OPLEIDING KWALITEITSZORG EN KLANTGERICHTHEID: EEN HELE VERBETERING IN UW ORGANISATIE! JQ j^ConsuU GÖlVID I 21 Uw bedrijf spant zich vanzelfsprekend tot het uiterste in om uw klanten tevreden te stellen. Maar weet u zeker dat u op het gebied van kwaliteitszorg en klantgerichtheid op het juiste spoor zit? Kon u maar een beroep doen op een deskundige, die u wijst op knelpunten. Opleidingspakket Organisatie-Plus Daarom hebben IVIO en DisConsult een modulair opleidingspakket ont wikkeld: Organisatie-Plus. Hiermee verbetert u structureel kwaliteit, ef fectiviteit, service-gerichtheid en com municatie van uw organisatie. Bijvoorbeeld met de opleiding Kwali- lvm m teitszorg en Klantgerichtheid. Deze opleiding kent vier modules: Klantgericht denken, dere opleid Teambuilding, Klachtenmanagement en beschikbaa Werken met verbeterteams, sturen. Andere opleidingen Andere opleidingen van het Organisa tie-Plus opleidingspakket: Managementvaardigheden; Taal en Communicatie; Kantoor en Automatisering. Vraag de brochure aan! Van de opleiding Kwaliteitszorg en Klantgerichtheid, maar ook van de an- ingen, is een overzichtelijke brochure r, die wij u op uw verzoek graag toe- Meer weten? Als u meer wilt weten over het Organisatie-Plus opleidingspakket, of als u de overzichtelijke brochure wilt ontvangen, belt u dan met de cursusadministratie van DisConsult: 079 - 331 69 40, of stuur een e-mail naar info@disconsult.nl DOCUMENT MANAGEMENT KENNIS MANAGEMENT IVIO Opleidingen WORKFLOW MANAGEMENT DIOR-OPLEIDINGEN 4 Verder behelst het archief enkele stukken die betrekking hebben op de eerder genoemde commissies: de commissie- Verwey-Jonker en de gemengde commis sie van bijstand. En stukken van de voor ganger van de Commissaris: het Hoofd Ambonese Woonoorden in Nederland, de HAW1N. Een aantal zaken is niet in het archief te vinden. Zo heb ik geen verslagen van interne vergaderingen van het CAZ aan getroffen. Ook trof ik slechts één stuk dat betrekking had op het blad Pertemuan (ontmoeting) dat het CAZ vanaf 1953 in de woonoorden verspreidde. Archief stukken die gegenereerd zijn op het laag ste niveau, namelijk door de beheerders van de woonoorden, zijn helaas niet in het archief te vinden, op een enkel stuk na dat als bijlage naar Den Haag werd gestuurd. Een van de redenen waarom het CAZ-archief een uniek archief is, is omdat het in potentie nog erg uitgebreid is. 'In potentie' omdat de uiteindelijke beslissing over de persoonsdossiers nog niet is genomen. Als ook dat deel bewaard zal blijven, dan hebben histo risch Nederland en de Molukse gemeen schap er een goudmijntje bij. Begin jaren negentig was er eigenlijk nog geen sprake van een apart CAZ-archief, maar van een Molukkers-archief dat onder het ministerie van Maatschap pelijk Werk viel. De Centrale Archief Selectiedienst (CAS) had een groot deel van de archiefstukken in Winschoten en was bezig om op basis van een techno cratische invalshoek een vernietigings- lijst op te stellen. Dit was in feite de twee de maal dat stukken uit het CAZ-archief dreigden te worden vernietigd. In de jaren zeventig, na de Molukse kapingen, was het Inspraak Orgaan Welzijn Moluk- kers (IWM) erachter gekomen dat stuk ken uit het archief werden vernietigd omdat ambtenaren van het ministerie delen van het archief als gevoelig beoor deelden. In een regulier overleg tussen IWM en het ministerie werd gevraagd hiermee te stoppen, wat ook gebeurde. De lijsten van de CAS werden in de jaren negentig opgesteld in het kader van PIVOT (Project Invoering Verkorting Overbrengings Termijn). H. Libretto, archivaris van VWS, was inmiddels op de waarde van het 'Molukkers-archief' gewe zen door de kunsthistoricus Huib Akihary die onderzoek had gedaan naar de Molukse woonoorden.3 Akihary had verschillende dozen waarin bestekteke ningen en andere stukken per woonoord zaten van labeltjes voorzien. Ook de directeuren van het net opgerichte Moluks Historisch Museum wezen op het belang van het archief. Het 'gevecht' om het behoud van het hele CAZ-archief verliep via twee sporen. Ten eerste was het belangrijk dat het CAZ-archief niet zou worden gesplitst in een 'ministerie van