c e n s i e s
ignalementen
Zonder muziek is
het leven onnodig
Imiriëtte Bosmans
R95-1952]
fen biografie
leien Metzelaar
Helen Metzelaar, Zonder muziek is het leven onnodig.
Henriëtte Bosmans [1895-1952], een biografie.
38 I
literatuur
39
Walburg Pers, Zutphen, 2002
ISBN 90-5730-221-7, 288 blz., 22,50
Niet vaak heb ik een biograaf zo op
afstand zien blijven van de geportret
teerde in een levensbeschrijving die toch
zo gedetailleerd uitpakt. Zelden ook een
biografie gelezen waarin de historische
en culturele achtergrond zo'n kleine rol
lijkt te spelen - terwijl diezelfde achter
grond toch voortdurend door de be
schrijving van de persoonlijke levens
loop heen schemert.
Henriëtte Bosmans (1895-1952) was een
van de markantste figuren uit het
Nederlandse muziekleven van de eerste
helft van de vorige eeuw. Veel gespeeld
componist, veel gevraagd pianist,
muziekpublicist en promotor van eigen
tijdse Nederlandse muziek en musici, ook
in het buitenland. Bevriend met zulke
markante persoonlijkheden als Willem
Pijper, Matthijs Vermeulen, de Engelse
componist Benjamin Britten en de
Franse zangeres Noëmie Perugia. Tegelijk
een weinig op de voorgrond tredende,
van geldingsdrang gespeende vrouw.
Geen belangrijke functies in het muziek
leven bekleed, het tegendeel van een
streber, en niet te betrappen op een
behoefte om over alles en iedereen een
mening te verkondigen (voorbeelden
van Nederlandse componisten te over
die op dit punt hoog scoren, tenslotte).
Haar leven speelde zich, wat een con
trast, af in een van de meest onthutsende
tijdsgewrichten van de wereldgeschiede
nis én in de geschiedenis van de westerse
muziek, waar door veel toonaangevende
componisten alle oude waarden over
boord leken te zijn gezet en de experi-
menteerlust geen grenzen kende.
Musicoloog Helen Metzelaar heeft in
Zonder muziek is het leven onnodig
(getiteld naar een wat zonderlinge, maar
in de context begrijpelijke uitspraak van
Bosmans) zaken als historische achter
gronden en cultureel leven grotendeels
onbesproken gelaten. Zij concentreert
zich op een kale, afstandelijke beschrij
ving van Bosmans' persoonlijke leven, in
een consequent volgehouden chronolo
gie die alleen wordt onderbroken door
korte thematische uitstapjes. Doel
bewust, getuige haar voorwoord bij deze
grote, boeiende biografie. Laat het feiten
materiaal voor zichzelf spreken en dring
je niet tussen je onderwerp en de lezer,
lijkt haar parool. Aan interpreteren doet
zij vrijwel niet, zelfs een bespreking van
Bosmans' muziek wordt nauwelijks een
plaats gegund. Dat is wel eens jammer,
en het leidt ook geregeld tot een wat
onbevredigd gevoel, waar je wat meer
betrokkenheid of zelfs passie verwacht,
of waar je als lezer juist gediend zou zijn
met wat meer achtergrondinformatie.
Alleen als de bezetting een vreselijk feit is
geworden verwijdt de blik die Metzelaar
ons biedt enigszins, maar dat is dan ook
onontkoombaar. Metzelaar moet van de
vooronderstelling zijn uitgegaan dat wie
deze biografie leest over voldoende his
torische kennis en verdere achtergrond
informatie zal kunnen beschikken. En zij
zal het met bronnenmateriaal hebben
moeten doen dat vooral dit te bieden zal
hebben gehad: hoe leefde Bosmans, wat
schreef, wat studeerde zij, wanneer trad
zij op, voor wie en met wie, wat vonden
de recensenten en collega's ervan, hoe
stond het met de uitgaven van haar
werk? Veel minder duidelijk wordt wat
Bosmans er eigenlijk zelf van vond. Van
haar persoonlijke relaties, maar ook van
ontwikkelingen en personen in de
muziekwereld. Metzelaar noemt Bos
mans' moeder Sara Benedicts, beroemd
pianist en pianodocent, ook van haar
eigen dochter, een dominante vrouw.
Henriëtte Bosmans laat zich hierover
echter amper uit (met uitzondering van
de laatste levensjaren van haar moeder,
maar die is dan doodziek en zeer hulpbe
hoevend), zoals ook de feiten in de
biografie nauwelijks aanleiding geven tot
deze conclusie. En wat had Bosmans
bijvoorbeeld zelf op met een tot op de
dag van vandaag omstreden compositie
methode als de twaalftoonsmuziek? We
lezen dat zij samen met haar aanstaande
echtgenoot, de violist Francis Koene - hij
zou nog vóór het tot een huwelijk kwam
op jonge leeftijd overlijden - het
Kammerkonzert van Alban Berg de eerste
uitvoering in Nederland gaf (1934); wat
zij zelf van deze muziek vond, blijft in
duister gehuld. Op een enkel persoonlijk
oordeel, een zienswijze of een harts
tochtelijk pro of contra na krijgen we het
achterste van Bosmans' tong niet te zien.
