar
het hoort: bij iedereen die er belangstel
ling voor heeft.
Het Geheugen van Nederland is geënt op
een Amerikaans initiatief: American
Memory. In deze website publiceert de
Library of Congress in Washington sinds
ruim acht jaar haar gedigitaliseerde col
lecties op internet. De Library of
Congress bezit niet alleen boeken, maar
ook archieven, beeld- en filmverzamelin
gen en collecties gesproken woord. Het
interessante eraan is dat op deze websites
niet alleen in de afzonderlijke collecties
gezocht kan worden, maar ook door de
totale hoeveelheid digitaal materiaal. In
Nederland is iets vergelijkbaars alleen te
bereiken door met een groot aantal in
stellingen samen te werken. De
Koninklijke Bibliotheek heeft hier in
2000 het initiatief toe genomen en het
ministerie van OCenW heeft dit initiatief
ondersteund met een subsidie van ruim
7 miljoen euro. Het Geheugen van Ne
derland afficheert zich nadrukkelijk als
een samenwerkingsprogramma voor de
gehele sector van het culturele erfgoed:
musea, archieven, bibliotheken, monu
menten en archeologie. De eerste fase
van het programma loopt tot eind 2003.
De collecties blijven zeker tot 2008 digi
taal beschikbaar, maar een website waar
aan niets meer wordt toegevoegd is
gedoemd een marginale rol te vervullen.
De Koninklijke Bibliotheek spant zich in
om de financiële basis voor het vervolg te
realiseren.
Voor wie?
Uiteraard kan iedereen die op internet
surft een bezoek brengen aan de website
van Het Geheugen: de toegang is gratis,
niemand wordt verplicht geregistreerd.
Er zijn twee doelgroepen: het brede, geïn
teresseerde publiek en het voortgezet
onderwijs. We richten ons op de bezoe
ker die al geïnteresseerd is in geschiede
nis en cultuur. Dat kan een amateurhis
toricus, een leraar, een wetenschappelijk
onderzoeker, maar ook een toevallig
geïnteresseerde zijn. In de website staat
beeld centraal. Dat geldt zowel voor het
bronnenmateriaal als voor de beschrij
vingen en de toelichtende teksten. De
kwaliteit zit in de keuze van de instellin
gen, van de collecties en van de digitale
afbeeldingen zelf.
Het aantal onderwerpen in Het Geheugen
is legio. Hoewel er enkele collecties the
matisch zijn samengesteld, is dat geen
uitgangspunt. Integendeel. Het gaat er in
de eerste plaats om grote hoeveelheden
analoog materiaal digitaal te maken en
dat aan de gebruiker te presenteren. Al
het gedigitaliseerd materiaal valt binnen
het domein 'geschiedenis en cultuur'. Het
thema 'mens en omgeving' is een van de
weinige selectiecriteria. Er is bewust voor
gekozen om de grenzen niet té precies te
omschrijven. Al het bronnenmateriaal
dat uit cultuur-historisch oogpunt inte
ressant wordt gevonden en dat in de loop
der tijden is verzameld, kan worden opge
nomen. Selectie aan de bron is vanwege
de omvang niet te vermijden, maar wordt
zo beperkt mogelijk gehouden. Daar waar
we verwachten dat het publiek nauwe
lijks meer onderscheid kan maken tussen
de verschillende vormen van één voor
werp, zoals een verzameling vuistbijlen
die slechts op detail van elkaar afwijken,
maken we keuzen. In veel gevallen is het
sneller en goedkoper om niet eerst alle
objecten uitgebreid te bestuderen, maar
ze simpelweg achter elkaar te scannen.
Zeker waar er al beschrijvingen van alle
objecten aanwezig zijn.
Welke collecties?
Beeldend, interessant voor een breed
publiek, hoge en lage cultuur, diversiteit
van onderwerpen en materialen: dat zijn
de uitgangspunten voor Het Geheugen.
De energie en het geld worden primair
besteed aan het uitbreiden van de con
tent, niet aan het maken van context,
althans niet in deze fase. Context en ana
lyse zijn interessant en belangrijk, maar
gebruikers kan ook wat anders worden
geboden. In de magazijnen ronddwalen,
objecten bekijken waarvan ze het
bestaan niet eens vermoedden, naar
eigen inzicht en behoefte grasduinen in
het beeldmateriaal. Welke gebruiker wil
dat nu niet? En dan nog uit verschillende
collecties bij elkaar, én 24 uur per dag
beschikbaar op je eigen pc. Zelf de ver
banden leggen tussen Molukse foto's
(Moluks Historisch Museum) en filmma
teriaal over nieuwkomers (Nederlands
Instituut voor Beeld en Geluid), beelden
over de arbeidersbeweging (IISG) en
foto's uit het archief van de machinefa
briek Stork (Historisch Centrum
Overijssel), zeventiende-eeuwse schilde
rijen uit het Mauritshuis en uit het
Rijksmuseum, straatliederen (Meertens
Instituut/KB) en theaterliederen (Theater
Instituut Nederland). In het kadertje bij
dit artikel vindt u de opsomming van
instellingen waar een project loopt. In
samenwerking met Metamorfoze, het
nationale programma bij de KB voor con
servering van bibliotheekmaterialen,
worden ook hoogtepunten uit Iiterair-
historische collecties toegevoegd.
