Impressies van het congres ^Behoud van Informatie de praktijk cte praktijk De bijeenkomst in het Congresge bouw in Den Haag was goed bezocht. Er waren zo'n 450 aanwezigen, een mix van vertegenwoordigers uit het archiefwezen, de documentaire informatievoorziening en het bedrijfsleven. In vier tracés van drie workshops gaven professionals uit het veld handreikingen voor de toepas sing van de regels in de dagelijkse prak tijk. Dat was tenminste de bedoeling van het groots opgezette en overigens perfect georganiseerde congres. Bij de inschrij ving al werden we verrast met een zware leren schrijfmap en een cd-rom met samenvattingen van de op het congres te houden presentaties, de regelingen en wat andere publicaties. Vol verwachting over wat er komen ging, zochten we een goede plek in de Van Goghzaal voor de openingsrede door algemeen rijksarchivaris dr. Maarten van Boven en de presentatie van de regelin gen door dr. Rick van der Ploeg. Dag voorzitter Hans Dekkers, voorzitter van de Hogeschool Management Documen taire Informatievoorziening, bezorgde ons een eerste verrassing, hoewel verras sing... De mededeling dat de Regeling geordende en toegankelijke staat archiefbe scheiden ondanks de verzekeringen in oktober 2001 nog niet van kracht is, was al voor het congres tot de uiterste hoeken van het land doorgedrongen. De reden ervan ligt in het feit dat de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) wil dat gemeenten voor de uitvoering van deze regeling extra geld uit het Gemeentefonds krijgen. Op zich merk waardig omdat de eisen niet van vandaag of gisteren zijn. Duurzaamheid, goede en geordende staat zijn noties die in het ver leden ook vereist waren, maar nog niet zo werden genoemd. Maarten van Boven stond in zijn openingstoespraak stil bij enige hoogte punten uit tweehonderd jaar archiefzorg, zoals het jaar 1802, waarin het Neder landse archiefwezen werd geboren met de benoeming door de regering van Hendrik van Wijn tot rijksarchivaris. Van Wijn was toen 62 en bleef tot zijn 91ste levensjaar in functie. Van Wijn kreeg de opdracht om orde te scheppen in de archiefchaos die de voorgangers van de centrale eenheidsstaat hadden gecreëerd. Het vaak genoemde andere hoogtepunt was de totstandkoming van de bekende 'Handleiding'. Het archiefrecht in de praktijk en de Archiefwet zijn er uitvloei sels van en vinden veel navolging of die nen als voorbeeld tot over onze grenzen heen. Binnenkort verschijnt zelfs nog een Surinaamse vertaling van die meer dan honderd jaar oude handleiding! In de loop der tijden zijn er in de toege paste methodiek voor archivering tal van veranderingen geweest. Op dit moment is de digitale archivering van bijvoor beeld elektronische databanken en ver gaand geïntegreerde datastructuren van beslissende invloed op het vak van de archivaris. Hierbij doemen problemen op voor de selectie en vernietiging. Op rijks niveau werd en wordt heftig gediscus sieerd over procedures, maar helaas, aldus van Boven, niet over de inhoud. Dat resulteert in 'een puinhoop'. Zelfs voor de oude papieren archieven zijn er nog steeds niet overal selectielijs ten en bij vele ministeries kent men zijn eigen archief niet, klapte Van Boven uit de school. Het tweede probleem is de huidige organisatie van de documentaire informatievoorziening. De twee werel den van automatisering en archivering zouden één geheel moeten zijn. Daarbij is tot nu toe de overheidsdocumentatie te veel afgestemd op het eigen functione ren en niet op raadpleging door de bur ger om daarmee een transparante over heid te scheppen. Van Boven hield vervolgens een pleidooi voor de duurzaamheid van bescheiden van tenminste 100 jaar (artikel 11), de goede en geordende en toegankelijk staat van de digitale bescheiden (artikel 12) en de bouwvoorschriften voor de archief ruimtes (artikel 13). Volgens Van Boven is de Archiefwet vooral een cultuurwet en daar wringt de schoen ten opzichte van overheidsinformatie. Een dilemma, aldus Van Boven, is het omvormen van archieven tot regionale historische centra waarbij depots niet op dezelfde plek gelokaliseerd kunnen zijn. Dan zal men een onderscheid moeten maken tussen front- en backoffice, waar van enige voorbeelden in de Verenigde Staten en Canada aanwezig zijn. Kortom, aldus Van Boven: na 200 jaar archiefzorg moet er nodig een geweldige omslag gemaakt worden. De beheers baarheid van de archieven is een blijven de zorg, maar het digitale tijdperk zal voor de beschikbaarheid een zegen zijn. Staatssecretaris Rick van der Ploeg werd vervolgens uitgenodigd om zijn zegje te doen. Het is de vraag of hij, gezien de komende verkiezingen op 15 mei, nog enige beleidsinvloed kan uitoe fenen. Maar hij wil in ieder geval zijn voornemens middels een brief aan de Tweede Kamer nog voor die datum ken baar maken. De staatssecretaris zei dat archieven voor onderzoekers zeer belangrijk zijn. Om die reden moet er goed voor gezorgd worden dat het verleden bewaard blijft. Archi varissen krijgen te maken met een varië teit aan onderzoekers zoals genealogen (een voor hem moeilijk uit te spreken woord), biologen, chemici, natuurkundi