Van feiten tot kennis de praktijk - 32 informatiemanagement 33 Sinds wanneer zijn archieven erfgoed? Door Eric Ketelaar* Geïnspireerd door buitenlandse voorbeelden is enkele jaren geleden het onderzoek ge start naar een select aantal Nederlandse begrippen: vaderland, vrijheid, beschaving, burger, republiek. De resultaten worden gepresenteerd in de reeks Nederlandse Begripsgeschiedenis. Een aantal onderzoe kers uit verschillende disciplines en van verschillende universiteiten houdt zich, onder leiding van dr. Frans Grijzenhout (ICN), bezig met het begrip 'erfgoed'. In dat onderzoek richt ik mij op archieven als erf goed. De term erfgoed zal, vermoed ik, pas in de negentiende eeuw aan archieven worden gekoppeld; het begrip moet echter ouder zijn. Archieven worden in de eerste plaats gemaakt en bewaard als bewijs van en instrument voor het handelen van een organisatie of individu. Een deel van de archieven krijgt (na verloop van tijd) een secundaire functie als historische bron. Zo worden archieven van bewijs stukken tot gedenkstukken, van muni- menta tot monumenta. Men zou kunnen zeggen: archieven worden gemonumen- taliseerd of gemusealiseerd en worden erfgoed. De historische omslag ligt formeel na de ondergang van het ancien régime toen vele van de oude archieven hun functie als juridisch bewijsmiddel verloren: het werden historische objecten, niet langer in gebruik en beheer van de archiefvor mende administratie, maar van 'het archiefwezen'. Van een archiefwezen is sprake als nieuwe instellingen, buiten de archiefvormende administratie staande, het beheer van de archieven van andere overheidsorganen overnemen en door speciaal daartoe aangestelde ambtenaren (archivarissen) doen uitvoeren. Het begin van dit archiefwezen - en daarmee van de notie van archieven als erfgoed - is in Nederland tussen 1800 en 1814. Het begint met het beroemde voorstel van Henrik van Royen op 22 december 1800: de oude archieven zijn 'het eigendom geworden der geheele natie, en zoude het dan niet meer dan tijd worden, dat ten nutte dier natie daar van gebruik wierde gemaakt?' De monumentali- sering van de archieven moet echter al voor 1800 zijn voor bereid. -"N, '(©«ij C- U. o-fl. JWyA' U* i—.-t fvXldW .wv Alk A y..< 3\*A'<L n-tk wW C. .n- l-f- JA-Sr i,ds.' w-t s, (sc.,. ai »v^ V »*-*•' t L*. L».*. «ui-t y' **■•.<4- 4~L -H ,,„>L -• S.-r xr^vi-ts^r-t \«.CaT c irêC^'ïI a<«4--ïH K V»v*A.4,k-i^<> s SU^.U V. Archiefverordening voor de schepenbanken in de Staatse Landen van Overmaas uit 1644. Een begin van het bewaren van archieven als cultureel erfgoed? Ik wil onderzoeken hoe, wan neer, in welke mate en waarom sedert de zestiende eeuw archieven beschouwd werden als monumenta of 'oude gedenkstukken der vroegere gebeurtenissen, uit de duistere schuilhoeken hun ner bewaarplaatzen aan den dag gebracht' (Kluit) en wel door historici die zich op archivalia baseerden (als Bor, Van Meteren, Matthaeus, Trotz, Bondam, Voorda, Kluit), uitgevers van oorkon- denboeken (als Van Mieris) en archiefvormers (als staten en steden die mondjesmaat toe gang tot hun archieven gaven voor andere doeleinden dan juridisch bewijs). Daarbij valt niet slechts te let ten op de termen gedenk stukken, antiquitates, monu menta. Het lijkt mij toe dat het begrip erfgoed ook omvat de noties 'collectief geheugen' en 'patrimonium' ('een Vastgoed van de voorouderen van iemand afkomstig', Thymon Boey, Woorden-tolk 1773). Lezers van het Archievenblad kunnen bij dragen aan dit onderzoek door het doen van suggesties, het inzenden van gegevens ('sprokkels') of door zich aan te melden als onderzoeker, voor een bepaald gebied of thema, bij de schrijver dezes, Oude Turfmarkt 147, 1012 GC Amsterdam, e-mail: ketelaar@hum.uva.nl. Literatuur: A.C. Bondam, 'De openstelling onzer archieven', Nederlandseh Archievenblad 6 (1897-1898) 89-117. J.L. van der Gouw, 'Munimenta en Monumenta', Nederlands Archievenblad 84 (1980) 498-514. J. Roelevink, 'Bewezen met authen- ticque stukken'. Juridisch-oudheid- kundige drijfveren tot het uitgeven van teksten op het terrein van de vader landse geschiedenis in de achttiende eeuw, in: Bron en publikatie; voordrachten en opstellen over de ontsluiting van ge schiedkundige bronnen uitgegeven bij het 75-jarig bestaan van het Bureau der Rijkscommissie voor Vaderlandse Geschie denis ('s-Gravenhage 1985) 78-99. T.H.RM. Thomassen, 'De nationale col lecties en het amalgaam der charters: het ontstaan van het Nederlandse archiefwezen', in: Het archiefwezen in Europa omstreeks 1800. Les archives en Europe vers 1800 (Brussel-Bruxelles 