Kwaliteit van genealogische zoeksystemen op internet De digitale voorouder de praktijk de praktijk In de afgelopen jaren zijn er door verschil lende archiefdiensten in Nederland toe gangen tot genealogische bronnen op internet gezet. Sommige van deze toegan gen bestaan uit een pagina met platte tekst, waarin de gebruiker dan zelf met behulp van de zoekfunctie van de browser moet zoeken. Grote systemen zijn daar entegen opgebouwd als database met vele zoekmogelijkheden. Bij het gebruik van deze toegangen in mijn eigen genealo gisch onderzoek vielen al snel de ver schillen tussen de systemen op en ontstond het idee te kijken waar deze ver schillen vandaan kwamen. In het onderzoek voor mijn doctoraal scriptie heb ik mij voornamelijk gericht op de drie grote, in Nederland meest gebruik te systemen: ISIS (onder andere in gebruik bij het RHC Tilburg), Digitale Stamboom (ontwikkeld door het Gemeentearchief Delft) en GenLias (ontwikkeld door de Rijksarchiefdienst).2 Voor deze drie syste men is gekozen omdat zij de meeste mogelijkheden en inhoud hebben. Mijn vraagstelling was: Tn hoeverre voldoen de onderzochte systemen aan de in de infor matiewetenschap geldende kwaliteits eisen?'. Om kwaliteit te kunnen meten, is het noodzakelijk om te weten wat kwaliteit eigenlijk is. Een goede definitie geven van kwaliteit is moeilijk: iedereen verstaat wat anders onder dit begrip. Hierdoor is kwaliteit ook moeilijk meetbaar. Wat wel belangrijk is om te constateren, is dat kwaliteit twee gezichtspunten kan hebben: er is zowel een producent (in dit geval de archiefdienst) als een consument of gebruiker (de genealoog). In alle definities komt steeds naar voren dat kwaliteit alleen kan worden bezien in het licht van het gebruik dat ervan gemaakt wordt. De pro ducent dient er naar te streven de eisen die de gebruiker stelt zo goed mogelijk tege moet te komen.3 In dit geval moet de archiefdienst dus zo goed mogelijk aan de eisen van de genealoog voldoen. Delen, Kouwenhoven en Rijsenbrij geven in hun gids Kwaliteit van prodnkten hand vatten voor het opstellen van kwaliteits normen voor informatiesystemen: zij definiëren een groot aantal aspecten van kwaliteit.4 Deze aspecten zijn vaak nog algemeen geformuleerd en daardoor vaak moeilijk meetbaar. Door verdere opsplit sing in attributen (en subattributen etc.) worden zij echter wel meetbaar. Ik heb in mijn scriptie naar de systemen gekeken aan de hand van kwaliteits aspecten en -attributen rondom achter eenvolgens het systeem, de vormgeving, de gegevens, het zoeken en de contactmo gelijkheden. Systeem Kwaliteitsaspecten rond het systeem zijn bijvoorbeeld vindbaarheid, snelheid en continuïteit van het systeem. Vooral dat laatste aspect heeft een grote invloed op het oordeel van de gebruikers. De langdurig slechte bereikbaarheid van GenLias heeft gezorgd voor een slecht imago van dit sys teem. De Rijksarchiefdienst heeft het beheer van GenLias in eigen huis ge houden, maar het bleek moeilijk het sys teem goed te onderhouden. Vooral het vertrek van bekwaam personeel en het verkijken op de omvang van het project zijn hier debet aan. Digitale Stamboom Delft en ISIS Tilburg hebben het beheer van hun systemen uitbesteed aan externe bedrijven en lijken daarmee een goede keuze te hebben gemaakt: deze systemen draaien zonder grote problemen. In middels lijkt de situatie bij GenLias overi gens weer onder controle en draait het sys teem al geruime tijd stabiel. Hieruit blijkt echter wel dat continuïteit een factor is waar terdege rekening mee gehouden moet worden. Het 'jasje' van de site is geen onbelangrijk onderdeel, want vaak bepaalt dit het eerste oordeel van de gebruiker over de site. Onderwerpen zijn de opmaak van de web pagina's en meertaligheid van de site. Hier valt eigenlijk weinig over op te merken: alle systemen kennen een duidelijke opmaak met goed leesbare teksten. Alleen ISIS Tilburg gebruikt soms een donkergroen let tertype dat makkelijk wegvalt tegen de achtergrond, en ook de opmaak werkt af en toe onrustig. Wat wel direct opvalt is dat alle systemen een andere opmaak kennen dan de sites van de beherende archiefdien sten, wat de herkenbaarheid niet direct ten goede zal komen. De kwaliteitsaspecten rond de gegevens zijn zeer belangrijk. De systemen draaien immers rond gegevens! Onderwerpen die naar