interactief
Het gebouw van de Groninger Archieven
rees donker en dreigend op uit een borrelend
moeras en was slechts via een slingerende touw-
brug te bereiken. In de hall waren al vele sollici
tanten verzameld. De eersten die ik begroette,
waren collegae Van Hoboken, Hart en Pieters.
"Wei-wel, drie Amsterdamse archivarissen tege
lijk!" - "Jazeker," zei Simon Hart stralend, "want
het is natuurlijk wél een topfunctie en eigenlijk
te veelomvattend voor één persoon. Daarom
solliciteren we gedrieën." - "Wat 'n uitdaging,
niet?," sprak Wil Pieters, "Waarmaken en uitdra
gen van de spilfunctie als historische kennis
bron! Stroomlijnen van de vernieuwingskracht!
Competenties van mensen koppelen aan het
ambitieniveau! De maatschappelijke vraag en
effectiviteit gebruiken als graadmeter voor suc
ces! Dat is geen kattepis!" - "Nee, zeker niet,"
mengde collega Bordewijk zich in het gesprek.
"Laten we even vaststellen dat het hier een orga
nisatie mét één mlssié betreft. Maar gelukkig is
het profiel helder. Ik kan me toch zo ergeren aan
archieforganisaties zonder missie doch mét een
onhelder profiel." - "Maar wat is dat profiel
dan," wilde ik weten. - "Wel, het profiel is een
energieke en koersbepalende manager die de
blik naar buiten richt," antwoordde Bordewijk
met een profetisch licht in de ogen. "Daarom
heeft het gebouw ook ramen, weet je.
Aanspréékbaar en aansprékénd, dat hebben die
mensen of the Human Capital Group, Search
and Selection, heel goed aangevoeld." - "Zijn die
mensen ook in het Nederlands aanspreekbaar?,"
wilde ik weten. Er kwam geen antwoord want
wij werden een immense zaal binnengeleid,
waar wij op stoeltjes tegen de achterwand moch
ten zitten. Ik kwam tussen collegae Ribberink en
Fruin terecht. Laatstgenoemde zat zacht te neu
riën. "Vanwaar die vrolijkheid, Robert?" Hij
glimlachte schalks. "Ik ben het lied En Langs Het
Tuinpad Van Mijn Vader aan het oefenen. Weet
je, ze gooien het helemaal op de regio. De
Groninger Archieven als schatkamer van cultu
reel vermogen!" - "Dat is waar," beaamde
Ribberink, "en er zijn er nogal wat die zich daar
op hebben ingesteld* Zo hebben de dames
Rijperman, Prins, Breesnee en Korvezee een
Onstweddener paringsdans ingestudeerd en
naar verluidt zal Den Teuling in klederdracht
verschijnen en een Boertangerse schopdans uit
voeren, waarbij hij zichzelf begeleidt op de
accordeon. Maar de hoogste ogen gooit Van
Albada. Die heeft een draaiorgeltje in elkaar
geknutseld dat Groninger volkswijsjes speelt,
met op de achtergrond braakgeluiden, knallende
boeren en knetterende winden. Als dat geen
'regio' is dan weet ik het niet meer. En mejuf
frouw Maris, die zoals je weet konijnen houdt in
haar bureauladen, doet een hoofdstuk uit
Waterschapsheuvel.
Helemaal aan de overzijde van de enorme zaal
nam de commissie plaats achter een tafel.
Ondanks de afstand kon ik ze woordelijk ver
staan. "We jassen eerst de kneusjes er doorheen.
Laten we beginnen met Fasel." Achter de tafel
zat de grote Deloitte, met links van hem de heer
Touche en rechts mevrouw van Zuijlen. Naast
haar namens het Groninger archiefwezen colle
gae Feith en Schuitema Meyer. Die keken star
voor zich uit en hebben zich gedurende de gehe
le sessie niet bewogen. Er ontspon zich het vol
gende gesprek:
Deloitte: "Wat heeft U het idee gegeven dat U
gekwalificeerd bent voor deze functie?"
F: "U vindt een opgave van mijn diploma's in
mijn cv."
D: "Ho ho, vindt U het niet een beetje indecent,
om niet te zeggen uitermate lullig, om te koop te
lopen met een pak diploma's, die strikt geno
men volstrekt irrelevant zijn?"
F: "Irrelevant?"
D: "Ja! In de oproep staat immers dat de bereid
heid om het diploma te behalen voldoende is?
•Vertel me liever eens hoe het staat met Uw oor
spronkelijke visie als strateeg! Uw bewustheid
van een voorbeeldfunctie! Uw gewenning om
niet alleen gewoon, doch ook integraal te
managen!"
F: "Ja sorry, ik ben maar een eenvoudige stadsar
chivaris en..."
v.Z (vinnig): "Dat is ons niet ontgaan! Maar wilt
U niet doorlopend afdwalen? Ik heb geen retour
Nijmegen-Groningen genomen om naar oever
loos gezeur te luisteren!"
F: "Nou kijk, ik heb hier een aantal gedrukte
inventarissen en regestenlijsten, waaruit
blijkt..."
D: "Archiefinven...?" (kijkt vragend naar Feith,
maar die reageert niet.)
