Pioniersters van de vrouwenbeweging I Een archieftentoonstelling ir Indonesië en Nederland y burengerucht burengerucht Vijf jaar geleden bracht de nieuwe cultureel attaché in Jakarta, Geeskelien Wolters, een kennismakingsbezoek aan verschillende instellingen in Nederland, waaronder het Algemeen Rijksarchief (ARA). Zij moest helaas vaststellen dat de culturele samenwerking tussen Neder land en Indonesië na de zogenaamde affaire-Pronk op een dieptepunt - zo niet tot stilstand - was gekomen. Inmiddels zijn er, na veranderingen in het politieke klimaat in Indonesië, opnieuw relaties aangeknoopt. In november 2000 is een overeenkomst getekend tussen ARA en het Nationaal Archief in Jakarta (ANRI) voor het behoud van de archieven in Indonesië uit de periode 1602-1942. Vanaf dat moment zijn projecten van start gegaan. In verband hiermee waren enkele collega's van het ARA in december 2000 in Jakarta. Mw. Wolters, directeur van het Erasmushuis aldaar, nodigde het ARA uit om een tentoonstelling te orga niseren over de pioniersters van de vrou wenbeweging in Indonesië - Kartini - en andere vrouwen die een beslissende rol in deze beweging hebben gespeeld. Het Erasmushuis is het Nederlands cultu reel centrum in Jakarta, dat tot doel heeft de kennismaking met de Nederlandse taal en cultuur te bevorderen. Naast tal loze concerten en lezingen organiseert het tien exposities per jaar, waarbij geprobeerd wordt onderwerpen te pre senteren die relevant zijn voor Indonesische bezoekers. Het ARA reageerde positief op het verzoek en gaf mij de opdracht een en ander te regelen. De uitnodiging uit Jakarta moet gezien worden tegen de achtergrond van de sociale en politieke ontwikkelingen in Indonesië sinds 1998. Tijdens de 'nieuwe orde' van Suharto was geprobeerd om ui 'nf alle maatschappelijke stromingen te beheersen, inclusief de rijk geschakeerde en sterke vrouwenbeweging. De viering van de geboortedag van Kartini (21 april) was verworden tot een nationaal feest waarin lippendienst bewezen werd aan deze opmerkelijke, uiterst intelligente en radicale vrouw. Het organiseren van missverkiezingen, wedstrijden in bloem schikken etc. had echter weinig te maken met de historische figuur Kartini (1879- 1904). Na het vertrek van Suharto ontstond er meer ruimte voor vrije meningsuiting en discussie. Toen de economische depressie in Azië voedselschaarste en extreem hoge prijzen tot gevolg had, ontstonden er in 1998 spontaan demonstraties en acties waarin vrouwen een hoofdrol speelden. Zij richtten de publieke aandacht op dat gene waar het werkelijk om gaat: alle daagse noden van de bevolking, respect voor mensenrechten en veiligheid voor vrouwen. Er werd afstand genomen van de Kartinidag-vieringen van de afgelopen dertig jaar en gepleit voor viering van internationale vrouwendag (8 maart). Het Erasmushuis wilde door een presen tatie van historische bronnen een bijdra ge leven aan de herwaardering van Kartini en een terugblik bieden op het geen in de afgelopen jaren door andere Indonesische vrouwen en de vele vrou wenorganisaties is verricht. Tijdens haar bezoek aan het ARA had mw. Wolters kennisgemaakt met archiefmateriaal over dit onderwerp. Om aan te sluiten bij de huidige situatie nodigde de ambassade bovendien een nieuwe Indonesische vrouwenorganisatie uit, Yayasan Jurnal Perempuan (YJP), om op 21 april in het Erasmushuis een seminar te organiseren over andere 'Kartini's' en de activiteiten van lokale organisaties in geheel Indonesië. YJP bedacht voor de tentoon stelling en het seminar de titel Celebrating Indonesian women: Kartini and other women that made a difference. De expositie zou lopen van 29 maart tot en met 21 april 2001 en daarna rond reizen in Indonesië. Vanwege die rond reis zou de basis bestaan uit foto's van archiefmateriaal. Alleen in de geacclima tiseerde en beveiligde expositieruimte van het Erasmushuis zou een beperkt aantal originelen worden getoond. Het doel van de tentoonstelling was duide lijk. Het was echter geen eenvoudige opgave om geschikt materiaal te vinden om het verhaal in beeld te brengen. Te verwachten was dat er voldoende materi aal over Kartini zou zijn. Kartini was immers al tijdens haar korte leven - zij stierf in 1904 op vijfentwintigjarige leef tijd - een bekende persoonlijkheid. Dit dankte ze aan haar onconventionele optreden, moderne opvattingen en vrij moedige en gepassioneerde pleidooien - in uitstekend Nederlands - in haar ont moetingen met Europeanen en de talloze brieven die ze in de laatste vijf jaar van haar leven schreef. Daarmee had ze ook de aandacht van de regering op zich weten te vestigen. Voor de andere pioniersters als Dewi Sartika, Rohana Kudus, Maria Maramis, Raham el Janusia en Maria Ulfah Santoso zou het lastig worden. De koloniale over heid was nauwelijks geïnteresseerd in individuele initiatieven van vrouwen en - vanaf de twintiger jaren - de georganiseer de vrouwenbeweging, tenzij gevreesd werd voor een bedreiging voor 'rust en orde'. Critici van het