MAÏS vernieuwd en verbeterd E-mail response nieuws uit het veld nieuws uit het veld Leerlingen en docenten in Hilver sum behoren tot de bevoorrechte groep die reeds toegang heeft tot een deel van de collectie van het Nederlands Audio visueel Archief (NAA). Dit jaar komen daar scholen in de 'Kenniswijk' van Eindhoven bij. Om het gebruik van de collectie van het NAA te bevorderen heeft OCenW 7 miljoen gulden uitge trokken voor de digitalisering van de col lectie en voor scholing van docenten in het toepassen van audiovisuele bronnen in lesmateriaal. Tenslotte gaat in de loop Rob Thoolen, docent aan het AlberdingkThijmcollege te Hilversum. van 2001 een 'NAA in de Klas demonstratie-site' on line, zodat ook de andere scholen in Nederland op de hoogte raken van de mogelijkheden van 'NAA in de Klas'. In 1999 ontving het NAA al subsidie voor de ont wikkeling van een multi- media-toepassing via het Kennisnet. Samen met enkele middelbare scho len werd het project 'NAA in de klas' ont wikkeld. Het NAA digitaliseerde 200 uur- audiovisueel materiaal zodat dit als streaming media on demand in de schoolmediatheken is te gebruiken. Dat wil zeggen dat de gebrui ker films of radio- en televisieprogramma's kan afspelen zonder dat het beeld- of geluidsignaal wordt opgeslagen op zijn of haar eigen computer (de fragmenten zijn dus niet te bewerken). Wel kunnen de links Pim Slot, projectleider 'NAA in de klas'. naar het materiaal worden opgenomen in docentenmodules, zodat leraren er zelf een les mee kunnen maken, en kunnen leerlingen er digitale projectdossiers mee vullen. In een aantal testrondes hebben docen ten en leerlingen geëxperimenteerd met het gebruik van dit systeem voor de vak ken Nederlands, geschiedenis en het nieuwe vak Culturele en Kunstzinnige Vorming (CKV). Zij selecteerden zelf het audiovisueel materiaal uit de NAA- archieven. Scholieren van het AlberdingkThijmcollege aan het werk met 'NAA in de Klas'. (Foto's: Nederlands Audiovisueel Archief) februari 2001 archievenblad Door Eric Ketelaar Onder de noemer 'dienstverlening op afstand' geeft het 'Handvest dienstverlening archieven 2001' normen voor de afhandeling van vragen die schriftelijk, telefonisch of via e-mail binnen komen. Wanneer het gaat om basisinformatie dan is een e-mail binnen één werkdag te beantwoorden; andere ver zoeken worden afgehandeld conform de richtlijnen voor schriftelijke aanvragen. Met een kleine test naar de beantwoording van e-mail is nagegaan aan welke maatstaf archiefdiensten voldoen. Het goede nieuws: op twee simpele vragen per e-mail ant woordde 70 procent van de archiefdiensten binnen een week. Het slechte nieuws: bijna een kwart van de archiefdiensten reageerde niet of pas na aandringen. Op 12 en 15 mei vorig jaar richtte Fred Alberts zich per e-mail tot 37 archiefdiensten met twee vragen: Is de studiezaal van het archief open op vrijdag 2 juni (de vrijdag na Hemelvaart)? Tot hoever is het archief van Gemeentewerken (voor de rijksarchie ven: Provinciale Waterstaat) overge bracht en is dit archief openbaar? Dezelfde dag nog antwoordden tien archiefdiensten. Daaronder waren kleine archiefdiensten (Ede, Rheden-Rozen- daal), maar ook grote (rijksarchief Friesland, Zeeuws archief) en zeer grote (Amsterdam en Rotterdam). De volgende dag kwamen er nog eens negen bij, zowel gemeente- als streekarchieven. Binnen een week (vijf werkdagen) hadden 26 van de 37 diensten (70 procent) gereageerd. Dat schaalgrootte niet altijd garant staat voor maximale efficiency lieten het Algemeen Rijksarchief, het Utrechts Archief en de Groninger Archieven zien. Het ARA antwoordde na zes werkdagen op de vraag naar openstelling, terwijl het antwoord op de vraag betreffende Provinciale Waterstaat pas na tien werk dagen kwam. De Utrechtse en Groninger archieven antwoordden na elf werkda gen. Maar dat was in elk geval beter dan de acht archiefdiensten (22 procent) die pas na een rappel, in de eerste week van juni, van zich lieten horen. Toen veront schuldigde het gemeentearchief Dor drecht zich over de slechte verwerking van e-mail en verwees naar het telefoon nummer van de studiezaal. Twaalf van de 29 archiefdiensten die (zonder