F: "Een archiefinventaris is een beschrijving van
de inhoud van een archief, om het simpel te
houden."
D: "Juist ja. Wel, als ik U er een plezier mee doe
dan wil ik iemand er wel even naar laten kijken.
En wat is die rol?"
F: "Dat is een foto van een begin veertiende-
eeuws vidimus van het stadsrechtprivilege van
Alkmaar."
T: "Vidimus? Privilege? We gaan hier toch niet
geleerd zitten doen hè? Daar zit de Groninger
Archieven niet op te wachten! Daar heeft de
Groninger Archieven helemaal geen behoefte
aan, hoor! Vertel liever eens hoeveel manage-
26
Irsngj
mentscursussen U gevolgd heeft."
F: "Managementscursussen? Ik heb wel wat
beters te doen!"
T: "Maar hoe hebben ze U dan kunnen aanstel
len? Iemand zonder opleiding! Hebben Uw
medewerkers U dan nooit ter verantwoording
geroepen tijdens de ochtend- of middagevalu-
ering? Waar praten jullie eigenlijk over?"
F: "Ochtend- en middagevaluering? We hebben
eens per maand werkoverleg en dan praten we
over het werk. We houden ons namelijk bezig
met het ordenen van archieven en verzamelin
gen."
D: "Onbegrijpelijk! Wat zeldzaam primitief! Bij
jullie is kennelijk nog geen sprake van een in de
gehele organisatie herkenbare cultuuromslag,
die zich nadrukkelijk vertaalt in klantgericht
heid en dienstverlening, laat staan dat de mede
werkers zich profileren als breed inzetbare gene
ralisten."
F: "We hebben anders wel een studiezaal hoor!
En we gaan hopelijk niet zitten katten op mijn
mensen hè?"
v.Z: "Mijn mensen zegt hij! Meneer stamt ver
moedelijk nog uit de tijd dat de vacatures door
de VAN bekend gemaakt werden op een half A4-
tje! De tekst kon overigens ook gemakkelijk op
een sigarettenvloeitje."
F: "Wat 'n tijden waren dat hè?"
Toen ik weer buiten stond, zag de wereld er heel
anders uit. De touwbrug was verdwenen en heel
Groningen was bedekt met ijs; dof, pokdalig
zwart ijs. Groningen was ineengeschrompeld tot
de troosteloze negorij, die het in mijn ogen
altijd was, is, en zal zijn. Ook de mallotige
Martinitoren was gekrompen en wel tot een aan
vaardbaar dorps formaat. Hoe lang ik daar stond
te genieten weet ik niet, maar toen hoorde ik
achter mij roepen. "Anton! Wacht op mij!" Het
was collega Rinzema. "Joh Jaap, wat zie je er
uit," zei ik geschrokken. - "Ach man, ik wilde
het gesprek beginnen met een Fries gedicht, en
daar begint me die Schuitema Meyer, die er bij
zat als een zombie, opeens te gillen van: "Geen
Fries hier! Ga weg! We willen jullie niet!". En
tegelijk springt dat mens van Van Zuijlen op de
tafel en begint te dansen en te schreeuwen: "Dit
is een socio-liberaal rollenspel! Reageer!
Reageer!", en toen gooide ze een volle pan soep
over me heen." - "En hoe reageerde jij?" - "Wat
moest ik dan? Ik heb nog nooit een vrouw gesla
gen, zelfs mijn eigen moeder niet! Dus ben ik
maar weggegaan. Zullen we onderbinden? Dan
kunnen we nog voor donker in Hurdegaryp
zijn." - Er kwam nog iemand aangelopen, name
lijk de Groninger rijksarchivaris Formsma, die
het huilen nader stond dan het lachen. "Ik ben
op de vlucht, want ik mag het depot niet meer
in om te inventariseren. Ze willen dat ik ga net
werken en ook moet ik nieuwe geld- en sponsor
bronnen aanboren. Ze zeggen dat alle depots
dicht gaan. Mag ik met jullie mee? Er moet toch
ergens een plek zijn waar de grote gekte nog niet
heeft toegeslagen?" - "Natuurlijk Pim, sluit maar
aan." Even later reden wij in hoog tempo over
de ijsvlakte. Opeens riep Jaap: "Ze zitten achter
ons aan! Ik denk dat ze Pim terug willen halen."
Nog sneller reden we, maar achter ons naderden
Deloitte Touche in hun pijlsnelle Jaguar. Bijna
hadden ze ons ingehaald toen mijn linker-
schaats in een scheur kwam en ik viel. Ik
schreeuwde het uit. "Wakker worden, toe dan,
word wakker," riep mijn vrouw. Langzaam
kwam ik tot mezelf en een weldadig gevoel
doorstroomde mij. Ik ben al jaren gepensioneerd
en hoef gelukkig nooit meer te solliciteren. Maar
wat leuk evengoed om zoveel oude vrienden en
collegae weer eens gesproken te hebben.
De sollicitatie
Door Anton Fasel*
archievenblad
september 2001
Anton Fasel is oud-gemeentearchivaris van Alkmaar.
september 2001
archievenblad