Wij bieden een compleet aanbod! INFORMATIEDIENSTVERLENING I (IDV-I) ASSISTENT BIBLIOTHECARIS OPENBARE BIBLIOTHEKEN INFORMATIEDIENSTVERLENING 2 (IDV-2) INFORMATIEKUNDE INFORMATIETECHNOLOGIE www.stichting-go.nl Context. Interpretatiekaders in de archivistiek. Jaarboek 2000 van de Stichting archiefpublicaties. Interpretatiekaders in de archivistiek ^o°r <0 ^erl eni„e DE MODULAIRE OPBOUWVAN ONZE OPLEIDINGEN GEEFT U DE MOGELIJKHEID EEN PAKKET SAMEN TE STELLEN DAT PRIMA AANSLUIT BIJ UW WERKZAAMHEDEN STICHTING GEMEENSCHAPPELIJKE OPLEIDING literatuur 'Context is all chaos' Het is toeval dat ik deze bijdrage over Context schrijf op dezelfde dag waarop de door mij geschreven Archiefterminologie ter becommentariëring op de website van de KVAN is gezet. Deze terminologie is de eerste ter wereld die een archivisti- sche definitie bevat van het begrip con text, dat vooralsnog geen slijtagegevoeli- ge modeterm is gebleken. Voor de rest van dit stuk is het noodzakelijk om in het kort de belangrijkste tweedeling van het begrip context aan te geven. Ten eer ste de technisch-administratieve context van een archiefbestanddeel binnen het archief of de organisatie waarin het krachtens het structuurbeginsel thuis hoort. Ten tweede de bestuursrechtelijke of, ruimer, maatschappelijke context waar binnen de archiefvormende organisatie opereert. Ik had bij het gereedmaken van de laatste versie van de Archiefterminologie alleen van het eerste artikel van dit jaarboek kennis kunnen nemen. Zoals dat hoort in een openingsartikel, geeft Thomassen een historisch overzicht van de hante ring van het begrip in de archivistiek. Hij begint met de Handleiding voor het orde nen en beschrijven van archieven (1898) en Th.H.F. van Riemsdijk (algemeen rijksar chivaris van 1887-1910) en gaat daarna direct door naar de Amerikaanse archivis tiek van de jaren negentig van de vorige eeuw. Voor Nederland beperkt hij zich tot de PIVOT-theorie uit dezelfde perio de. En passant trekt hij zijn eigen defini tie in van het begrip uit zijn 'Korte intro ductie in de archivistiek' (Jaarboek 1999) zonder met een nieuwe definitie te komen. Wel geeft hij een programma van eisen waaraan een definitie zijns inziens moet voldoen. De tweede bijdrage is een onvertaalde herdruk van het klassieke artikel van D. Bearman en R. Lytle, 'The power of the principle of provenance' uit 1985. De term context komt er nog niet in voor. Het stuk is van fundamenteel belang voor de ontwikkeling van de moderne archivistiek. Het bevat een toepassing van de principes van de Handleiding uit 1898 op de moderne archiefvorming in het algemeen en de digitale in het bij zonder. Evenals de Handleiding polemise ren de auteurs tegen bestaande praktij ken bij het toegankelijk maken van archiefbestanddelen, in dit geval uiter aard die in Amerika. Het artikel besteedt vrijwel alleen aandacht aan de technisch- administratieve context, waarvoor de term 'provenance' wordt gebruikt. De denkwijze van Bearman en Lytle treft men in Nederland al in de jaren vijftig en zestig aan in de geschriften van Bloemen, Van der Gouw, Formsma en Panhuijsen, onder meer in artikelen in het Archievenblad. Uiteraard was er toen nog geen sprake van de digitale dimensie. De term structuurbeginsel dateert niet, zoals een van de auteurs denkt, uit de jaren tachtig, maar is al gecanoniseerd in 1962 (in de Nederlandse archiefterminologie). In het historisch overzicht van Thomassen én in de korte historische inleidingen op overige artikelen ontbreekt deze vaklite ratuur. Hofman gaat het verst in het aanbrengen van onderscheidingen binnen het begrip context, waarbij hij (uiteraard) Thomassen niet precies volgt. Zeer terecht benadrukt hij ook het belang van vastlegging van de contextgegevens, aan geduid als 'metadata', een begripsom schrijving voor wat niet meer is dan beschrijving. Inderdaad zal het noodzake lijk zijn om in de digitale omgeving meer of andere elementen te beschrijven dan in de klassieke. Hofman komt tot een totaal van twee pagina's voor één con textbeschrijving. Een groot gedeelte van deze informatie staat in de klassieke inventaris overigens in de inleiding en volgens ISAD(G) in kopnoten. In een voorbeeld van een toepassing beschrijft hij enkele bedrijfsprocessen, maar niet de tijdens dat proces gevormde archiefstuk ken. Elke beschrijving omvat ruim een halve pagina. Het is de vraag of dergelijke Jaarboek 2000 teksten een praktische toegang leveren tot een archief dat tientallen of honder den bedrijfsprocessen kan betreffen. Horsman gaat weer op een andere manier te werk. Hij ontwerpt een model van de context, maar laat daarbij de tech nisch-administratieve context bewust buiten beschouwing (p. 76). De archief vormende werkprocessen wil hij vervol gens beschrijven met behulp van ISAD(G), dat de klassieke inventarisgege- vens mét de technisch-administratieve context op een gestandaardiseerde manier aan onderzoekers bedoelt te pre senteren. ISAD(G) is dan ook een stan daard voor de beschrijving van objecten, niet voor de beschrijving van processen. Horsman hanteert de PIVOT-theorie voor het beschrijven van administratieve werkprocessen en functies. Daarbij rekt hij de PIVOT-terminologie nogal op. Mijns inziens kan men actoren niet gelijkstellen aan archiefvormers, en zeker niet 'actoren in ruime zin'. De meest voorkomende actor in PIVOT-rapporten is 'de minister'; nog ruimer zal dus de Staat der Nederlanden zijn. Vervolgens voeren niet de actoren werkprocessen uit: de minister is hoogstens de eindver antwoordelijke, en als initiatiefnemer of parafeerder medebetrokkene. Het begrip actor is ook niet aan een persoon gekop peld, en archiefvormer mijns inziens wel. Niet de werkprocessen produceren archiefstukken, maar de mensen bij hun werkprocessen. Hun producten, al dan niet digitaal, worden vervolgens door henzelf of gespecialiseerde collega's 31 Dit najaar een part-time opleiding volgen? Meer informatie: Celebesstraat 89 2585 TG Den Haag Tel. 070-35 12380 Fax 070-3549789 info@stichting-go.nl of kijk op onze web-pagina's. ;se' AV e Opleidi'O^ «nfoï^ ci Een aantal mensen, ervaren en beginnende archivarissen, is gevraagd een bespreking te schrijven over het jaarboek 2000 van de Stichting Archiefpublicaties. Wilt u ook uw mening geven: schrijf dan naar de redactie van het Archievenblad. CON TEXT mei 2001 archievenblad

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Archievenblad | 2001 | | pagina 15