1998) (Miscellanea archivistica studia 103) 57-74. B. Woelderink, 'De geschiedenis van het archiefwezen in Nederland in hoofdlijnen', Verslag en bijdragen rijks archiefschool 1972-1973 1973-1974 (Utrecht 1975) 61-90. Eric Ketelaar is hoogleraar archiefwetenschap aan de Universiteit van Amsterdam. archievenblad februari 2003 Door Albert Boekhorst* Nadat ik in 1987 aan de Universiteit van Amsterdam bij de toenmalige vakgroep Boek- en Bibliotheekwetenschap was aangesteld, schreef ik ergens dat de muren die door de eeuwen heen waren ontstaan tussen bibliotheken, archieven en musea, doorzichtig zouden worden en uiteindelijk zouden afbrokkelen. Zelf vond ik die opmerking aan de voorzichtige kant, maar anderen in de diverse disciplines ging die zinsnede toch wat te ver. Tijdens de bijeenkomst ter gelegenheid van de verzelfstandiging van de Archiefschool in 1994, herhaalde ik de opmerking. Het was duidelijk dat ik al meer medestanders had. Niet alleen van wege het feit dat ik er als spreker was uitgenodigd, maar vooral omdat Archiefwetenschap toen als afstudeervari ant in onze opleiding aan de UvA werd opgenomen. Ik denk dat er anno 2003 in de 'oude' vakgebieden maar weinig mensen zullen zijn, die niet zullen bea men dat er meer is dat de disciplines verbindt, dan dat hen scheidt. Een proces waaraan de digitale techniek een enorme impuls heeft gegeven, zoals in zoveel facetten van ons beroeps- en privéleven. Ik ben nog steeds verbonden als universi tair docent aan de UvA. Dat betekent dat ik onderwijs geef, onderzoek doe en bestuurlijke taken verricht. De vakgroep is inmiddels ingeruild voor een leerstoel groep die 'Archief- en Informatie wetenschap' heet. De opleiding heeft nu een bama-structuur (bachelor-master- structuur) waarvan de bachelor 'Docu mentaire informatiewetenschap' heet. Daarin zijn de oude specialisaties 'Informatiewetenschap' en 'Archief wetenschap' geïntegreerd opgenomen. Deze fase wordt vanaf september 2003 gevolgd door een master 'Informatie wetenschap' en een master 'Archief wetenschap'. Daarnaast heb ik een part time aanstelling als visiting professor aan de Universiteit van Pretoria bij het departement Inligtingkunde, verzorg ik sinds drie jaar een jaarlijkse workshop aan de Tallinn Pedagogical University in Estland en ben ik als docent betrokken bij onderwijs aan de Guanghua School of Management van de Universiteit van Peking in Beijing. En dan participeer ik nog in de module 'Informatie V, 'ft* >C In Apeldoorn wordt in de loop van 2003 een nieuw complex geopend voor het gemeentearchief, de openbare bibliotheek en twee musea. Onder de naam APart gaan deze instellingen interdisiplinair samenwerken. Foto Stichting APart, Christa Balk. Organisatie' in de cursus 'Kennis-Nabij' van de Archiefschool. Dit alles bij elkaar biedt mij de mogelijkheid om te zien hoe mensen en organisaties in die verschillende omge vingen geconfronteerd worden met het zelfde basisprobleem: hoe verwerven we op een effectieve en efficiënte kennis en informatie; hoe leggen we wat, waarom en op welke manier vast en hoe zorgen we ervoor dat mensen op een adequate wijze hier toegang toe hebben en hoe kunnen we de kennis met anderen delen? Die diverse omgevingen dagen mij uit om theorieën te toetsen en lokale voor beelden te vinden om mijn gedachtegan gen te illustreren. Ik hoop in deze nieuwe rubriek in het Archievenblad over mijn ervaringen met dit onderwerp te schrijven. Dat kan uiteenlopen van het signaleren van interessante literatuur, ervaringen in het onderwijs of onderzoek, hier of elders. Reacties hierop en vragen zijn bijzonder welkom via albert.boekhorst@hum.uva. nl. Kortom: ik wil graag kennis delen! Deze eerste keer wil ik besluiten met de verwijzing naar een nummer van Information Research, een 'international electronic journal' geleid door professor Tom Wilson (ISSN 1368-1613). En wel in het bijzonder naar Volume 8 No 1 October 2002 (te vinden op http://infor- mationr.net/ir/8-l/infres81.html). Het is een speciale uitgave gewijd aan kennis management met als title 'Knowledge Management - the Emperor's new clothes?'. Het bevat zes interessante en zeer leesbare artikelen over de zin en onzin van kennismanagement, waaron der een van Tom Wilson zelf. De volgende keer zal ik proberen uit te leggen wat ik met de titel van deze nieuwe rubriek bedoel te zeggen. Albert Boekhorst (albert.boekhorst@hum.uva.nl) is docent aan de Universiteit van Amsterdam. februari 2003 archievenblad

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Archievenblad | 2003 | | pagina 16