Een sterke kant van Het Geheugen is dat
er door de grote diversiteit aan onderwer
pen, aan meewerkende instellingen en
aan materiaaltypen bij het zoeken onver
wachte dwarsverbanden kunnen worden
gevonden. Dat onverwachte leidt tot ver
rassingen, nieuwsgierigheid en nieuwe
inzichten.
In de eerste ronden heeft de Koninklijke
Bibliotheek in overleg met haar advies
raad een aantal intellingen gevraagd mee
te doen aan het programma. Criteria
hierbij waren de diversiteit van materia
len (bewegend en stilstaand beeld, geluid
en tekst), de spreiding van onderwerpen,
de aansluiting van de inhoud bij het exa
menprogramma geschiedenis, de moge
lijkheid van een instelling om een pro
ject organisatorisch en financieel op
korte termijn in te passen - 30 procent
van de kosten wordt door de participant
zelf bijgedragen - en in een enkel geval
de strategische positie. In een later stadi
um hebben ook instellingen zelf zich
aangemeld. Tijdens een voortraject
wordt met een instelling een zeer zorg
vuldig projectplan gemaakt en een gede
tailleerde begroting. Wij willen de kennis
die de KB over het digitaliseringsproces
heeft verworven, graag doorgeven aan
anderen, maar tevens onze kennis,
samen met die instellingen, verder uit
breiden. Hierdoor ontstaat een toene-
nancierd. In die gevallen worden alleen
minimale beschrijvingen gemaakt, die
nodig zijn voor het kunnen zoeken op
internet. Metadata ten behoeve van col
lectiebeheer worden niet meegenomen.
Beschrijvingen en metadata worden cen
traal opgeslagen en gepresenteerd. Ook
de instelling zelf krijgt de images om die
in haar eigen omgeving en voor haar
eigen doelen te gebruiken. Ze kunnen
echter ook een link aanbrengen naar hun
specifieke subsite binnen Het Geheugen
of vanuit het eigen zoekinterface de digi
tale objecten uit de eigen collectie vin
den. De laatste fase van een project is de
financiële afrekening en evaluatie.
-
ïtf
"V"
mend inzicht in kosten, proces, moge
lijkheden en onmogelijkheden. Die
informatie wordt vastgelegd in richtlij
nen die op de website beschikbaar zijn.
Het gaat daarbij om procesinformatie
(hoe pak je een digitaliseringsproject aan,
op welke manier kun je de kwaliteit
waarborgen?) en technische informatie
(formaten, naamgeving, bitrates).
De participant is verantwoordelijk voor
het uitvoeren van het project. Het scan
nen wordt over het algemeen uitbesteed.
Als de instelling geen of onvoldoende
metadata beschikbaar heeft, wordt het
maken daarvan in het project meegefi-
Voor de toegang wordt gebruik gemaakt
van beschrijvingen die op de instelling
aanwezig zijn. In de praktijk blijkt echter
dat juist van het materiaal dat voor Het
Geheugen zo interessant is - namelijk
niet alleen de topstukken - de metadata
nogal eens ontbreken. Voor een digitale
beschikbaarstelling van bronnen is het
noodzakelijk dat objecten beschreven
zijn op objectniveau. Een beschrijving
van een brievencollectie als geheel is
voor een archief normaal gesproken vol
doende, maar niet als je de gebruiker zo
snel en direct mogelijk bij die ene brief of
die ene afbeelding op internet wilt bren-
IR
15
sswiSsafsS;
Paul Doorenbosch*
Het Geheugen van Nederland biedt u de
gelegenheid om van achter uw eigen pc van
onze geschiedenis en cultuur te genieten.
Het Geheugen is het landelijke programma
om ons cultureel erfgoed digitaal te maken
en op internet te publiceren. De doelgroe
pen zijn het brede publiek en het voortge
zet onderwijs. Het programma beperkt zich
niet tot één sector, maar digitaliseert bron
nen uit musea, archieven, bibliotheken en
andere erfgoedinstellingen. Het gaat over
stilstaand en bewegend beeld, audio en
tekst. Het doorzoeken van verschillende col
lecties in één actie biedt nieuwe mogelijk
heden voor onderzoek en vermaak. Juist
collecties die erg interessant zijn, maar nau
welijks - en zeker niet in hun volle omvang
- aan het publiek getoond worden, komen
hiermee in de openbaarheid. Leerlingen van
nu zijn de gebruikers van morgen. Het
onderwijs wil graag digitaal lesmateriaal én
het is belangrijk om jongeren vroeg met
hun verleden in contact te brengen. Het
Geheugen van Nederland maakt op een
aantal collecties educatieve toepassingen,
die ook voor bezoekers van buiten het
voortgezet onderwijs interessant zijn.
Het programma
Mata Hari,
de Indische danseres.
Foto Centraal Bureau voor Genealogie, Den Haag.
De inhoud
De werkwijze
-Runarite,
--rjWi.'
Fortificatie rond Bergen op Zoom circa 1900. Foto Rijksdienst voor de Monumentenzorg, Zeist.
Wie, wat, waar, wanneer?
archievenblad
april 2003
april 2003
archievenblad