Archivistiek in
1}
visiting professor
visiting professor
De opmaat naar de finale viel in de laatste
week van maart. Op 27 maart gaf ik een public
lecture, in het University of Michigan Museum
of Art. Onder de titel 'Reading Paintings. Letters
and Ledgers on European and American
Paintings' lieten James O'Toole (een collega uit
Boston) en ik aan de hand van dia's zien wat
voor rol archivalia op schilderijen hebben. Jim
en ik hebben elkaar in 1997 in Ann Arbor, tij
dens ons verblijf als research fellow, in de
Bentley Historical Library leren kennen. We ont
dekten toen een gemeenschappelijke interesse
in documenten op schilderijen. Ik heb er in
mijn Leidse oratie (1993) over gesproken.
O'Toole publiceerde vorig jaar (met Barbara
Craig) een artikel 'Looking at Archives in Art' in
de American Archivist.
In ons optreden in het Museum of Art nam ik
vooral de Hollandse regentenportretten en vani-
tas-schilderijen voor mijn rekening, terwijl Jim
een aantal Amerikaanse schilderijen behandel
de. Dankzij de medewerking van de mensen van
de Archiefdienst voor Kennemerland kon ik
dia's van een recente vondst tonen. Op het door
Frans Hals in 1664 vervaardigde portret van de
regentessen van
het Oudemannen
huis te Haarlem is
een register te zien.
Dat register is het,
in het Haarlemse
gemeentearchief
bewaarde, 'register van 't inkomen ende afsterven
der oude mannen binnen 't oude mannen-huijs
tot Haerlem' (aangelegd in 1609). Frans Hals
schilderde eerder in 1664 de heren regenten van
het Oudemannenhuis: waarschijnlijk is daarop
het resolutieboek te zien, maar daarvan valt niet
met zekerheid de identiteit vast te stellen. Het is
in elk geval niet de bijbel, zoals de Amerikaanse
schrijver Michael Kernan in zijn recente roman
The Lost Diaries of Frans Hals aanneemt.
Op 28 maart was de voorlaatste sessie van
het seminar 'Archives, documentation and the
Institutions of Social Memory', georganiseerd
door het Advanced Study Center van het
International Institute van de University of
Michigan. Ditmaal waren de rapporteurs
Richard Cox (Pittsburgh), Luciana Duranti
(Vancouver), Beth Yakel en David Wallace (bei
den van de Michigan School of Information): de
Noord-Amerikaanse topinstellingen voor
archiefonderzoek en -onderwijs. Enigszins chau
vinistisch was ik het meest getroffen door de bij
dragen uit Michigan. Beth behandelde de
archiefinventaris (en andere finding aids), niet
alleen als representatie van archiefstukken, maar
ook als een sociale constructie, een representatie
van de tijdgebonden sociale en culturele syste
men (mensen, procedures, ideologie) waarin de
inventaris is vervaardigd, bijgehouden en gewij
zigd. Zij waarschuwde dat de - op zichzelf
terechte - nadruk die gelegd wordt op de ontslui
ting voor de gebruiker, ertoe kan leiden dat de
functie van inventarissen, gidsen en overzichten
als instrument voor administratief beheer wordt
veronachtzaamd. Alle inventarissen op het web
is prachtig, maar hoe is het collectiemanage
ment in het backoffice?
David Wallace presenteerde de twee fameuze
Amerikaanse rechtszaken over digitale archie
ven: die over het PROFS e-mailsysteem van het
Witte Huis en die over de selectielijst GRS 20. In
de PROFS-zaak ging het over de vraag of e-mail
archiefbescheiden in de zin der wet zijn en of
het e-mailsysteem een archiveringssysteem is.
De regering beweerde van niet, maar de rechter
oordeelde anders (David Bearman, 'The Im
plications of Armstrong v. the Executive Office
of the President for the Archival Management of
Electronic Records', American Archivist 56 (Fall
1993), pp. 674-689.) In de tweede, recentere
zaak ging het erom of de Archivist of the United
States terecht had gehandeld toen hij alle federa
le overheidsorganen toestond om e-mail te wis
sen mits het stuk was overgebracht naar een
archiveringssysteem (op papier of elektronisch)
met 'all appropriate transmission data'. Ja, oor
deelde de rechter, die daarmee de klagers (ver
enigd in de actiegroep Public Citizen) in het
ongelijk stelde (zie www.nara.gov/records/grs20/
index.html). Beide zaken maakten duidelijk, aldus
David, dat archiefregelgeving niet slechts gericht
is op de overheid zelf, maar ook een belang voor
de burger regelt - normen waarvan de juistheid
en nakoming aan het oordeel van de rechter
kunnen worden voorgelegd.
