m. van Dan van dm Broek ksl Streekarchief Land van Heusden en Altena Ijjwj Archief inspecteur (36 uur) m/v Het Streekarchief Land van Heusden en Altena is een samenwerkingsverband van de gemeenten Aalburg, Heusden, Werkendam en Woudrichem en het waterschap Hoogheemraadschap Alm en Biesbosch. De regio telt circa 100.000 inwoners. Het streekarchief beheert ongeveer 2,5 km. archief en is centraal gevestigd in de vesting Heusden. Een nieuwe huisvesting is in voorbereiding. De regio heeft een rijke historie en kent een aantal actieve historische verenigingen. In verband met de effectuering van het bedrijfsplan wordt de personeelsformatie uitgebreid met een Als archiefinspecteur houdt u toezicht op het beheer van de nog niet naar de openbare archiefbewaar plaats overgebrachte archieven van de aan het Streekarchief deelnemende gemeenten en het water schap. U rapporteert en adviseert, in- en extern, over archief- en informatiebeheer, nr.n. over vernietiging, overbrenging, uitlening en vervreemding van archiefbescheiden. U adviseert de deelnemers ten aanzien van de voorbereiding van overbrenging van de archieven in een goede en geordende staat. Voorts wordt u ingezet in het kader van verschillende wettelijke eisen ten aanzien van beveiliging en bescherming van de niet overgebrachte archieven. U bent voorzitter van het overleg archiefbeheerders. U maakt beleid op het gebied van informatiebeheer, vooral met betrekking tot het beheer van machine leesbare gegevensbestanden (MLG's) en de selectie en vernietiging ervan. U werkt mee aan het verder automatiseren van toegangen in allerlei vorm voor raadpleging intern en op de internetsite. U bent sys teembeheerder van de geautomatiseerde bestanden van het Streekarchief. U bent inzetbaar binnen de andere werkvelden van de dienst zoals externe dienstverlening (bij toerbeurt) in verband met een nog in te voeren avondopenstelling. Tijdelijk wordt u ook belast met postinschrijving en dossiervorming en -ordening van de administratie van het Streekarchief. U bent in het bezit van de diploma's Archivistiek B (Middelbaar Archiefambtenaar) of een verge lijkbare opleiding en SOD I en II. Aanvullende opleidingen op het vlak van automatisering strekken tot aanbeveling. U bent goed ingewijd in administratieve werk processen en heeft een ruime ervaring met moderne archiefvorming en -verzorging. U heeft aantoonbare kennis en ervaring met geautomatiseerde gegevensverwerking. U heeft affiniteit met het openbaar bestuur. U heeft belangstelling voor lokale en regionale geschiedenis. Voorts beschikt u over goede contactuele eigen schappen en het vermogen u mondeling en schriftelijk goed uit te drukken. U kunt zelfstandig werken, stimuleren en enthou siasmeren. U bent daarnaast sociaal, loyaal, collegiaal en ambitieus en beschikt over het vermogen tot overtuigen. Vanwege de beperkte mogelijkheden van het open baar vervoer in de regio is het bezit van een auto noodzakelijk. Een assessment kan deel uitmaken van de benoemingsprocedure. Afhankelijk van leeftijd, opleiding en ervaring bie den wij een salaris van maximaal 3102,- bruto per maand (schaal 9). Voorts bieden wij goede secundaire arbeidsvoorwaarden en zijn de rechtspositieregelingen van de gemeente Aalburg (zetelgemeente) van over eenkomstige toepassing. Voor nadere informatie kunt u contact opnemen met de streekarchivaris, de heer T.T.A.B.M. van der Aalst, telefoon 0416-661901 of per e-mail t.vdaalst@inter.nl.net. Sollicitaties binnen twee weken na het verschijnen van deze advertentie te richten aan: Het Dagelijks Bestuur van het Streekarchief Land van Heusden en Altena, Postbus 79, 5256 ZH HEUSDEN. de archiefschat In 1590 kreeg de hertog van Parma van Philips II het bevel om al zijn strijd krachten in te zetten ter ondersteuning van de Franse katholieken tegen de pro testantse koning Hendrik IV. Daardoor kregen de opstandige gewesten in de Lage Landen een prachtige gelegenheid om de krijgskansen in een voor hen gun stige richting om te buigen. Er was aan Staatse zijde wel veel onenigheid: de Hollanders wilden vooral Geertruiden- berg aanpakken, de Friezen kozen voor de verovering van Groningen of Steen- wijk en de Geldersen wilden dat het Staatse leger eerst en vooral de IJssellinie veilig zou stellen. Uiteindelijk koos men voor het laatste plan. Maurits verscheen op 25 mei 1591 voor Zutphen en enkele dagen later werd de stad met succes opgeëist. Veel minder vlot ging het even later bij Deventer. Er was een zwaar bombardement nodig om de bezetting tot overgave te dwingen (10 juni 1591). Omdat de Brusselse regering hem niet de benodigde middelen gaf, had de Spaanse stadhouder van de noord-oostelijke Nederlanden, Verdugo, eigenlijk