rappel) reageerden waren op de vrijdag na Hemelvaart gesloten. Een aan tal keren luidde het antwoord naar de beschikbaarheid van het archief van gemeentewerken: gedeeltelijk niet open baar, gedeeltelijk niet toegankelijk. Het streekarchivariaat Rijnstreek waarschuw de dat een groot deel van het archief van gemeentewerken klaar staat om vernie tigd te worden. Drie streekarchieven (Hollands Midden, Waterland, Bomme- lerwaard) verwezen de vraagsteller naar hun websites. E-mail brengt nieuwe diplomatische (en diplomatieke?) vormen met zich. Bijna alle archiefdiensten antwoordden in keu rige briefstijl, met aanhef en onderteke ning, soms ook met een registratuur nummer. Een enkele keer was het ant woord wel erg kort(af), wat ternauwer nood nog binnen de e-etiquette valt. Lastig is het dat sommige antwoorden als afzender een persoon vermelden, zonder dat uit het adres achter duidelijk is van welke archiefdienst het antwoord komt. Als dan in de tekst ook nog slechts met een acroniem aan de archiefdienst gere fereerd wordt, is het moeilijk uit te zoe ken met wie je van doen hebt. De soms raadselachtige e-mail-adressen van archiefdiensten dragen niet bij tot de bereikbaarheid. Conclusie: in een groot aantal archief diensten zijn ontvangst en snelle beant woording van e-mail goed georganiseerd, maar nog te veel diensten hebben een response die beneden de maat is die je in het maatschappelijk verkeer mag stellen. De redactie van e-mail-antwoorden ver dient enige aandacht. In het decembernummer van het Archievenblad (blz. 8) is een bericht opgenomen over NABS, een nieuw inventarisatieprogramma dat in opdracht van de provincie Noord- Holland in 1999 is ontwikkeld. De erva ringen met het veel gebruikte maar stil aan verouderde programma MAIS 4 bracht de betrokkenen ertoe om NABS te ontwikkelen. Immers, MAIS 4 werd sinds 1998 niet langer ondersteund door Oracle en aangeduid als niet-millenni- umproof. MAIS miste dus de potentie en het elan van vernieuwing. Het bericht over NABS vraagt om een toelichting, zegt de nieuwe eigenaar van MAIS: het programma was inderdaad aan vernieu wing toe, maar daar is het afgelopen jaar hard aan gewerkt. MAIS werd in het verleden door een groot aantal archiefdiensten gebruikt voor het vervaardigen van inventarissen. In oktober 1999 heeft DE REE Archief systemen het beheer van MAIS overgeno men van de Rijksarchiefdienst. Sindsdien zijn tal van verbeteringen aangebracht. Allereerst is het systeem onder MS Windows gebracht, waardoor de functio naliteit sterk is verbeterd. De program matuur is geconverteerd naar de laatste versie van Oracle, het omslachtige beschrijvingsveld werd aangepast en bestanden van oude versies werden geconverteerd. Door het moderniseren van de programmatuur is het mogelijk om behalve de voor publicatie gereed zijnde inventaris ook foto's en kaarten op te nemen. Om ervoor te zorgen dat alle inventaris sen in de MAIS-database beschikbaar komen, is conversieprogrammatuur ont wikkeld die het mogelijk maakt de inven tarissen zowel in papieren als in digitale vorm te publiceren via internet. Voor de archiefdiensten die met MAIS werken, is er een gebruikersraad die twee keer per jaar bijeen komt om ervaringen uit te wisselen en mogelijke aanpassin gen van de programmatuur te bespreken. Voor meer informatie kunt u contact opnemen met DE REE archiefsystemen, T.W.S. Mansholtstraat 46 te Groningen, telefoon (050) 311 26 00. U kunt ook de website www.arcJijeven.nl bezoeken voor meer informatie. Technische specificaties Voor MAIS gelden de volgende techni sche specificaties: Database: Oracle 7.3.4 of hoger Interface: Oracle Forms 4.5 Platform: Oracle, dus ook MAÏS, is platform onafhankelijk; in client-servernetwerk bijvoorbeeld op Windows NT, Unix en Novell, werkstations onder Windows NT, 95, 98 en 2000. Internet: dynamische opbouw van de html-pagina's vanuit de Oracle-database Browsers: Microsoft Explorer 5.0 en hoger; Netscape 6.0 of hoger Tekst verwerker: MS Word (bij voorkeur) vanaf Word '97 Prijs: 5100 euro (voor netwerk met 5 aansluitingen) februari 2001 11 archievenblad

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Archievenblad | 2001 | | pagina 5