Maatschappelijk Werk-deel' en een 'ministerie van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk-deel'. Ten tweede moest worden voorkomen dat een vernietigingslijst van de CAS zou bepalen wat weg kon. Daar moest minimaal een inhoudelijke afwe ging aan te pas komen. De druk van verschillende kanten had effect. Zeker de druk van Molukse zijde. Het museum was voortgekomen uit de gezamenlijke verklaring van de Molukse gemeenschap en de Nederlandse rege ring, de Lubbers-Metiary overeenkomst, waarin de Molukse gemeenschap een 'levend monument' was toegezegd. Nu vroeg dit 'levend monument' om behoud van het CAZ-archief en verklaarde zich bereid dit eventueel zelf te gaan beheren. Vernietigingslij sten die de CAS had opge steld werden scherp becommentarieerd door verschillende betrokkenen. Bij het ministerie werd men voorzichtig met het archief en er werd afgesproken om samen met de algemeen rijksarchivaris te kijken wat met het archief gedaan zou worden; een van de opties was om (delen van) het archief over te dragen aan het Moluks Historisch Museum. In de tussentijd werkte Libretto door aan de inventaris van het archief, dat boven dien alleen maar in omvang toenam omdat ambtenaren archiefstukken die zij op hun werkkamer hadden liggen over droegen. Op basis van de informatie die hij inmiddels had verkregen structureer de Libretto het archief zoals het had moeten zijn: sectie bij sectie en inspectie bij inspectie. Het ARA raakte geïnteresseerd in het archief en nam in eerste instantie alleen het centrale archief van het CAZ over. In de regel worden alleen de archieven van grote inspecties bewaard en niet van klei ne inspecties, waardoor de CAZ-inspec- ties Noord, Zuid en Midden genomi neerd werden te worden vernietigd. Echter vanwege het unieke karakter van de inspecties en hun historische belang is later besloten om de archieven van deze inspecties toch op te nemen. Eind 2001 was de stand van zaken dat er in het ARA twaalf meter CAZ-archief lag, behelzend het centrale deel van het CAZ. Circa zes meter inspectie-archieven lagen bij het ministerie van VWS klaar om te worden overgebracht naar het ARA. De CAS in Winschoten bekeek nog wat gedaan moest worden met ongeveer tien meter archiefstukken uit het CAZ-archief. En ten slotte lag er in het depot in Steenbergen nog 42 meter aan persoons dossiers in afwachting van een definitie ve beslissing over hun toekomst. Het kan niet genoeg worden benadrukt dat de waarde van het CAZ-archief, en dan bedoel ik hetgeen ik in de jaren negentig in de catacomben in Rijswijk aantrof en niet de vermagerde versie die nu bij ARA ligt, zit in de volledigheid en gedetailleerdheid. Het aantal niveaus dat in het archief samenkomt is uniek. Het archief biedt niet alleen de mogelijkheid om een echt beeld te vormen van het beleid dat werd gevoerd ten opzichte van Molukkers, maar ook om een beeld te krijgen van het leven in de woonoorden en de woonwijken. Het geeft ook de mogelijkheid om inzicht te krijgen in de manier waarop wij in Nederland in, wat we misschien mogen noemen, de proto- multiculturele samenlevingsfase omgin gen met migrantengroepen. De wijze waarop de zorg rondom Molukkers werd georganiseerd was geënt op de manier waarop eerder werd omgegaan met werk lozen en andere gemarginaliseerde bevol kingsgroepen. Later is daarvoor onder andere het minderhedenbeleid en grote- stedenbeleid in de plaats gekomen. In die zin is het CAZ-archief een onmisbare schakel in de ontwikkeling van achter standsbeleid sinds de Tweede Wereld oorlog en heeft het beduidend meer waarde dan alleen wat betreft de Molukse geschiedenis. Het is ook daarom van groot belang dat de persoonsdossiers (natuurlijk met inachtneming van alle privacyregelin- ORGANISATIE-PLU? Organisatiegids De Meent 2, 8224 BR LELYSTAD Telefoon 0320 - 229 928, Fax 0329 - 229 999, www.ivio.nl, e-mail info@ivio.nl Cityhouse, Engelandloan 174, 2711 DW ZOETERMEER, telefoon 079 - 342 95 09, fax 079 - 342 59 46, wvnv.diicomulf.nl, e-moil: info@diicomult.nl Gevecht om het archief augustus 2002 archievenblad I

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Archievenblad | 2002 | | pagina 10