gen. Archieven, aldus van der Ploeg, raken de emoties van mensen. Ze hebben een duidelijke functie in de samenleving en door digitalisering krijgen meer men sen wereldwijd toegang tot informatie. Een voorbeeld voor Van der Ploeg vormt de Freedom of Information Act in de Verenigde Staten, die uit 1996 stamt. Deze wet verplicht federale organen om al hun informatie digitaal beschikbaar te stellen voor het publiek. Een andere wet, de Government Elimination Act, regelt die verplichting zelfs explicieter en het stre ven is om dit alles in 2003 gereed te heb ben. De staatssecretaris was van mening dat men in het archiefwezen en aanverwante disciplines goed moet nadenken over het behoud van informatie en digitale beschikbaarstelling van het bestaande materiaal. Maar ook over de digitale archieven van de eenentwintigste eeuw. Digitale data moeten binnen twintig jaar zijn overgedragen en de vraag is of die cesuur nog wel gehandhaafd kan blijven. Gaat overdragen of openbaar maken straks niet met alleen een druk op de muisknop? Archieven zijn interessant voor ons allemaal. Van der Ploeg pleitte wat dit betreft voor een integratie van Archiefwet en de Wet Openbaarheid van Bestuur. De commissie-Franken heeft geoordeeld dat digitale beschikbaarheid voor het publiek van overheidsinforma tie een grondrecht is in dit tijdperk. Deze mening heeft de regering overgenomen. Een voorstel tot grondwetswijziging op dit punt ligt bij de Raad van State. Gelet op die plicht van digitale beschikbaar stelling betoonde Van der Ploeg zich een voorstander van de actie 'elimination of paperwork', die wat hem betreft voor de rijksoverheid in 2004 moet zijn afge rond. Van der Ploeg meende dat het digi taal archiveren in onze eeuw een norma le gang van zaken is en dat er om die reden standaards voor dynamische archieven ontwikkeld moeten worden. Hij liet (evenals andere sprekers) bij tijd en wijle een (kennelijk interessante) Engelse term vallen, zoals the information age, economy and society. Van der Ploeg vreesde (en wie niet?) dat iedere archief organisatie haar eigen site-wiel wil uit vinden en dat er hierdoor een wirwar aan digitaal kluizenaarsschap ontstaat in Nederland. Dat kan niet de bedoeling zijn in zo'n klein land. Daarom pleitte hij voor coördinatie tussen de archiefdien sten. Tevens realiseerde Van der Ploeg zich dat er bij kleine organisaties onvol doende geld beschikbaar is voor de digi tale ontsluiting. Dat is voor hem een reden om die organisaties te laten aan sluiten bij overkoepelende landelijke projecten als GenLias en Kenteken bewijzen. De vraag blijft wel of van der Ploeg zich ervan bewust is dat dit alles ook pijnlijke personele offers met zich meebrengt en veel geld gaat kosten. Tot slot wees hij op de spectaculaire toe- name van het virtuele bezoek aan archiefdiensten, waarbij geen voorbeel den en cijfers werden aangehaald. Verder prees hij de inzet van vrijwilligers die meewerken aan de digitalisering van beeldmateriaal in het gemeentearchief van Den Haag. Zijn excuus voor het noe men van dit archief was het gegeven dat hij in deze stad het meest vertoeft. Of was dit het lobbywerk van de Haagse gemeentearchivaris dat met name zijn archief werd genoemd? Van der Ploeg had er beter aan gedaan geen enkele archiefdienst bij naam te noemen, want in het hele land is het vooral dankzij de inzet van onbetaalde krachten dat veel bescheiden nu digitaal en laagdrempelig te raadplegen zijn. Hiervoor kunnen zij niet genoeg bedankt worden. Ondanks de regionalisering is het bezoek aan studiezalen in regionale archieven niet toegenomen. Toch pleitte van der Ploeg voor samenvoeging van archief diensten om de laagdrempeligheid te bevorderen. Kwaliteit en publiekstoegan- kelijkheid staan voor hem voorop. De staatssecretaris achtte wettelijke regels voor dit streven niet noodzakelijk, omdat de rijksorganen, de waterschappen en gemeenten ieder voor hun archief ver antwoordelijk blijven. Zijn toekomst beeld is een archiefwereld die vooral digi taal informatie verschaft. 'Are you expe rienced'? is daarbij de vraag en uitdaging aan de professionals. lil 18 19 Van regels naai kennis Door Patricia Böschen, Roelof Braad en Rienk Jonker Op initiatief van het Nationaal Archief i.o. vond op 24 januari het belangrijke congres 'Behoud van Informatie' plaats. Staatssecretaris van Cultuur, Rick van der Ploeg, presenteerde er drie nieuwe regelin gen voor het archiefwezen. Dat zijn de Regeling duurzaamheid archiefbescheiden, de Regeling geordende en toegankelijke staat archiefbescheiden en de Regeling bouw en inrichting archiefruimten en archiefbewaarplaatsen. Het congres was de slotmanifestatie van de voorlichtingsactie 'Van regels naar kennis'. De congreszaal was goed bezet tijdens de inleiding van de algemene rijksarchivaris dr. M.W.van Boven. Tweehonderd jaar archiefzorg Het recht op overheidsinformatie Staatssecretaris Van der Ploeg neemt bloemen in ont vangst na het uitspreken van zijn inleiding. I 1 archievenblad maart 2002 maart 2002 archievenblad

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Archievenblad | 2002 | | pagina 9