Digitale omgevingsgeschiedenis in Gelderland archief en educatie archief en educatie Het lijkt erop dat de archiefinstellingen deze informatie niet goed genoeg aanbieden. Een genealoog denkt niet in termen van archieven maar wil weten welke bestanden voor hem rele vante informatie bevatten en wat die informatie waard is. Vaak gaan bronnen schuil onder niets zeggende namen, zoals Memories van Successie, Kwartierscommissarissen, Heerlijkheden... Daarom is het geven van nadere informatie noodzakelijk, wil een onderzoeker de waarde van een bron voor zijn onderzoek goed kunnen inschatten. Een archief toegankelijk maken is maar een begin. De toegangen op het internet zetten is meer van hetzelfde. Maar aangeven bij welk onderzoek bepaalde toegangen en inventa risnummers interessant zijn, is wel een volgende stap. Deze conclusie was in 2000 voor het Rijksarchief in Gelderland aanleiding om te komen tot de oprichting van de projectgroep EPO: ErfgoedProject Omgevingsgeschiedenis. Na persoonsgebonden informatie gaat de belangstelling van de genealoog vooral uit naar objectgebonden informatie: informatie over een huis, een boerderij, een winkel, een fabriek. Een onderwerp dat niet alleen de belangstelling heeft van genealogen, maar ook van huiseigena ren, planologen, toeristen, docenten et cetera. Het einddoel is nog ver weg maar zal uiteindelijk kunnen bestaan uit een Geografisch Informatie Systeem in de vorm van de kaart van Gelderland. De onderzoeker hoeft alleen een gemeente en een object in die gemeente aan te klikken en daar verschijnt alle onderliggende informatie over dat object: namen van eigena ren, verkoopprijzen, bouwtekeningen, foto's, hinderwetvergunningen. De droom van elke onderzoeker in dit digitale tijdperk. De eerste stappen: we wilden zoveel mogelijk als onderzoeker te werk gaan en zijn begonnen met literatuuronderzoek. Na bestudering leverde dit ons een formulier op met een selectie van bron nen of gedeelten uit bronnen die informatie bevatten over objecten, eigenaren, bewoners en omgeving. Intussen werd de projectgroep uitge breid met archivarissen van het Gemeente archief Arnhem, het Gemeentearchief Ede en het Streekarchivariaat Elburg e.o. We selecteer den als proefobjecten respectievelijk kasteel Zypendaal in Arnhem, boerderij De Grampel in Ede en notarishuis Hoefhamer in Elburg. Rijksarchief, gemeentearchief en streekarchief inventariseerden hun depots om het formulier te vullen met concrete informatie. Deze ervaring leidde tot de volgende bevindingen: informatie over een bepaald object vind je in diverse bestanden; deze bestanden bevinden zich in diverse archiefbewaarplaatsen; meer informatie over een bepaald object vind je ook 'elders'. Informatie ligt nooit op één plaats, maar moet als het ware bijeengezocht worden. Vaak heeft elke instelling zo haar eigen specifieke materiaal verzameld. Zo beschikt het Rijksarchief in Gelderland over het Familiearchief Brantsen, eeuwenlang eigenaren van kasteel Zypendaal. De gemeente Arnhem is nu eigenaar van het kasteel. Het Gelders Documentatie Centrum heeft tientallen prentbriefkaarten en publicaties betreffende het kasteel en bij een nazaat van de rentmeester van de familie Brantsen berust een familiearchief. Het maakt duidelijk waar een bezoeker behoefte aan heeft: een thematische digitale gids voor objectgebonden informatie in Gelderland. Na invulling van een gestructureerd zoekscherm met filters als periode en type infor matie (omgeving, huurder, pachter of eigenaar, economisch gebruik, beeldmateriaal) krijgt de onderzoeker als resultaat de verwijzing naar rele vante bronnen, waarom deze bronnen er zijn, over welke jaren ze lopen, welke informatie ze bevatten en waar ze zich bevinden. We zijn nu zover dat we kunnen beginnen met het ontwikkelen van de database voor de websi te. Tegelijkertijd zullen de overige archieven in Gelderland bij het project betrokken worden om aan de hand van het formulier in hun archieven op zoek te gaan naar relevante bestanden betreffende objectgebonden informatie. Daarnaast traceren zij ook relevante informatie elders. Belangrijk is dat er gekeken wordt naar de onderzoekswaarde. Al deze informatie komt in een database. Op deze manier bouwen we een algemene structuur met algemene informatie, die steeds meer verfijnd kan worden. In sommi ge gemeenten is er al onderzoek gedaan naar bewonersgeschiedenis. Dit kan dan als verwij zing opgenomen worden. Zijn de kadastrale minuutplans gedigitaliseerd? Plaats een link naar de 'Kleur van Nederland'. Dat geldt ook voor gedigitaliseerde Topografisch-Historische Atlassen, prentbriefkaartenverzamelingen, Tafels V-bis van de Memories van Successie, enzovoort. De oorspronkelijke naam EPO werd omgezet in DEPO: Database ErfgoedProject Omgevingsgeschiedenis. De term omgevingsgeschiedenis geeft al aan dat het project van begin af aan ook een duide lijke educatieve betekenis moest krijgen. Van