OPLfIDING KWALITEITSZORG EN KLANTGERICHTHEID:
EEN HELE VERBETERING IN UW ORGANISATIE!
f H /Z)s/]jCon suit
IVI O
Uw bedrijf spant zich vanzelfsprekend tot het uiterste in
om uw klanten tevreden te stellen.
Maar weet u zeker dat u op het gebied van kwaliteitszorg en
klantgerichtheid op het juiste spoor zit?
Kon u maar een beroep doen op een deskundige,
die u wijst op knelpunten.
Opleidingspakket Organisatie-Plus
Daarom hebben IVIO en DisConsult
een modulair opleidingspakket ont
wikkeld: Organisatie-Plus. Hiermee
verbetert u structureel kwaliteit, ef
fectiviteit, service-gerichtheid en com
municatie van uw organisatie.
Bijvoorbeeld met de opleiding Kwali
teitszorg en Klantgerichtheid. Deze
opleiding kent vier modules: Klantgericht denken,
Teambuilding, Klachtenmanagement en
Werken met verbeterteams, sturen.
Andere opleidingen
Andere opleidingen van het Organisa
tie-Plus opleidingspakket:
Managementvaardigheden;
Taal en Communicatie;
Kantoor en Automatisering.
Vraag de brochure aan!
Van de opleiding Kwaliteitszorg en
Klantgerichtheid, maar ook van de an
dere opleidingen, is een overzichtelijke brochure
beschikbaar, die wij u op uw verzoek graag toe-
Meer weten?
Als u meer wilt weten over het Organisatie-Plus opleidingspakket, of als u
de overzichtelijke brochure wilt ontvangen, belt u dan met de
cursusadministratie van DisConsult: 079 - 331 69 40,
of stuur een e-mail naar info@disconsult.nl
DOCUMENT MANAGEMENT KENNIS MANAGEMENT
IVIO Opleidingen WORKFLOW MANAGEMENT DIOR-OPLEIDINGEN4
dekken zijn'. De eerste ervaringen waren
niet hoopgevend. In Gent zocht hij, zon
der resultaat, naar de akte van de
Pacificatie van Gent (1576), in Brugge
kreeg hij geen toegang tot het archief
omdat zijn contactpersoon de stad uit
was, in Oudenaarde werd hij geconfron
teerd met een gebrek aan 'Hollandse zui
ver- en zindelijkheid, tgeen mij, schoon
niet beschroomd voor het stof der voori-
ge eeuwen, egter het behandelen der
stukken zeer hinderlijk, zomtijds niet wel
doenlijk maakte' en in Kortrijk lagen in
het gemeentehuis alleen enkele onbe
langrijke boeken, 'bedorven en ten prooi
van het ongedierte'.
Hoge verwachtingen koesterde hij van
zijn bezoek aan Lille (Rijssel). Hij was
'brandend van verlangen om aan het
oogmerk mijner komst zo ras mogelijk te
voldoen en de overblijfselen te leeren
kennen van eenen kamer' [bedoeld wordt
de Bourgondische rekenkamer] 'tot welk
wij voorheen zo naauwe relatie plagten te
hebben Zijn weergave van de lotge
vallen van het archief van de Rekenkamer
tijdens de Franse Revolutie vormt een van
de levendigste passages in zijn verslag -
hoe de archivaris werd aangevallen door
het grauw en naar Parijs vluchtte, en hoe
zijn assistent de tegenwoordigheid van
geest had om de woedende volksmassa de
verkeerde kant uit te sturen en het oudste
stuk van het archief te redden door het
bewust te laten bedelven onder het puin
van het afgebroken dak van de archiefto
ren. Van Wijn genoot van de aanblik van
'zeer wigtige stukken' waarin hij de
namen Holland en Zeeland gespeld zag.
Tot zijn spijt kon hij maar twee dagen
blijven (zijn plichtsgevoel waarschuwde
hem hoeveel zaken hij nog elders had te
onderzoeken), maar hij regelde dat men
hem meer informatie over de stukken zou
toesturen.
Het bezoek aan Lille lijkt het hoogtepunt
te zijn geweest van de archiefreis.
Weliswaar legde hij nog vele kilometers
af, en bezocht hij nog veertien andere ste
den, maar daar wachtten hem vele teleur
stellingen. Het begon al in de volgende
stad, Valenciennes, waar hij 'gevoelig
aangedaan' werd bij de aanblik van de
resten van de vermaarde kloosterbiblio
theek van St.-Amandus, maar in twee
dagen tijd geen enkel oud archief kon
ontdekken (hoewel hij uit Hollandse
archieven wist dat er grafelijke charters
moesten zijn). Dezelfde tegenspoed, maar
met een ander gevolg trof hem in Mons.