voren komen zijn de invoer en con trole van de gegevens, het bronnen overzicht maar ook het omgaan met priva cygevoelige gegevens. De invoer van de gegevens dient bij voorkeur te geschieden vanuit het origi neel. Invoer vanuit een bestaande toegang, bijvoorbeeld een klapper, kent een aantal risico's. De oude klapper kan bijvoorbeeld onvolledig zijn of bij het samenstellen kun nen fouten gemaakt zijn. Deze fouten en onvolledigheden worden dan één op één overgenomen in de database en gaan daar door een eigen leven leiden. De ervaring leert dat veel internetgebruikers de aange boden gegevens overnemen zonder deze te controleren. Vaak gebeurt dit uit onwe tendheid of gemakzucht, soms is het echter bijna onmogelijk de gegevens te contro leren, bijvoorbeeld voor gebruikers in Australië die niet in staat zijn de originele bronnen te bekijken. Daarnaast heeft het internet een soort waas van correctheid over zich: 'als het op internet staat, klopt het' en 'als het niet op internet staat, is het er niet!'. Het is dus zaak de gegevens zo foutloos mogelijk aan te bieden - al klinkt dit als het intrappen van een open deur. Speciale aandacht dient vooral uit te gaan naar de 'bijzondere gevallen' zoals namen met diakritische tekens, voorvoegsels en vermeldingen van doodgeboren kinderen. De wijze waarop de verschillende systemen hiermee omgaan verschilt, soms zelfs bin nen een systeem. Een voorbeeld: in ISIS komen bij een zoekopdracht op de naam 'Vuuren' onder andere de volgende vari anten naar voren: 'Vuuren v, [voornaam]', 'Vuuren van, [voornaam]' en 'Vuuren, [voornaam] van'. Niet alleen is dit verwar rend voor de gebruiker, het is ook heel goed mogelijk dat hij hierdoor resultaten mis loopt. Daarom is het belangrijk om in ieder geval binnen het eigen systeem één lijn te trekken, en liefst landelijk. Een onderdeel waar de gebruikers veel waarde aan hechten, is het aspect volledigheid. Vooral het feit dat bij het ene detailscherm meer informatie staat dan bij het andere, wekt ergernis. Bijvoorbeeld: in de ene vermelding van de huwelijksakten staan de getuigen wel genoemd, in een andere niet. Het kan echter nog erger: in sommige gevallen is de informatie dermate onvolledig deze voor het vervolg van het onderzoek tamelijk nutteloos is. Zo ont breken soms bijvoorbeeld de namen van de ouders in vermeldingen van geboorteak ten, waardoor het niet mogelijk is de stam reeks verder op te voeren. Het spreekt voor zich dat dit bij de gebruikers niet in goede aarde valt: nu moeten zij alsnog naar de studiezaal! De overzichten van beschikbare bronnen ten slotte worden door veel gebruikers niet gedetailleerd genoeg bevonden. Vooral Digitale Stamboom Delft biedt slechts zeer globale informatie. Een onderdeel dat gemist wordt is een overzicht van bronnen die nog bewerkt worden en in de toekomst on line beschikbaar zullen gaan komen. Net zo belangrijk als de gegevens is het zoeken naar die gegevens. Meest in het oog springend zijn de zoekmogelijkheden en de uitvoer van de gegevens. De geboden zoekmogelijkheden zijn goed en de gebruikers zijn hierover ook tevre den. In de meeste gevallen komt het erop neer dat op bijna elk element binnen een bron gezocht kan worden. Dit is één van de pluspunten die de gebruikers noemen ten opzichte van de papieren situatie: het aan tal zoekmogelijkheden is enorm toege nomen; het aantal resultaten steeg mee. Vooral de 'klinkt als' opties worden in het algemeen als handig ervaren. Toch zitten er enkele haken en ogen aan het zoeken met 'klinkt als'. Zo is het totaal niet duidelijk welke spellingsvarianten het systeem wel meeneemt bij het zoeken en welke niet. Daardoor is het niet duidelijk welke mogelijkheden de gebruiker zelf nog moet doorzoeken. Tenslotte resten nog de kwaliteitsaspecten rond het contact tussen gebruiker en beheerder. Hier gaat het om aspecten als de bestelprocedure, contactmogelijkheden en commerciële exploitatie van de systemen. De bestelprocedures voor kopieën van aktes via internet zijn goed en duidelijk. De afhandeling van bestellingen laat in som mige gevallen echter te wensen over: vooral lange levertijden zijn berucht en de prijzen zijn vaak schrikbarend hoog. In het algemeen kan gesteld worden, dat de back office blijvende aandacht verdient. Ook de routing van bestellingen binnen de archief dienst dient