SEPIA
In the picture. Preservation and digitation of European
photographic collections.
Hr*
literatuur
ISBN 90-6984-294-7, 69 biz.
Dit Engelstalige boek is een uitgave van
the European Commission on Preserva
tion and Access (ECPA). Deze organisatie
is in 1994 ontstaan om de samenwerking
tussen Europese instellingen te bevorde
ren op het gebied van het bewaren van
het culturele erfgoed. Het secretariaat is
gevestigd bij de KNAW te Amsterdam
(telefoon (020) 551 08 39). Onderzoek en
dataverzameling was aanvankelijk onder
deel van het zogenaamde European
Visual Archive (EVA), later gebeurde dit
in het kader van het SEPIA-project
(Safeguarding European Photographic
Images for Access) van de Europese Unie.
Het boek beschrijft het beleid van ver
schillende Europese instellingen ten aan
zien van het bewaren en digitaliseren
van hun fotografische collecties. Drie
honderd Europese archieven, musea,
bibliotheken en gelijkwaardige instellin
gen ontvingen een uitgebreide vragen
lijst. 141 Instellingen uit 29 verschillende
Europese landen, die samen meer dan
118 miljoen foto's bewaren, stuurden de
vragenlijst ingevuld terug. De antwoor
den van deze enquête vormen de basis
van het rapport. Alle antwoorden zijn in
tabellen gevat. De tabellen zijn opgeno
men in goed lopende teksten. De tekst is
verdeeld in vier hoofdstukken te weten:
de instituten als gevarieerde groep, het
bewaren van fotocollecties, het digitalise
ren van de collecties en de conclusies.
Het rapport eindigt met een overzichte
lijke lijst met leessuggesties en de vragen
lijst met uitkomsten.
Verder zijn er in verschillende Europese
landen werkbezoeken afgelegd bij foto
collectie beherende instellingen om de
dagelijkse praktijk inzichtelijk te maken.
Het rapport is gelardeerd met vijf schrif
telijke weergaven van deze bezoeken. Er
worden grote collecties foto's beheerd in
Europa. De collecties bestaan uit zeer ver
schillende fotografische procédés. Dit
maakt de conservering hiervan tot een
complex geheel. Een minderheid van de
instellingen heeft echter een deskundige
op het gebied van fotoconser
vering in huis.
Ongeveer 60 procent van de
instellingen heeft op manage
mentniveau een conserverings
beleid ten aanzien van fotogra
fische collecties. Deze 60 pro
cent heeft ook een budget voor
fotoconservering. Dit is 2,1 pro
cent van het totale budget. Op
nationaal niveau is er in geen
enkel land een kader waarbin
nen gewerkt wordt aan de foto
conservering. De meeste insti
tuten zijn wel op de hoogte van
het belang van berging in de
juiste verpakkingsmaterialen en
goede klimatologische omstan
digheden in het depot.
De belangrijkste reden om te
digitaliseren is om de collecties
toegankelijk te maken zodat
het fragiele origineel niet ge
hanteerd hoeft te worden.
Vanuit het management is dit
een goede investering in de
conservering van fotografisch
materiaal. De meeste instituten hebben
hun populairste fotomateriaal gedigitali
seerd in zogenaamde pilot-projecten.
Digitaliseren is een conserverende maat
regel omdat het de hantering van de ori
ginele foto, zowel door medewerkers als
door het publiek, vermindert. Hanteren
vergroot het risico van schade (denk
maar aan klimaatschommelingen, te veel
licht en scheuren etc.). Bijkomend voor
deel is dat het zoeken in een digitaal
bestand veel sneller gaat. Bij digitaliseren
behoort het beschrijven van een beeld.
De variëteit in beschrijvingsmethoden is
zeer groot. Vele instellingen hebben een
eigen 'standaard'. De auteurs voorzien
problemen als de instellingen zich in de
toekomst op het internet gaan begeven.
Een conclusie is dat er nog een lange weg
te gaan is naar een gebruikersvriendelijk
en betrouwbaar zoeksysteem door ver
schillende collecties heen. Verder wor
den er in de conclusies een aantal proble
men en behoeften onderkend en
beschreven. Op het moment zijn bijvoor
beeld digitale beelden nog niet van een
zodanige kwaliteit dat ze de originele
foto kunnen vervangen (specialisten
voorspellen dat dit ook nooit zal gebeu
ren). Weinig instellingen hebben een
vast digitaliseringbudget. Men houdt
geen rekening met het feit dat digitale
bestanden geconverteerd en bewaard
moeten worden. De digitaliseringsprojec
ten (veelal pilots) zijn niet gedocumen
teerd zodat onderhoud hapsnap gebeurt.
Dit zijn nogal alarmerende conclusies!
Het rapport laat goed zien dat er geld en
structuur nodig is voor het standaardise
ren van zoekmethoden, beschrijvingssys
temen, onderhouden van software etc.
Hierdoor is In the picture een waardevol
rapport voor beleidsmakers. Voor wie op
zoek is naar oplossingen voor specifieke
problemen op het gebied van bewaren en
digitaliseren van fotocollecties biedt
alleen de lijst met leessuggesties eventu
eel uitkomst. Dit boek geeft slechts een
overzicht van de huidige stand van
zaken. Problemen en vragen worden
alleen gesignaleerd.
