Groenendijk Microfilm Scanservice Papier- Boekrestauratoren Subsidie voor project 'Toegang op personen' (TOP) www.sterken.nl de praktijk ...ALS HET ECHT OM KWALITEIT GAAT zi Boekverfilming Bf Groot formaat verfilming Zi Boekscanning Bf Groot formaat scanning zi Fotoscanning kleur/zwart-wit Q' Microfilmscanning Zi Negatiefscanning Bi Microfichescanning zl Diascanning Bf Microfilmafdrukken O' Documentverfilming Bf Plotten CAD-bestanden op microfilm z£ Documentscanning STERKEN 2 ATELIER Heeft u onze internet site al eens bezocht? - I 31 RESTAURATIE ATELIER STERKEN BV Atelier voor conservering en restauratie van papier en per kament zoals boeken, prenten, tekeningen, grafiek, (wand)kaarten, charters zegels etc. De Cloese 7-9 7339 CM Ugchelen Tel. 055 - 5 42 31 47 Fax 055 - 5 43 06 14 Mobiel 06 - 53 93 93 53 Internet: www.sterken.nl DOCUMENTENWACHT Documentenwacht omvat een 24 uurs calamiteitenservice en collectie inspectie met schade preventie als uitgangspunt. Telefoon: bovenstaande nummers en: Semafoon 06 - 59 28 48 55 Edisonweg 50D, 2952 AD Alblasserdam Tel.: 078-6931300 Fax: 078-6931123 E-mail: gms@groenendijk.net Website: groenendijk.net februari 2002 archievenblad I Door Frans Floving* DIVA heeft een subsidie ontvangen voor het maken van een systeem waarmee in ver schillende on-linebestanden met persoons gegevens kan worden gezocht. Gebleken is dat de meeste bezoekers van archieven komen voor onderzoek naar personen, veel al voorouders. Die bezoekers zijn gebaat bij dit nieuwe systeem, dat de naam TOP (Toegang op personen) heeft gekregen. In steeds meer instellingen worden de bronnen voor persoonsgegevens geau tomatiseerd ontsloten. Uit de vorig jaar door DIVA gehouden enquête naar digi talisering van persoonsgegevens, kwa men meer dan 50 verschillende bronnen naar voren (zie wwwdivakoepel.nl, onder de link informatie). Op dit moment zijn er vier grote applicaties op dit terrein die via internet raadpleegbaar zijn. In de eer ste plaats de Digitale Stamboom, een door de gemeente Delft ontwikkelde applicatie, die binnen het gemeentelijke archiefwezen grote populariteit geniet. Een vergelijkbare applicatie is het door de Rijksarchiefdienst ontwikkelde Gen- Lias. In Noord-Brabant is een Internet Studiezaal Informatie Systeem ontwik keld, gericht op een uniforme presentatie van archiefmateriaal. Het Centraal Bureau voor Genealogie ten slotte biedt een eigen on-linecatalogus, waarmee in diverse bestanden gezocht kan worden. In de huidige situatie moet iedereen die op zoek is naar persoonsgegevens ver schillende websites raadplegen. Deze situatie is in 1999 aanleiding geweest voor de vier hierboven genoemde aan bieders om in DIVA-verband te onderzoe ken of een centrale bevraging van deze persoonsgegevens te realiseren valt. Digitale schil Aanvankelijk is onderzoek gedaan naar de opzet van een nieuwe centrale database, waarin de gegevens uit de ver schillende lokale systemen zouden wor den ondergebracht. Al gauw bleek deze aanpak niet vruchtbaar. Allereerst is het archiefwezen organisatorisch sterk ver snipperd, waardoor het opzetten en beheren van een dergelijke applicatie niet haalbaar bleek. Bovendien hebben de huidige aanbieders van gegevens fors geïnvesteerd in de bestaande lokale syste men. Overstappen op een centrale data base zou een ongewenste kapitaalvernie tiging betekenen. Daarom is gekozen voor de constructie van een zogenaamde 'digitale schil'. Het uitgangspunt daarbij is dat de bestaande systemen gehand haafd blijven. Om die lokale systemen heen wordt een schil geconstrueerd in de