O
(5)
O
IIAV ontvangt Joke Smit-prijs
nieuws uit het veld
Op 31 oktober 2000 overleed de voor
malige rijksarchivaris van de Derde Af
deling van het Algemeen Rijksarchief drs.
J. Fox op 86-jarige leeftijd te Wassenaar.
Hij werd op 14 maart 1914 te 's-Gra-
venhage geboren en groeide op in Zeist,
waar hij ook werd begraven. Na een studie
geschiedenis aan de Rijksuniversiteit te
Utrecht van 1932-1942 was hij tot eind
1945 volontair bij het Gemeentearchief
Utrecht. Vervolgens was hij tot 1949 werk
zaam als archivaris bij de ANWB.
Begin 1949 deed Fox een opvallend goed
archiefexamen. Mede op aanbeveling van
de oud-rijksarchivaris in Overijssel, prof.
dr. B.H. Slicher van Bath, vond de algeme
ne rijksarchivaris jhr. dr. D.P.M. Gras-
winckel hem de aangewezen man om de
achterstallige inventarisatie van de mid
deleeuwse archieven van het graafschap
Holland bij de Derde Afdeling een impuls
te geven. In dat kader inventariseerde hij
een deel van het archief van de Grafe
lijkheidsrekenkamer. Hij voltooide dit
werk niet omdat de personeelsbezetting
beperkt was en hij verplicht was jaarlijks
enkele stagiaires op te leiden. Hierdoor
staan slechts enkele kleine inventarissen
op zijn naam. Naast recensies en necrolo
gieën geven enige artikelen in het
Nederlands Archievenblad vooral uitdruk
king aan Fox' bijzondere belangstelling
voor genealogie. In 1956 was hij geen
voorstander van het preadvies van de
voorzitter van de VAN, dr. G.W.A.
Panhuysen, om de archivaris meer invloed
te geven op de 'lopende administratie'.
In datzelfde jaar werd Fox benoemd tot
rijksarchivaris van de Derde Afdeling.
Vanaf 1968 was hij tevens plaatsvervanger
voor de algemene rijksarchivaris mr.
A.E.M. Ribberink. Na het roemruchte ver
trek van diens voorganger dr. J.L. van der
Gouw in 1968 moesten er moeilijke onder
handelingen met het ministerie van CRM
worden gevoerd. Door zijn integriteit en
gerichtheid op feiten en nauwkeurigheid
was Fox de aangewezen persoon om her
haaldelijk een ambtelijk 'nee' te formule
ren. Daarbij had de zaak bij hem altijd
voorrang op de emoties, aldus Ribberink.
Als 'prominent vakman en als een alge
meen hoog gewaardeerde persoon' werd
hij bovendien eerste adviseur van de alge
mene rijksarchivaris. Eind maart 1979 ging
Fox na een bijna dertigjarige ambtsperiode
met pensioen. Drie jaar daarvoor was hij al
vanwege zijn verdiensten tot Ridder in de
Orde van Oranje-Nassau benoemd.
Naast zijn rol als rijksarchivaris kent de
'oude' generatie archivarissen Fox vooral
als examinator van de Staatscommissie tot
het afnemen van de examens hoger en
middelbaar archiefambtenaar. Fox was
reeds vanaf 1955 als docent in de vader
landse geschiedenis en staatsinstellingen
vóór 1813 verbonden aan de Rijksar-
chiefschool. Vanaf 1966 examineerde Fox
tot na zijn pensioen uiterst nauwgezet
kandidaten op hun kennis van paleografie
en chronologie. Verder schreef hij namens
de examencommissie commentaren op de
voor het examen ingediende inventaris
sen. Op de studiedagen van de VAN in
1973 hield hij naar aanleiding daarvan
zijn bekende en nog steeds lezenswaardige
rede 'Fouten bij het inventariseren, bittere
ervaringen van een examinator', herdrukt
in de verzamelbundel van het Nederlands
Archievenblad in 1996.
Hij had vanaf 1978 jaren bij de Anti-
Apartheidsbeweging Nederland gewerkt,
kwam in 1995 als student op de Archief-
school en ging er daarna zelf werken. Hij
zat vol plannen en ideeën over wat een
mooie loopbaan in het archiefwezen zou
worden, Jan Pieter de Jeu. Op 23 septem
ber van het afgelopen jaar overleed hij,
nog net geen 48 jaar oud.
Dat hij in het archiefwezen thuis hoorde
had hij eerder in de gaten dan het archief
wezen zelf. Toen hij zich in 1994 aanmeld
de voor de Archiefschool werd hij niet toe
gelaten. Teveel historicus-onderzoeker, te
weinig op de praktijk gericht, was het oor
deel. Toen hij in 1995 wel werd toegelaten,
bleek hij een uitstekend organisator, die
alleen vakkennis als uitgangspunt wilde
nieuws uit het veld
nemen en die in de klas opviel door zijn
leergierigheid en zijn kritische houding.