koloniale beleid en geïnteresseerden in de nationalistische beweging hadden weinig oog voor de eigen thema's en doelstellingen van de vrouwenbeweging. Documentatie over de verschillende stromingen in de vrouwen beweging is om die reden in Nederland schaars. In Nederland werd onderzoek gedaan in archief, fotocollecties en bibliotheek van het Koninklijk Instituut voor Taal-, Land en Volkenkunde te Leiden (KITLV), het Koninklijk Instituut voor de Tropen te Amsterdam (KIT), het Instituut voor Internationale Sociale Geschiedenis (IISG) en het Internationaal Informatie centrum en Archief voor de Vrouwen beweging (IIAV), beide eveneens te Amsterdam. Het Nederlands Audiovisueel Centrum te Hilversum en het Nederlands Filmmuseum werden benaderd voor mogelijk aanwezig bewegend beeld. Collega's bij het ANRI konden in de korte voorbereidingstijd van de tentoonstelling geen aanvullend materiaal vinden in Indonesië. Besloten werd een beperkte composi tie te maken met archief- en beeldmateri aal over een aantal individuele vrouwen, aangevuld met momentopnames van de rol van vrouwen en de vrouwenbeweging in de afgelopen eeuw. De pioniersters hadden zich vooral ingezet voor onder wijs aan meisjes en vrouwen als sleutel tot ontwikkeling. Aanvankelijk ging het om lager onderwijs met aandacht voor praktische vaardigheden, zoals handwer ken en naaien. Later ook om voortgezet onderwijs. Het was duidelijk dat hieraan de nodige aandacht besteed zou moeten worden. De fragmentarische beelden zouden door een goede verbindende en ondersteunende tekst opgenomen moe ten worden in een verhaal dat eindigde met de vele activiteiten die vrouwenorga nisaties in heel Indonesië thans ont plooien. Anders dan in het begin van de twintig ste eeuw, toen vrouwen gescheiden waren door sociale en geografische afstand, communiceren ze nu direct met elkaar via moderne communicatiemidde len als radio en internet en bieden zo wederzijds steun. Om dit te illustreren zou in de expositieruimte een computer met internetaansluiting worden ge plaatst, zodat bezoekers een paar vooraf geselecteerde websites konden bekijken. De radio-uitzendingen van YJP besteden aandacht aan allerlei actuele onderwer pen. Ook wordt geprobeerd door inter views met, vaak hoogbejaarde, vrouwen de mondelinge geschiedenis vast te leg gen en te verspreiden. Bij toeval kwam YJP een bijzondere vrouw uit de Minangkabau (Sumatra) op het spoor, Rohana Kudus. Zij bracht in 1912 in het Maleis de eerste vrouwennieuwsbrief uit, Soenting Melajoe, en richtte scholen voor vrouwen en meisjes op. Tijdens het semi nar op 21 april zou een biografie over haar worden gepresenteerd. Een klein dochter, Ibu Ida Irfan, bleek enkele zeer oude exemplaren van de nieuwsbrief te bezitten en een aantal prachtige oude foto's van haar grootmoeder. Het feit dat de nummers van Soenting Melajoe geëx poseerd konden worden was heel bijzon der. Ook originele brieven van Kartini waren nooit eerder getoond in Indonesië. Dit alleen al zou de expositie uniek maken. Na de verkenning van bronnenmateriaal en literatuur moest de conclusie wel zijn, dat veel van de betreffende geschiedenis nog niet geschreven is. De tentoonstel ling riep op om de vele documenten, foto's en mogelijk filmmateriaal van par ticuliere scholen voor vrouwen en meis jes, vrouwenverenigingen en andere par ticuliere organisaties in Indonesië op te sporen en dit cultureel erfgoed beschik baar te maken en te behouden voor toe komstige generaties. Voor de feitelijke inrichting van de tentoonstelling vertrok ik op zaterdag 24 maart naar Jakarta. Op maandag begon nen de werkzaamheden. Tot een uur voor de opening op donderdagavond is door de medewerkers van het Eras mushuis enthousiast en keihard gewerkt om de foto's in passe-partout te zetten en in te lijsten, teksten in drie talen te verta len (Indonesisch, Nederlands, Engels), tekstpanelen te maken, de ruimte in te richten enz. Er werd een afspraak gemaakt met Mely Tan, die gevraagd was om de openingstoespraak te houden. Zij is een bekend sociologe en was tot voor kort voorzitter van het onderzoeksinsti tuut van de Universitas Katolik Atrna Jaya. De Nationale Commissie voor Geweld tegen Vrouwen te Jakarta werd 12 13 Door Iris Heidebrink* Het is vaak moeilijk om het onderwerp 'archief' onder de aandacht van een breder publiek te brengen of op de politieke agen da te plaatsen. Dit artikel is een verslag van het organiseren van een archieftentoonstel ling in Jakarta. Dankzij goede internationale samenwerking is het effect van dit evene ment groter gebleken dan verwacht of gehoopt. Geïnteresseerden kunnen het materiaal volgend voorjaar in Den Haag bezichtigen. Vrouwen in beeld •v tü Bezoekers van de tentoonstelling bekijken cartoons en uitdraaien van internet. Beelden van vrouwen De keuze Roehama Kudus met een aantal van haar leerlingen. Jakarta: samenwerking en respons archievenblad juni 2001 archievenblad

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Archievenblad | 2001 | | pagina 6