ca JJUHU JIM: HET INFORMATIEBEHEERSYSTEEM VAN DE TOEKOMST :.V Lï! Jalema Information Manager VAN JIM De gebruiksvriendelijke JIM-software combineert doelmatigheid met doeltreffendheid bij het beheren en beheersen van informatie in al zijn verschijningsvormen (elektronisch, fysiek, microfilm, etc.) en ongeacht de interne of externe locatie waar de informatie zich bevindt. Met JIM kunt u alle dossiers en documenten beheren en toegankelijk maken, JIM registreert automatisch alle logistieke handelingen, zoals zoeken, aanleggen, aanvragen, uitlenen, terugontvangen, verplaatsen, etc. Doordat JIM van al deze handelingen historie en statistieken bijhoudt, krijgt u bovendien een schat aan managementinformatie en daarmee handvatten om het dynamische proces van informatiebeheer verder te optimaliseren. JIM vormt ook een brug naar het Documentaire Informatie Systeem en zorgt voor de samenhang, afstem ming, integratie en systematiek waar administratie en archivering binnen moderne organisaties om vragen. Bel, mail of fax ons voor meer informatie, een uitgebreide brochure of een gratis en vrijblijvende demonstratie. Jalema Information Management: (077) 476 76 76 JIM: één oplossing voor alle informatie PAPIER DIGITAAL CENTRAAL DECENTRAAL INTERN EXTERN Modulaire opbouw (gebruik en betaal alleen wat u écht nodig hebt) User based pricing Brug naar Documentair Informatie Systeem Uitgebreide rapportage en management informatie Open systeem met optimale koppelings mogelijkheden Windows 'look teel' E-mail: info@jalema.com Internet: www.jalema.com de theorie INFORMATION MANAGEMENT Jalema B.V Dr. Poelsstraat 11 Postbus 4802 5953 ZL Reuver Nederland Tel. 077 476 76 76 Fax 077 476 76 90 bevestigde) ideële entiteit, bevattende procesge bonden informatie' maar het bijeenraapsel van wat feitelijk allemaal archief genoemd wordt, met onscherpe grenzen. Binnen het bij eenraapsel zijn tal van overeenkomsten en ver schillen aan te wijzen. Het concept bevindt zich op lager en minder abstract maar concreter plan, en het verwoordt geen wetenschappelijk-consti- tutief paradigma meer. Immers, een heel aantal deels vergelijkbare, deels onvergelijkbare zaken valt onder het familiebegrip archief. Het wetenschappelijk zelfbeeld, de kijk op het archiefwetenschappenjk bedrijf, moet bijgesteld worden. Het in archiefland alom bekende con textbegrip moet als het ware op de archiefweten schap zelf toegepast worden en de pretenties van een universele geldigheid terzijde geschoven. Het wegvallen van het algemene kader van het paradigma noopt tot een meer feitelijke formu lering van de problemen, doelen en wensen die in een bepaald onderzoek aan de orde zijn. Middels een dergelijke formulering moet ook de feitelijke context van een onderzoek aangegeven worden, omdat een algemene context - die van het paradigma - ontbreekt. Deze noodzaak tot een concretere formulering van waar het onderzoek over gaat, en tot een verdergaande explicitering van de context ervan, is de grote winst van - we zullen het maar dopen - de contextuele archivistiek. Het weten schappelijk bedrijf bestaat in het aanwijzen en uitwerken van genoemde overeenkomsten en verschillen binnen dat wat we allemaal archief noemen. De onderzoeken richten zich vooral op de hoofdvraag in het kader van de heroriëntatie van het archiefwezen op taken en doelen naar aanleiding van de digitalisering en de informati sering van arbeids- en andere werkprocessen: (onder)zoek de verschillen tussen papieren archief en digitaal archief en hun respectievelijke context. Want alleen vanuit een explicitering van de ver schillen en overeenkomsten tussen een papieren archief en een digitaal archief en hun respectie velijke context zijn de doelen van het archiefvak goed te realiseren: authenticiteit en behoud van bewijskracht, toegankelijkheid, en noem het allemaal maar op.10 Dit is - het kan ook niet anders - iets wat in de praktijk allang gebeurt. De in het begin gemaakte analogie van de inventaris van de archiefwetenschap en van een archief ware, ter afsluiting, verder door te trek ken. We zetten tegenover elkaar de oude en de nieuwe manier van inventariseren van een archief (het