De grote muzikale controverses en revo
luties van haar tijd blijven onaangeroerd.
Het tekent misschien niet alleen de per
soon, maar ook de muzikant Bosmans.
Zij volgde haar innerlijke drang en had
geen duidelijke behoefte anderen met
haar zienswijzen om de oren te slaan,
laat staan om te theoretiseren.
De persoonlijke levensweg mag dan aan
de oppervlakte de rode draad vormen -
wat een zekere beperking kan opleveren
- de veelheid aan personen, gebeur
tenissen etc. die onderweg, vaak bijna
terloops, voorbij komen geeft de bio
grafie een levendig, mozaiek-achtig
karakter en zorgt voor interessante
doorkijkjes. In de biografie figureren
nogal wat grote musici, die door een
enkel detail voor even alle aandacht
opeisen. Grieg, de grote Noorse compo
nist, vriend van haar vader, de grote cel
list Henri Bosmans, reageert ontstellend
nuchter op diens vroege overlijden als
gevolg van tuberculose: 'Arme Bosmans!
Of gelukkige Bosmans! Het is maar hoe je
het bekijkt.' Matthijs Vermeulen, altijd
goed voor een snijdend commentaar,
sabelt Brittens pianoconcert neer ('...is
van het grofste, haastigste, vulgairste
maaksel... Wanneer Britten uit eigen
beweging niet in staat is tot zelfcritiek,
controle en geweten, dan moeten wij er
hem toe dwingen.'Ja, ja!) Onvermijdelijk
komen ook reacties van mannelijke
vakgenoten op het ongewone fenomeen
'componerende vrouw' aan bod. Voor
1 archievenblad maart 2003
het overige volledig voorbijgaand aan de
raadsels hieromtrent (waarom zo weinig
vrouwelijke componisten?) dist Metze
laar ons wat (on)smakelijke oordelen op.
Jan de Nobel noemt Bosmans prijzend
'een gelukkige profetes'; De Maasbode zet
haar ergens laatdunkend weg met
'Mentaal hoort ze thuis bij d'Amster-
damsche jofferen,
Bosmans was niet het type van de
wereldhervormer, de hemelbestormer of
de superstar. Zij leefde een weinig
opzienbarend kunstenaarsleven, hoewel
zij met de muzikale groten der aarde in
nauw contact stond. Zij leefde voor haar
kunst en voor een kleine kring familie en
vrienden, en liet zich zelden verleiden
tot activiteiten die niet met actief muziek
maken van doen hadden. Componeren
kwam op de eerste plaats, optreden deed
zij graag - maar je kunt je niet aan de
indruk onttrekken dat dat nu eenmaal
ook nodig was om van te leven - en dan
was er ook nog, aan het eind van haar
leven, de drang om in woord en geschrift
over muziek en muzikanten te commu
niceren. Maar het was muziek, muziek en
nog eens muziek. Zeldzaam zijn dan ook
de plaatsen in haar biografie waar zij
contact heeft met niet-musici. Koningin
Juliana die geestdriftig reageert na een
concert, waarna Bosmans in de pauze
aan haar wordt voorgesteld (1951), een
feestje bij de schilder Kees van Dongen in
Parijs. De actrice en voordrachtskunste
naar Charlotte Kohier vormt wat dat
betreft een uitzondering, maar ook daar
is het uiteindelijk de muziek die beiden
bindt.
Bosmans kan in haar muziek net zo
kameleontisch van kleur verschieten,
tussen Midden-Europese laatromantiek
en Zuid-Europees impressionisme, als
tijdgenoten Diepenbrock en Pijper, om er
maar enkelen te noemen, dat konden,
maar was tegelijkertijd veel minder cere
braal dan deze laatste, en ook veel min
der woest en vulkanisch dan een
Matthijs Vermeulen, die aanvankelijk
weinig mild over haar muziek oordeelde,
maar later een groot pleitbezorger werd.
Bosmans wil niet choqueren, heeft de
WALBURG PERS
neiging het de luisteraar naar de zin te
maken zonder zich te verliezen in mooi
doenerij en vleierij. Vooral in haar latere
liederen kan zij, als de tekst daarom
vraagt, ook behoorlijk dwars voor de dag
komen, wat haar oeuvre als geheel tot
één van de boeiendste maakt in het
Nederlandse componeren van de laatste
twee eeuwen. Een kleine tekortkoming
vind ik het ontbreken van een disco
grafie en een bespreking van beschikbare
opnamen van haar werk (ongetwijfeld
met reden weggelaten; een compleet
overzicht van al haar composities is wel
opgenomen). Er zijn zo'n tien cd's uitge
bracht met werk van haar. Sterke,
aansprekelijke muziek, die het waard is
om repertoire te houden. Moge deze
biografie daartoe een bijdrage leveren.
Albert de Jonker
Gemeentearchief Amsterdam
maart 2003
archievenblad