Op 29 maart verschenen we, door middel
van een rechtstreekse videoverbinding, in het
Haagse hotel Des Indes. We - de hoogleraren
archives and records management aan de School
of Information: Margaret Hedstrom, Beth Yakel,
David Wallace en ik. De Records Management
Conventie was die dag bijeen en dankzij de ICT
konden 'zij' (in Den Haag om 4 uur 's middags)
en 'wij' (in Ann Arbor om 9 uur 's ochtends) van
gedachten wisselen over recordkeeping, stan
daardisatie, e-mailbeleid enz. (zie ook de rubriek
'Nieuws uit het veld' in dit nummer van het
Archievenblad). Zo'n videoconferentie maakt je
extra bewust van het wegvallen van grenzen van
tijd en plaats: Amerika en Nederland zijn zo
dichtbij! Dat heeft overigens als gevolg dat je
ook tijdens een verblijf in het buitenland niet
helemaal los kunt komen van wat er in
Nederland gebeurt. Je houdt contact met het
thuisfront, maar daardoor komt er minder
terecht van wat voorgangers als Netherlands
Visiting Professor ervoeren: volkomen onderge
dompeld zijn in het werk in Ann Arbor. Toch is
ook voor mij het kenmerk van mijn acht maan
den in Ann Arbor 'de weelde om, weg van de
dagelijkse werkdruk, rustig te kunnen denken, te
lezen en proberenderwijs wat met research "aan
te rommelen".'
Die uitspraak (door Willem Bakker van de TH
Twente die in 1978-1979 Netherlands Visiting
Professor was) staat, in het Engels, in een boekje
dat mijn vrouw en ik schreven ter gelegenheid
van het vijftigjarig bestaan van The Netherlands
Visiting Professorship. Dat feit werd op 5 april in
Ann Arbor gevierd. Aan dit evenement namen
deel de Provost (te vergelijken met een
Nederlandse rector magnificus, maar dan met
grote bevoegdheden op financieel gebied), de
vice-president van de Koninklijke Nederlandse
Akademie van Wetenschappen, de Nederlandse
consul, een groot aantal dekanen van de
University of Michigan en vele leden van de
Netherlands American University League. Er
waren toespraken, ik hield een praatje over de
geschiedenis, ons boekje Holland in Ann Arbor
werd gepresenteerd en een nieuw protocol inza
ke de samenwerking tussen Michigan en de
Akademie werd ondertekend.
'Rustig te kunnen denken, te lezen en proberen
derwijs wat met research "aan te rommelen".'
Voor mij betekende dat: scherper leren zien wat
de rol van archieven als geheugen (en geweten)
van mensen, organisaties en samenlevingen is,
is geweest en zou kunnen zijn. De sereniteit en
serendipiteit van een jaar in Ann Arbor hadden
ook consequenties voor mijn opvattingen over
de ervaring met en de beleving van de culturele
geheugens, de manier waarop archivarissen hun
vak dagelijks beoefenen en in dat vak moeten
worden opgeleid - maar daarover later meer.
26
27
In 1847 vestigde zich een eerste
groep Nederlandse kolonisten,
Afgescheidenen onder leiding van
ds. A.C. van Raalte, in de
Amerikaanse staat Michigan.
Zij en degenen die h.en volgden
stichtten er, in de wildernis aan
het Lake Michigan, kolonies als
Holland, Graafschap, Vriesland,
Zeeland. Bij de viering van het
eeuwfeest (1947) besloten de
staat Michigan en de Nederlandse
regering tot de instelling van een
leerstoel voor een Netherlands
Visiting Professor aan de
University of Michigan in Ann
Arbor (een stad van ruim 109.000
inwoners ten westen van Detroit).
Vanaf 1950 is er jaarlijks in Ann
Arbor een Nederlandse geleerde
die als gasthoogleraar is
benoemd door de Koninklijke
Nederlandse Akademie van
Wetenschappen en de University
of Michigan. In het studiejaar
2000-2001 is The Netherlands
Visiting Professor Eric Ketelaar,
hoogleraar archiefwetenschap
aan de Universiteit van
Amsterdam en de Leidse
Universiteit.
AMERIKA
Door Eric Ketelaar
Dit is mijn laatste bijdrage als Netherlands Visiting
Professor aan de University of Michigan. Na acht
maanden aan de University of Michigan gewerkt te
hebben, ben ik inmiddels weer teruggekeerd in
Nederland.
Frans Hals, Regentessen van het Oudemannenhuis, 1664.
(Frans Halsmuseum, Haarlem)
Chauvinistisch
Professor Eric Ketelaar.
Contact met het thuisfront
Met de klok mee:
Margaret Hedstrom (links),
David Wallace en Beth Yakel.
archievenblad
archievenblad