hele maal geen zin meer gehad om zich nog voor de verdediging van zijn gouverne ment in te zetten. Desondanks was hij, op uitdrukkelijk bevel van Parma en gedreven door zijn krijgsmanseer, toch weer naar het noorden gegaan. In de ves ting Coevorden wachtte hij na de val van Deventer op de verdere stappen van de vijand. Het was mogelijk dat die naar Steenwijk zou trekken, maar in Groningen was men ervan overtuigd dat Maurits nu meteen die stad, het belang rijkste Spaanse bolwerk 'beoosten Rijn', zou gaan aanpakken. Het was in het noorden al een erg ner veus voorjaar geweest: er waren herhaal delijk aanwijzingen geweest dat de vij and iets in zijn schild voerde. Staatse schepen voeren af en aan naar hun ves ting Oterdum, die op een kilometer of vijf ten oosten van Delfzijl aan de Eems lag en al zo'n acht jaar lang een luis in de pels van het koningsgezinde Groningen was. Men wist niet precies wat er aan de hand was en dat gaf aanlei ding tot de meest uiteenlopende specu laties. Dat ook Delfzijl gevaar liep was echter wel duidelijk. Er lag daar een door Stad en Lande betaald garnizoen dat sinds een half jaar onder bevel stond van de Groninger Hilbrand Engelberts. Verdugo had geen hoge pet op van de betrouwbaarheid van deze soldaten. Omdat Delfzijl van grote betekenis was voor de bevoorrading van de stad Groningen werd alles gedaan om de ves ting te behouden. In mei 1591 was de bezetting nog aangevuld met een deel van het vendel van Tjaart van Heerma, een katholieke Fries die in 1580 naar Groningen was gevlucht. Uiteindelijk lagen er zo'n 200 soldaten in de vesting waarvan de bolwerken met hulp van boeren uit de omgeving in continu- arbeid werden versterkt. Kort na de val van Deventer bleek de vrees van de Groningers gegrond: Maurits kwam inderdaad naar het noor den en verscheen op 20 juni voor de stad. Tot een echte belegering kwam het niet. Enkele dagen later splitste hij zijn leger: een deel vertrok per schip zee waarts, een ander deel trok over land in zuidwestelijke richting en een derde afdeling nestelde zich in Slochteren, waar Willem-Lodewijk in hoogst eigen persoon aanwezig was. Op 30 juni ver scheen een grote strijdmacht voor Delfzijl. De beide bevelhebbers stuurden meteen een angstige brief naar de autori teiten in Groningen om op ontzet aan te dringen. Ze deelden mee dat ze zelf wel van goede moed waren maar dat de stemming onder de soldaten weinig goeds voorspelde. Op 1 juli lukt het de hoplieden om nog een laatste brief uit de belegerde vesting te smokkelen. Uit de vouwsporen die na ruim vier eeuwen nog steeds zichtbaar zijn blijkt dat de brief tot een smalle strook opgevouwen is geweest en vervolgens stijf is opgerold. De tekst weerspiegelt de nerveuze span ning die in de benauwde veste moet hebben geheerst (zie kader). Daags daarna viel de vesting Delfzijl zonder slag of stoot in handen van de Staatsen. r Gebiedende heirn. So wij jongstleden des vijants ankumpste geschreven, nicht twij- vellende off die hoochwijsen hem hebben unses schrijvents empfangen, schrijven unde geven darmit nochmaels die hooch wijsen heem tho erkennen dat den vijant mit sijn ganze macht, mit ruiter, knechten und schepen, gelijck nicht ein stichter for ste oder heer, sondern als ein koninck uns hefft umbzijngelt und so sehr benouwet, dat die uuterste noot eisschet uns in der ile tho entsetten. Wiewoll wij wiser parsone guides modes sint, idoch befmt sick allerhande inconve- nienten under die gemeijne soldaeten, also dat men dusse schanze tho dienst Zijne Maijtt, Stad und Lande langer gedencket tho holden, moot in dat succours gans und gaer gene versumenisse gescheen. Wij willen uns hernamels geëxcusiert hebben dat wij die heern hijraff nicht hebben vor- adverteert und gewarschouwtt. Des vij ants geschutte, des sehr vele, is al geplan- tet. Vortrouwen darmit gans vastichlijc- ken die heren weerden hijrin nicht suimig wesen, want die uuterste nootsoickes doet erfordren. Benevenst empfeling gottlijcker almacht, datum ilig Delffijll, den 1 julij anno 1591. U Ed. Gestr. Ernvest. Erb. unde [Foorsichtigengehoersamen unde underdanigen diener, Tjaerdt van Heerma, Hilb. Enghelbers. Links onder staan nog in een andere hand de klassieke woorden periculum est in mom (er is gevaar bij uitstel). De archiefschat i z 0 r -?r^~, hry- v.. 7- U. ,U._ .v.- i WJsuU--, Ui. Sjv /■fayH £j~~'W- Nd *s~ 9'—- ,\SJ.j-frUa V-.«t y.1. -^v jij. wJ M»»—t &-/ yV..VA-» -&• tv}s4~ L I -J/ Jan van den Broek is als stadshistoricus werkzaam bij de Groninger Archieven. De brief is bij de Groninger Archieven bekend onder nummer Rvr 1463.140. maart 2003 archievenblad

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Archievenblad | 2003 | | pagina 1