Zonder zijpaden te mijden en omstandig
formulerend sloeg hij docenten vanaf het
begin met archivistische litteratuur om de
oren.
De Maagdenhuisbezetting was voor Jan
Pieter evenzeer een inspiratiebron als zijn
geschiedenisstudie; sociale en politieke
bewogenheid hoorden evenzeer bij hem
als belangstelling voor geschiedenis en
archief. Met zijn klasgenoot Pieter
Koenders had hij in zijn studententijd nog
in de werkgroep Buitenland van de ASVA
gezeten en deelgenomen aan acties voor
Angola en Mozambique, tegen de IGGI-
conferentie (Indonesië), tegen het
Berufsverbot (Duitsland), tegen apartheid
en tegen de NAVO. Zijn betrokkenheid bij
studie en werk was groot, maar groter nog
was zijn betrokkenheid bij de mensen met
wie hij studeerde en werkte. Voor hen was
hij altijd zorgzaam, behulpzaam en vol
aandacht.
Mede door zijn organisatorische kwalitei
ten en zijn onderwijservaring kreeg hij in
1997 een baan als coördinator en docent
bij de Archiefschool. Hij werkte er hard,
serieus en natuurlijk met grote betrokken
heid. 'Janpieteren' werd een equivalent
voor nauwkeurig, zorgvuldig en onver
stoorbaar werken, in de verhuizing van de
school naar Amsterdam speelde hij nog
een cruciale rol, maar daarna begon zijn
effectiviteit enigszins af te nemen. Een
archiefproject waarvoor hij werd ingezet
werd geen succes. Niemand dacht aan een
hersentumor, hijzelf nog het minst.
Jan Pieter de Jeu heeft maar vijf jaar in het
archiefwezen gewerkt. In 1995 bood de
archiefopleiding hem uitzicht op een boei
ende toekomst in een werksfeer die hem
op het lijf geschreven was. Het was duide
lijk dat hij zich in het archiefwezen al
gauw thuis zou voelen. Op 28 september
2000 werd hij begraven, met de aandacht
en zorg die ook zijn leven zo had geken
merkt.
In de Raad van State in Den Haag
werd de Joke Smit-prijs uitgereikt. De
prijs is vernoemd naar de in 1981 overle
den feministe Joke Smit en wordt elke
twee jaar uitgereikt aan een persoon,
instantie of groep die een fundamentele
bijdrage heeft geleverd aan de verbete
ring van de positie van vrouwen in de
Nederlandse samenleving. De prijs
bestaat üit een kunstwerk en een bedrag
van 15.000 gulden.
De onafhankelijke jury had haar handen
vol aan de voordracht; maar liefst 28
kandidaten waren genomineerd voor de
eervolle prijs. De jury adviseerde una
niem de Joke Smit-prijs 2000 toe te ken
nen aan het IIAV, dat al 65 jaar een cen
trale positie inneemt in de vrouwenbe
weging en door zijn informatie- en com
municatie-instrumenten en mondiale
netwerk ook midden in de wereld staat.
De jury bleek grote waardering te hebben
voor projecten en activiteiten die het
IIAV op internationaal niveau uitvoert.
Als voorbeeld werd genoemd het project
'Mapping the World': een database waar
in 370 vrouweninformatievoorzieningen
uit 120 verschillende landen zijn
beschreven. De jury prees het IIAV voor
zijn vroege onderkenning van ICT.
Daardoor is het IIAV de drijvende kracht
geworden achter de Nederlandse en
mondiale informatievoorziening en ken
nis- en informatie-uitwisseling tussen en
over vrouwen.
NIEUWS
u i t
In memoriam Fox 1914-2000
Door Dick Kaajan
In memoriam Jan Pieter de Jeu
Door Theo Thomassen
archievenblad
februari 2001
het veld
Het Internationaal Informatiecentrum en
Archief voor de Vrouwenbeweging (IIAV)
heeft de Joke Smit-prijs 2000 ontvangen.
Directeur Joke Blom nam deze regeringsprijs
voor emancipatie op 27 november in ont
vangst uit handen van staatssecretaris van
Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen Rick
van der Ploeg. "Wat zijn we trots op deze
prijs. Het is een belangrijke erkenning voor
ons werk," aldus Joke Blom.
Medewerkers en bestuursleden van het IIAV en
redactieleden van LOVER tonen trots de Joke Smit-prijs
2000. Helemaal rechts staatssecretaris Rick van der
Ploeg. (Foto: Mieke Schlaman)
februari 2001
archievenblad