hierbij aandacht te krijgen, om een zo vlot mogelijke afhandeling van een bestelling te garanderen. Betaling en registratie voor de database lijken momenteel niet aan de orde; alleen GenLias heeft op dit moment een registra tiemodule, maar ook die heeft zijn langste tijd gehad. Alle archiefdiensten gaven aan hun systemen voorlopig gratis ter beschikking te stellen. Aan het begin van dit artikel werd gesteld dat de producenten van informatie de eisen van de gebruikers zo goed mogelijk tegemoet dienen te komen. De hamvraag is dus: zijn de gebruikers tevreden? Het is daarbij goed om te beseffen, dat 'de gebruiker' niet bestaat. Elke gebruiker zal anders over de systemen oordelen.5 Over het algemeen lijken de meeste gebruikers echter tevreden te zijn over de systemen en vinden zij deze ook bruikbaar. Dit blijkt ook uit het gebruikersonderzoek dat het Gemeentearchief Delft twee jaar geleden onder zijn digitale bezoekers hield.6 Voor mijn scriptie heb ik ook een beperkt aantal ervaren gebruikers geïnterviewd. Zij gaven onder meer aan dat hun onderzoek meer omvat dan wat (op dit moment) door de systemen gedekt wordt. Zo kan een onderzoeker in Delft op internet wel beschikken over Doop-, Trouw- en Begraafregisters (DTB) en de Burgerlijke Stand, maar voor zijn vervolgonderzoek is hij nog steeds aangewezen op de studie zaal. Het is echter de vraag of de archieven erop mikken het totale onderzoeksterrein van de genealoog te bereiken. Tot nu toe zijn voornamelijk 'primaire bronnen' via internet toegankelijk gemaakt. Het Gemeentearchief Delft heeft een duidelijke beleidskeuze gemaakt geen andere bron nen dan Burgerlijke Stand en DTB via Digitale Stamboom beschikbaar te stellen. Van de onderzochte systemen is alleen het RHC Tilburg druk bezig met 'secundaire bronnen' zoals Rechterlijk Archief. GenLias is in eerste instantie bedacht voor het in voeren van gegevens uit de Burgerlijke Stand, maar ondertussen is de database structuur zo aangepast dat ook andere bronnen makkelijk opgenomen kunnen worden, zoals bijvoorbeeld de Memories van Successie in Noord-Brabant. Op dit moment liggen de prioriteiten van GenLias echter bij het verbeteren van de bedrijfs zekerheid en het vullen van het systeem met primaire bronnen. Het blijft voor archiefdiensten wel zaak om geregeld bij de gebruikers te polsen of de site nog steeds aan de verwachtingen vol doet, omdat anders de site door de gebrui kers de rug wordt toegekeerd en daarmee zijn bestaansrecht verliest. De Nederlandse genealoog kan echter nu al in zijn handen knijpen dat de primaire bronnen (gedeeltelijk) on line beschikbaar zijn, een situatie die in het buitenland nog nauwelijks voor lijkt te komen. Hoewel de systemen nog zeer beperkt zijn heeft de genealogie er in de afgelopen paar jaar met deze databases op internet enkele prachtige zoekmogelijkheden bij gekregen. 26 27 Door Robert van Vuuren Op 29 augustus 2002 behaalde Robert van Vuuren het doctoraaldiploma Archiefweten schap (tevens diploma Archivistiek A) aan de Universiteit van Amsterdam. Zijn doctoraal scriptie 'De Digitale Voorouder' behandelt de kwaliteit van genealogische zoeksystemen op internet. In dit artikel een samenvatting van zijn bevindingen.1 Kwaliteitseisen Vormgeving Gegevens Zoeken Contact En de gebruiker? 1Robert van Vuuren, De digitale voorouder. Kwaliteit van genealogische zoeksystemen op internet. Doctoraalscriptie Archiefwetenschap augustus 2002,85 p. Geïnteresseerden kunnen een exemplaar bestellen door een e-mail te sturen aan robertvanvuuren@planet.nl. 2. Digitale Stamboom Delft: http://archief.delft.nl; ISIS Tilburg: http://rhc.tilburg.nl/isis GenLias: http://www.gen- lias.nl. 3. Gert van der Pijl, Kwaliteit van informatie in theorie en praktijk (Amsterdam 1993) 24-27. 4. G.P.A.J. Delen, H.J. Kouwenhoven en D.B.B. Rijsenbrij, Kwaliteit van produkten (Rijswijk 1991). 5. ZieTheoThomassen.'De veelvormigheid van de archie fontsluiting en de illusie van de toegankelijkheid', in: Toegang. Ontwikkelingen in de ontsluiting van archieven. Jaarboek 2001 Stichting Archiefpublicaties ('s-Gravenhage 2001) 13-43. 6. Gemeentearchief Delft, Klanttevredenheid Gemeente archief 2000 (Delft 2000). archievenblad maart 2003 maart 2003 archievenblad

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Archievenblad | 2003 | | pagina 13