Een Haarlemse schatkelder (De collectie van Museum Joh. Enschedé) interview Het museum vormt een bijna 'vergeten plek' met De Zoete en Roosen als 'stille krachten'. Tot voor kort ontvingen ze als enigen in het bedrijf geen kerstpakket. Een nieuwe personeelschef heeft hen nu op een apart lijstje gezet, zodat ze niet weer vergeten worden. Ze ontsluiten en beheren de collectie van het bedrijf; samen runnen ze hun 'eigen' toko. Museum Joh. Enschedé is ondergebracht in een aparte stichting. Het museum kende jarenlang één medewerker, de directeur, die alles alleen moest doen. Als er iets nodig was uit de collectie, werd er wat gerommeld door de collectie en gesnuffeld in schriftjes en verschillende kaartenbakken die opeenvolgende be heerders door de jaren heen hadden aan gelegd. In 1996 besloot het bestuur, bestaande uit vertegenwoordigers van de Koninklijke Bibliotheek en het Rijksinsti tuut voor Kunsthistorische Documenta tie, werk te maken van de ontsluiting van de collectie. De Zoete, historicus, gespe cialiseerd in negentiende-eeuws foto drukwerk en de grafische en boekhisto rie, had net een klus afgerond bij de Universiteitsbibliotheek van Amsterdam en werd aangenomen voor een project van vier jaar. Hij kreeg de beschikking over een dataty- piste. Die hield het een jaar vol in de kel der, een ander slechts een paar dagen. Toen kwam Roosen en zij zit er nu alweer vier jaar: "Het is de baan van mijn leven." De Zoete glundert met haar mee. Hij denkt er duidelijk ook zo over. Roosen is net als hij helemaal verknocht geraakt aan de collectie. Zij maakt de beschrijvin gen en krijgt zo alles onder ogen. Daardoor heeft ze niet alleen een enorme kennis van de collectie opgebouwd, maar kent ze ook de geschiedenis van de fami lie Enschedé uit haar hoofd. Ze vertelt van Johannes I tot en met Johannes VI: "De oneven Johannesen waren de worka holics." Naast deze 'Enschedé-mannen' speelden hun echtgenotes een rol van betekenis in het familiebedrijf. De collectie van de drukkerij Joh. Enschedé heet al sinds 1904 'museum'. De collectie is echter niet ondergebracht in een openbare ruimte en daar is door het bestuur van de stichting tot nu toe ook niet naar gestreefd. De beveiliging waar je als bezoeker mee wordt gecon fronteerd, maakt de huidige ruimte onge schikt om als museum te functioneren. Je komt er alleen binnen op persoonlijke afspraak, moet je identificeren en daarna ga je door een Star Tre/c-achtige sluis. Groepen mogen uit niet meer dan tien personen bestaan. Ook de veilig wegge borgen collectie kun je niet zonder toe zicht bekijken. Toen De Zoete in 1996 bij het Museum Joh. Enschedé begon, wilde hij er het liefst een echt museum van maken. In de loop der jaren is hij daar anders over gaan denken. Het is eigenlijk meer een archief, dat met name interes sant is voor historisch onderzoekers en vakspecialisten. Sinds 1996 is er hard gewerkt aan de ontsluiting van de collectie. Die ontslui ting gebeurt zoveel mogelijk op pakket- of dossierniveau. De belangrijkste collec ties zijn nu raadpleegbaar via Asksam in de computer. Ontsluiting is de hoofdzaak en in een later stadium zal de collectie via internet raadpleegbaar zijn. Op dit moment heeft het museum geen mens kracht voor het beantwoorden van e- mails. Er wordt volgens De Zoete en Roosen nog veel te weinig gebruik van gemaakt van de collectie. Zo verbaasde Johan de Zoete zich erover dat voor het boek over uitgeverij Stols geen beroep werd gedaan op het Museum Joh. Enschedé. De voornaamste ambitie van De Zoete en Roosen is de collectie toe gankelijk maken voor vooral Neder landse onderzoekers. Ze vinden het eeu wig zonde als er van deze schatkamer niet volop gebruik van gemaakt wordt en willen deze daarom meer bekendheid geven. Er zitten op dit moment 50.000 beschrijvingen in de computer, een frac tie van de collectie. De Zoete: "Een van de wezenskenmerken van de familie Enschedé is dat ze nooit wat weggooide. Alles, letterlijk alles, is er nog. Tot elk kat tebelletje aan toe. Juist die compleetheid maakt de collectie uniek. We hebben van alles en van alles veel." Uit respect voor de familie Enschedé wordt er ook door De Zoete en Roosen niks weggegooid. Behalve drukwerk, waar het bedrijf vaak tien stuks van achter de hand hield. Beleid van het museum is nu om maxi maal drie exemplaren te bewaren. De overige exemplaren worden, als De Zoete en Roosen dat tenminste over hun hart kunnen verkrijgen, versnipperd. Zonde is het wel. "Verzamelaars zouden er goud geld voor betalen, maar het is niet in de geest van het bedrijf om dat te doen, het past niet in de Enschedé-filosofie. Het vernietigen van stukken is voor ons een emotionele aangelegenheid, maar het genieten van ontsluiting en het helpen van onderzoekers ook." Het museum bewaart twee miljoen postzegels uit 140 al dan niet meer bestaande landen. Roosen heeft de post zegelcollectie van ontwerp, kleurproef tot drukwerk geïnventariseerd: "Filatelis ten worden helemaal wild als ze dat zien." Daarnaast bezit het museum alle bankbiljetten die Enschedé ooit gedrukt heeft. De drukplaten hiervan zijn wel vernietigd. Theo van