elk onderzocht object moet toch een lesbrief te maken zijn? Uiteraard een digitale lesbrief in aansluiting op de rest van het project. Onderzoek van de pilots maakte duidelijk dat de aard van de informatie zich groepeerde rond drie items: de bewoners, het huis en het econo misch gebruik van huis en omgeving. Zou het mogelijk zijn een lesbrief te ontwerpen, die toe pasbaar is voor meerdere objecten? Er werd con tact gezocht met het Gelders Oudheidkundig Contact (GOC) en EDU-ART Gelderland, die gezamenlijk het project Erfgoededucatie Gelderland uitvoeren. Dankzij subsidies van het ministerie van OCenW en de provincie Gelderland heeft de projectgroep Erfgoed educatie Gelderland tot 2004 jaarlijks een ruim budget om erfgoedprojecten voor het onderwijs te produceren. De vraag vanuit de archieven kwam op het juiste moment, toen de plannen en budgetten voor 2001 nog niet vastlagen. De samenwerking van EDU-ART en het GOC in het project Erfgoededucatie Gelderland brengt twee werkterreinen samen die elk voor zich van belang zijn voor EPO, namelijk het Gelderse onderwijs en de Gelderse erfgoedinstellingen. Er ontstond al snel een beeld van het EPO-pro- ject. We willen dat vmbo-3-leerlingen via de computer thuis of op school onderzoek kunnen doen naar een 'huis' in hun eigen directe woon omgeving. Dit 'huis' kan variëren van een boer derij tot een kasteel en alles wat daar tussenin zit. Het onderzoek per computer moet aantrek kelijk zijn voor de leerlingen en we willen graag dat ze ook het huis zelf op locatie gaan bekijken. Twee geschiedenisdocenten doen momenteel onderzoek naar Huis Zypendaal in Arnhem en notarishuis Hoefhamer in Elburg om zo te komen tot een historisch verantwoorde en voor de doelgroep aantrekkelijke keuze van onder werpen en bijbehorend bronnenmateriaal. Door de contacten van EDU-ART met het onder wijs weten we dat juist vmbo-3 op erfgoedpro jecten zit te wachten, onder andere ten behoeve van het nieuwe vak Culturele en Kunstzinnige Vorming (CKV). We denken dat ook havo en vwo (basisvorming en tweede fase) geïnteres seerd zullen zijn in het project. In een later sta dium zal het eenvoudiger zijn het bestaande materiaal aan te passen aan havo en vwo dan andersom. Biblioservice Gelderland verzorgt de technische kant van het project. In nauw over leg met de ge schiedenisdocen ten wordt een aan trekkelijke site ontwikkeld waar aan in de toe komst vele andere Gelderse huizen kunnen worden toegevoegd. Het grote verschil tussen het educa tief project voor het voortgezet onderwijs en het DEPO-project is de beschikbaarheid van bron nenmateriaal. Wie naar Huis Zypendaal gaat op zijn computer maakt allereerst kennis met drie mensen, bewoners van het huis zelf of perso neelsleden. Een schilderij of een foto brengt de persoon tot leven. Vervolgens kies je voor één van de drie thema's: bewoners, huis of econo misch gebruik. Dan ga je aan de hand van kada strale kaarten, testamenten, brieven, foto's en prenten op verder onderzoek uit. Ten behoeve van de leerlingen wordt het bronnenmateriaal bewerkt. Een alinea uit een brief zal bijvoorbeeld oplichten als je er met de muis overheen gaat en er verschijnt een vertaling in modern Nederlands. Zo zal het bronnenmateriaal gaan spreken en zal blijken dat er, verborgen in deze schijnbaar onleesbare bronnen, verhalen zitten van mensen van vlees en bloed. In de eerste fase van het project zullen leerlin gen en andere geïnteresseerden een paar panden verspreid over de provincie kunnen onderzoe ken. Het is de bedoeling dat over een paar jaar het aantal onderzochte panden sterk is uitge breid. Dan wordt het interessant om verbanden te leggen tussen de huizen onderling. Het onder zoek in de diepte kan uitgebreid worden met een breedteonderzoek: een vergelijking maken tus sen meerdere Gelderse kastelen, verschillen tus sen boerderijen op de Veluwe en in de Achterhoek uitzoeken of het dagelijks leven van de rijke burgerij versus de boeren bestuderen. De min of meer losstaande huizen worden door de specifieke vraagstelling van iemand aaneenge- koppeld en geven samen een uniek stukje Gelderse omgevingsgeschiedenis weer. 21 Door Marcel Kok en Liesbeth Tonckens* Waarom komt het merendeel van de genealogen met het onderzoek niet verder dan de archieven van de burgerlijke stand en de kerkboeken? Zijn ze dan niet echt geïnteresseerd in de geschiedenis van hun familie? Er is toch nog zoveel meer informatie. In de studiezaal staat een kast vol met toegangen tot hun beschikking. Een overstap naar andersoorti ge archieven wordt echter niet zo gauw gemaakt. Van EPO naar DEPO Interactieve lesbrief Marcel Kok is werkzaam bij het Rijksarchief in Gelderland, Liesbeth Tonckens bij het GOC. M Kasteel Zypendaal in Arnhem. (Foto Gemeentearchief Arnhem) 20 archievenblad oktober 2001 oktober 2001 archievenblad

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Archievenblad | 2001 | | pagina 10