Hij had gehoopt daar het hoofdarchief
van Henegouwen te zien, waarin stukken
moesten zitten die in het Hollandse oor-
kondenboek van Van Mieris 'allerfautiefst
geschreven' waren. Maar zijn contactper
soon was al tien weken weg en het lukte
hem niet om via andere kanalen in het
archief te komen. Hij moest zich tevreden
stellen met een opgave van de charters,
die hem werd nagestuurd - het was 'een
der eerste en aangenaamste objecten wel
ken ik bij mijn retour op tafel vond'.
Maar nog in zijn volgende verblijfplaats,
Brussel, klaagde hij erover dat hij dit 'zeer
groot aantal van overoude en zeldzame
wel geconserveerde charters enz.' niet
had kunnen inzien.
In Brussel bezocht hij het archief van de
Rekenkamer, maar kon niet in de geplom
beerde kisten kijken waarin het kort tevo
ren uit Wenen was teruggebracht. Hij
moest zich tevreden stellen met de aan
blik van rekeningen van hertogin
Johanna van Brabant, 'in zeer slegt
Latijn'. Mechelen sloeg hij maar over: het
archief van de Grote Raad van Mechelen
was zoek. In Antwerpen, in zijn ogen een
stad met het voorkomen van 'een staa-
tige, zeer stillen en droefgeestige weduwe',
vond hij evenmin iets van zijn gading.
Weer op vaderlandse bodem veranderde
het karakter van de tocht: de ontdek
kingsreis werd een reeks inspectiebezoe
ken. In Breda constateerde hij dat de
archieven zeer ordentelijk werden
bewaard, in Den Bosch werd hij bevestigd
in zijn mening dat in dat departement
'nog geene recherches met genoegzaam
nut' konden worden gedaan, in
Nijmegen hoorde hij van de burgemees
ter dat de archieven niet belangrijk
waren, en na bezoeken aan Arnhem,
Deventer, Zwolle, Kampen, Elburg,
Harderwijk en Utrecht, waarbij hij ook
zijn correspondenten Van Hasselt en Van
Musschenbroek ontmoette, arriveerde hij
op 29 oktober weer in Den Haag. De win
ter naderde en hij was al langer van huis
geweest dan hij berekend had.
Na de eerste archiefreis had Van Wijn
de smaak te pakken. Toen hij vanuit
Henegouwen een brief kreeg waarin
bevestigd werd dat er zich daar een groot
aantal akten met betrekking tot Holland
en Zeeland bevond, wendde hij zich
opnieuw tot zijn superieuren. Dit was
toch een punt van 'essentie en nut ter
bevordering van de Vaderlandsche We
tenschappen'? Immers in de oudste regis
ters van Holland werden zeer veel lacunes
gevonden die wellicht uit de archieven
van andere Nederlandse gewesten zouden
kunnen worden opgevuld. En bovendien
waren er na de overgang van de grafelijk
heid van Holland op het Henegouwse,
Beierse en Bourgondische huis verschil
lende charters uit het landsarchief naar
Henegouwen en elders vervoerd 'en niet
teruggebracht'.
In juni 1805 kreeg Van Wijn opnieuw
toestemming (en geld) voor een reis naar
het zuiden. Voorzien van de nodige reis-
papieren en aanbevelingsbrieven voor de
autoriteiten ter plaatse reisde hij naar
Mons. Hij deed daar vijf weken onder
zoek in het archief van de tresorie en
vond er verschillende van de gezocht
charters in originali terug. Na zijn terug
keer schreef hij een notitie waarin hij zes
argumenten aanvoerde waarom de char
ters, 'die direct onze landen betreffen' en
moesten worden beschouwd als een
'voormalig deel en oud eigendom van het
Hollandsch archief', aan Frankrijk terug
gevraagd moesten worden.10 Helaas voor
Van Wijn ging dat niet door. Het
Staatsbewind besloot op 26 mei 1806 wel
iswaar bij Frankrijk een verzoek om terug
gave te zullen doen, maar de politieke
situatie was inmiddels zo veranderd dat
aan het besluit geen uitvoering werd
gegeven.
Van Wijn moest tien jaar wachten, maar
zag toen, net herbenoemd als 's Lands
archivarius, en inmiddels 76 jaar oud,
zijn kans schoon. Hij wilde terug naar
35
Urganisalie-Hlus
2RG ANISATIE-PLU
ivio
De Meent 2, 8224 BR LELYSTAD Cityhouse, Engelandlaan 174,2711 DW Z0E1ERMEER,
Telefoon 0320 - 229 928, Fax 0329 - 229 999, www.ivio.nl, e-mail info@ivio.nl telefoon 079 - 342 95 09, fox 079 - 342 59 46, www.diitoniulf.nl, e-mail: info@diicomulf.nl
Kaart van de Nederlanden omstreeks 1815,
waarop de plaatsen zijn aangegeven die Van Wijn
tijdens zijn archiefreis van 1804 heeft aangedaan.
Den Haag, Nationaal Archief.
De Henegouwse charters
september 2002
archievenblad