Elmpt, die een drie delig boekwerk schreef over Surinaamse bankbiljetten, heeft zich nu op de nog veel grotere 'Javasche' bankbiljettencol- lectie gestort. De nog inwisselbare bank biljetten zijn verzegeld en worden een maal per jaar door de accountant gecon troleerd. Joh. Enschedé is al eeuwenlang gespecialiseerd in 'geldswaardig' druk werk: behalve postzegels en bankbiljet- ten zijn dat bijvoorbeeld ook obligaties, platenbonnen, voetbalkaartjes en spaar- zegels. Maar er is ook een fotocollectie bestaande uit zo'n 12.000 foto's en een prenten- en tekeningencollectie van zo'n 20.000 stuks. Het zou ideaal zijn als een onbetaalde vrijwilliger een voorselectie zou kunnen maken van te digitaliseren stukken. De verzameling kopieboeken van alle uitgaande brieven van het bedrijf is compleet vanaf 1782 tot 1950. Er zijn de rekeningen courant, de debi- teurenboeken, de winkelboeken waarin precies nagegaan kan worden wanneer, hoeveel en voor welk bedrag Tak en ouwelen' werden verkocht. Joh. Enschedé gaf vanaf 1737 de Oprechte Haarlemsche Courant (1656) uit en het museum heeft deze krant vanaf 1660 zo goed als compleet. Omdat er veel vraag naar is, zijn De Zoete en Roosen begonnen aan het ontsluiten van het 'specimenarchief', waarin alle druksels van Joh. Enschedé, tot aan visi tekaartjes aan toe, van 1933 tot 1955 in 90 dikke banden zijn opgeborgen. Het gaat in totaal om 200.000 objecten. Letterproeven, vignetten, kopergravures en litho's: niet alleen de gedrukte eindre sultaten zijn aanwezig, maar ook de eer dere stadia en het materiaal waarmee het gedrukt werd. Het museum bezit de oud ste 'puncturen' (stiftjes om te bedrukken bladen vast te steken). Dat ontdekte een bezoeker, die laaiend enthousiast werd toen hij deze ergens op een kast zag lig gen. Niemand wist tot dan toe wat dat voor objecten waren; ze waren nog niet weggegooid omdat er immers nooit wat weggegooid wordt. Alle stempels worden bewaard en ook die collectie is uniek. Een letterstempel maken, kostte de graveur ongeveer een dag werk. De collectie matrijzen is al even bijzonder. Er zijn 6500 verschillende lettertypen, in totaal zo'n 372.000 matrijzen, opgeborgen in 4000 houten lades. De collectie letter proeven is gechronologiseerd. Daarnaast beheert het museum het familiearchief van één tak van de Enschedés, die van Johannes I. Dat archief is al net zo compleet als het bedrijfsarchief. "Zo compleet, dat je pre cies kunt nagaan wie van de familie op I 23 welk moment op welke stoel in de kerk bij wat voor viering zat," aldus Roosen. Het mooie is, dat de verschillende collec ties zo in elkaar grijpen: reisverslagen uit het familiearchief vertellen niet alleen in welk hotel ze zaten en wat ze daar aten, maar ook bij welke klanten of drukkerij en ze waren geweest, welke nieuwe let ters ze hadden gezien, voedingslijstjes van de kinderen en ga zo maar door. De familie verzamelde ook incunabelen om lettertypen te bestuderen. Het oudst aan wezige exemplaar in het museum stamt uit 1499. Volgend jaar bestaat Joh. Enschedé 300 jaar. De Zoete en Roosen zijn vrese lijk druk geweest met de voorbereidingen voor het jubileumjaar. Er wordt een zes delige jubileumuitgave gedrukt, die een sieraad voor het oog moet worden. In Teylers Museum wordt vanaf juni 2003 een tentoonstelling gehouden over het bedrijf. Het museum levert het materiaal aan, dus de fotograaf komt twee keer per week langs en er wordt intensief overlegd met vormgevers en auteurs van wie De Zoete er een is. In juli was het museum voor enkele weken gesloten. "Voor het eerst sinds ik hier werk was ik blij toen ik vrijdag de deur achter me dichttrok. Ik zit hier graag en met veel plezier. Maar het was zo druk geweest, dat ik echt aan vakantie toe was." interview Door Patricia Böschen en Marijke de Bruijne* "Het is een smu[collectie voor onderzoe kers." In de kelder van drukkerij Joh. Enschedé in Haarlem zit Johan de Zoete, conservator van het Museum Joh. Enschedé, onderuit in een houten rookstoel bekleed met rode velours. De koffiehoek op de gang is ingericht met de oude inboedel uit het bedrijf. Daar drinken De Zoete en zijn assis tente Andrea Roosen hun koffie en rookt hij zijn shagje. Aan de muur hangen affiches uit de jaren twintig. Er staan houten laden- kasten en een onduidelijk apparaat dat lijkt op een ouderwetse harmonica-camera, een reproductiecamera. Achter een loodzware kluisdeur ligt een van de meest complete bedrijfsarchieven die er volgens De Zoete bestaan. Het archief bevat onder meer twee miljoen postzegels uit honderdveertig lan den, 35.000 bankbiljetten en 4000 houten laatjes met matrijzen. Museum Ontsluiting Sparen en bewaren Postzegels, bankbiljetten en overig drukwerk 22 archievenblad oktober 2002 Familiearchief oktober 2002 archievenblad I 300 jaar Johan de Zoete legt iets uit aan Archievenblad-redacteur Marijke de Bruijne. Andrea Roosen kijkt toe. Foto: Patricia Böschen. Patricia Böschen is archivaris bij de provincie Noord- Holland, Marijke de Bruijne is werkzaam bij het Streekarchief Regio Eindhoven.

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Archievenblad | 2002 | | pagina 11