bedrijven van archiefwetenschap). De oude manier is vooral georiënteerd op het onderwerp van de archiefbescheiden. Een inven tarisbeschrijving heeft meestal de vorm 'stukken betreffende onderwerp X'. De rubricering is overwegend een onderwerpsindeling. De archiefbescheiden en hun onderwerpen worden als een gegeven opgevat, dat wil zeggen er wordt niet gevraagd naar het waarom van de aanwezig heid van de bescheiden in een archief. Van de feitelijke context van de archiefbescheiden, met name dat deze eerst en vooral de neerslag zijn van (en deel uitmaken van) de uitvoering van een taak, wordt daarmee geabstraheerd. Er wordt als het ware vanuit een externe onder- werpsordening naar het fysieke archief als op zich staand gegeven gekeken. Dit standpunt is begrijpelijk, omdat het gros van met name de twintigste-eeuwse archieven in de archiverings- fase aan deze onderwerpsordening is onderwor pen. Vul voor 'archief(bescheiden)' in 'archiefweten schap', en je hebt een goed beeld van de huidige paradigmatische archiefwetenschap. En hetzelf de voor de contextuele archiefwetenschap. De nieuwe manier is vooral georiënteerd op de archiefbescheiden als eerst en vooral de neerslag van (en integraal onderdeel van) de uitvoering van een taak. Deze taak heeft een context: wet en regelgeving en instanties die daarop controle ren, 'klanten', tijdsspanne, partijen waarmee samengewerkt wordt etc. De reden van bestaan van het archief is, dat de archiefvormer de taak uitvoert. Beschrijving en rubricering van archiefbescheiden zijn gebaseerd op taken en werkprocessen. Het aanhouden van deze 'func tionele lijn' is niet altijd gemakkelijk, omdat de archivering van veel oudere archieven onder- werpsmatig is gebeurd, als betrof het een docu mentaire collectie en geen archief. Maar een archief is geen documentaire collectie: archief bescheiden die niet aan een taak te relateren zijn, kunnen - uitzonderingen daargelaten - op vernietiging gezet worden, eventueel op ter mijn. Arnoud Glaudemans is werkzaam bij De Nederlandsche Bank. 3- 4- Dit artikel is een uitwerking van een hoofdstuk van mijn afstudeer scriptie. Deze scriptie is te verkrij gen via e-mail arnoudgl@xsziall.nl. Het betreft Naar een nieuw paradig ma in de archivistiek (Jaarboek Stichting Archiefpublikaties, Den Haag, 1999) en Interpretatiekaders in de archivistiek (Jaarboek Stichting Archiefpublikaties, Den Haag, 2000). Het wetenschappelijk program in het kader waarvan de jaarboeken geplaatst worden, wordt uiteengezet in twee artikelen van Th. Thomassen in het jaarboek 1999: vooral Paradigmatische ver anderingen in de archiefwetenschap (p. 69-79) en in mindere mate Een korte introductie in de archivistiek (p. 11-20). T.S. Kuhn, The Structure Of Scientific Revolutions (Third Edition), University of Chicago Press, Chicago, 1996). S.S. Chibeni, The Spiritist Paradigm, in: The Spiritist Messenger - Monthly Electronic Report of the GEAE Group no. 5-7 (april-juni 1998), zie http://www.geae.inf.br/en. Op. Cit. p. 175- Het paradigmatische voorbeeld voor een paradigmawisseling komt uit de natuurkunde: van gegeven massa in God als een oneindige ruimte en een oneindige tijd (Newton) naar waargenomen ener gie-massa in een ruimte-tijd-conti- nuum (Einstein). O.a. in Th. Thomassen Paradigmatische veranderingen in de archiefwetenschap (Jaarboek 1999. P- 75) wordt Kuhns 'Paradigm shift' vertaald als paradigmaverschuiving. De kopstukken uit de laat negen tiende- en twintigste-eeuwse taai- georiënteerde filosofie (Frege, Russell, Wittgenstein) hebben deze kwestie niet tot een algemeen geaccepteerd einde kunnen bren gen. De these van de abstractie van de drager komt neer op de onwerkbare metafysische these van een objectieve wereld van pure ideeën, waar wij allen op een of andere onnavolgbare wijze toegang toe hebben. L. Wittgenstein Philosophische Untersuchungen, par. 67 (Werkausgabe Bd. 1, Suhrkamp, Frankfurt am Main, 1989). 10. Zie ook mijn opmerkingen bij het concept-archieflexicon op http://www.kvan.nl/opmerkingen- AGIaudemans.doc. 9- oktober 2002 archievenblad

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Archievenblad | 2002 | | pagina 8