vorm van software die de communicatie tussen het publiek en de lokale databases verzorgt. Het grote voordeel hiervan is dat dit de lokale systemen intact laat. Uiteraard vraagt deelname aan een centrale digitale schil ook om afstemming, maar deze gaat veel minder ver, omdat zij louter organi satorisch van aard is en niet inhoudelijk. Het is daarom niet nodig dat de aanbie ders hun gegevensmodellen op elkaar afstemmen. Een ander belangrijk aspect is dat de kos ten voor de bouw en het onderhoud van een digitale schil aanmerkelijk lager lig gen, dan die van een centrale database. Dit concept is uitgewerkt tot het functio neel model van de mediator. De functio naliteit daarvan laat zich het beste als volgt omschrijven. Er wordt een interface geïnstalleerd op een website. De onder zoeker stelt daar zijn vraag aan de media tor naar aanwezige persoonsgegevens in de systemen van de aangesloten instel lingen. De mediator verdeelt deze vraag gelijktijdig over alle databases en presen teert (na een door de vraagsteller te bepa len wachttijd) de gevonden gegevens. Tevens wordt aangegeven welke syste men niet geantwoord hebben. (Het func tioneel model is te downloaden vanaf www.divakoepel.nl, onder de link projec- ten/GDP). Toen eenmaal de totale kosten in beeld gebracht waren, heeft DIVA een subsidie verzoek ingediend bij het Nationaal Actieplan Elektronische Snelwegen. Geen van de betrokken partijen beschikt immers over de middelen om deze lande lijke, sectoroverschrijdende voorziening te realiseren. Uit het Nationaal Actieplan is een bedrag beschikbaar gesteld van 205.000,- euro, dat het mogelijk maakt de applicatie te laten bouwen, de vier genoemde aanbieders aan te sluiten en een jaar lang proef te draaien. Toegankelijkheid cultureel erfgoed De ontwikkeling van de TOP-applica- tie sluit goed aan bij de ambitie van het De meeste archiefbezoekers zijn op zoek naar gegevens over hun voorouders. kabinet om het cultureel erfgoed toegan kelijker te maken voor een groot publiek. Maar ook de erfgoedsector zelf is in zekere zin doelgroep van het project. DIVA ver wacht dat de standaard die door de TOP- applicatie gesteld wordt, van invloed zal zijn op de ontwikkeling van metadata in de erfgoedsector. Er wordt daarom ook nauw samengewerkt met de Vereniging Digitaal Erfgoed Nederland (DEN). De eerste fase van het project bestaat uit de bouw van de mediator en het bij wijze van proef aansluiten van de vier betrok ken aanbieders van persoonsgegevens. Met de bouw van de applicatie is in janu ari begonnen, de verwachting is dat deze in de zomer opgeleverd wordt. In de tweede fase van het project wordt gedurende een jaar proefgedraaid. Deze periode is met name bedoeld om de gevolgen voor de lokale systemen (zowel technisch als organisatorisch en finan cieel) te onderzoeken. Daarnaast moet in deze periode ook het beheer van de mediator ondergebracht worden. Op basis van de onderzoeksresultaten kan een model ontwikkeld worden voor de aansluiting van de overige landelijke sys temen. Gedurende de proefperiode wor den voorlichtingsbijeenkomsten georga niseerd voor potentiële deelnemers aan TOP. Daarnaast worden de eindgebrui kers actief geïnformeerd over de nieuwe zoekmogelijkheid. In de zomer van 2003 wordt het project geëvalueerd. Dan zal blijken of TOP net zo succesvol is geworden als de naam suggereert. Frans Hoving is coördinator digitale projecten bij DIVA. tc stfD. J^rasr.kel. 7} il Gtmcteraatn lil Igvan Swirderslrnol 33.i

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Archievenblad | 2002 | | pagina 15