Cor Emke en Ab Hoving, De
schepen van Abel Tasman.
Ingeleid door Peter Sigmond.
Doos met boek, modelteke
ningen en cd-rom.
ISBN 90-6550-086-3, 144 blz., 96,96
In 1642 voer Abel Tasman met twee
schepen, het jacht Heemskerck en de
fluit Zeehaen, naar het nog onbekende
Zuidland. Helaas zijn er geen journalen
van beide schepen bewaard gebleven.
Wel zijn er de brieven van de
Gouverneur-Generaal aan de Heeren
XVII in Nederland (VOC-archief) en een
extract-journaal opgesteld door Abel
Tasman. Het Algemeen Rijksarchief in
Den Haag bezit dit journaal van Abel
Tasman (Archief aanwinsten nr. 121).
Tasman stelde dit verslag op na zijn
terugkeer in Batavia en maakte een
reconstructie van de reis. Waarschijnlijk
bevat dit verslag in tegenstelling tot de
scheepsjournalen, waarin de gebeurte
nissen direct worden vastgelegd, een
enigszins gekleurde rapportage. Desal
niettemin is dit verslag, voorzien van
tekeningen en kaarten, de belangrijkste
bron voor deze reis. Van de twee sche
pen van Tasman zijn door Ab Hoving op
grond van het verslag en schilderijen
modellen gebouwd. Cor Emke maakte
de tekeningen voor de bouw van de
Het Goudse hofstedengeld-
register van ca. 1397 en
andere bronnen voor de
vroege stadsontwikkeling
van Gouda.
Een aantal jaren geleden vond Bart
Ibelings een register met een lijst van
betalers van het Goudse hofstedengeld
uit circa 1397. De vondst bleek zo bij
zonder dat een bronneneditie is uitgege
ven. Het register vermeldt 886 percelen
die tezamen de gehele Goudse binnen
stad bestrijken. De bron verstrekt uitvoeri
ge en systematische informatie over de
middeleeuwse stedenbouwkundige struc
tuur van Gouda en over de inwoners (met
vermelding van beroep) van de stad. In de
editie zijn nog drie andere bronnen toege
voegd die informatie geven over de stede
lijke waterstaat, over de defensie en over
de financiering van de armen- en vreem-
delingenzorg. De editie is voorzien van
een uitgebreide inleiding, een reeks kaar
ten van de stad met percelen en indices
op persoonsnamen, beroepen en topogra
fische aanduidingen. Het hofstedengeld-
register bevindt zich in het archief van de
grafelijkheidsrekenkamer in het Alge
meen Rijksarchief in Den Haag, afdeling
registers (inv.nr. 772, omslag d).
Arianne Baggerman,
Een lot uit de loterij.
Familiebelangen en
uitgeverspolitiek in de
Dordtse firma A. Blussé en
zoon 1745-1823.
Het familiearchief Blussé in het gemeente
archief te Dordrecht is de belangrijkste
bron voor de publicatie over de Dor-
drechtse uitgeverij en familie Blussé. Uit
het archiefmatëriaal blijkt dat Blussé niet
alleen uitgever, maar een veelzijdig onder
nemer was, die niet alleen activiteiten ont
schepen. In het boek beschrijft Peter
Sigmond de historische achtergron
den van de expeditie. Originele
afbeeldingen uit het journaal en
schilderijen van fluiten en jachten
zijn ter illustratie in het boek opge
nomen. Op de cd-rom staan de teke
ningen van de schepen afgebeeld.
M
9|
plooide op het terrein van de boekhandel,
het postagentschap, de loterij, drukkerij en
krant, maar ook actief was op de aandelen
markt, in de wijnhandel en de vlaopslag.
Het archief bevat een verscheidenheid aan
informatie die op veel vragen een ant
woord heeft gegeven en die tot nieuwe
vragen inspireerde. De ogenschijnlijk
onbelangrijke kattebelletjes, visitekaartjes,
brieven, annonces en geboortekaartjes
geven informatie over het sociale netwerk
van deze achttiende-eeuwse familie. Naast
de gegevens over de familie herbergt het
archief ook informatie over het uitgevers
bedrijf: hoe dit is gefinancierd, wat voor
boeken werden uitgegeven, hoe de boeken
aan de man werden gebracht en wie de
lezers waren van die boeken. Een lot uit de
loterij is een fascinerend en onderhoudend
geschreven boek dat interessant is voor de
boekhistorie en de gezinsgeschiedenis.
39
Edwin Klijn and Yola de Lusenet,
European Commission on Preservation
and Access. Amsterdam, 2000,
Inlichtingen: e-mail: ecpa@bureau.knaw.nl
iXf
Preservation and digitisation
of European photographic collections
Edwin Klijn
Yola de Lusenet
Mfiardiof
Earopean
Phetosro&ic
Images for
Access
janien Kemp, restaurator
Rijksarchief in Noord-Holland
Signalementen door Annabelle Meddens-van Borselen
Verloren Hilversum, 2000,
Uitgegeven door K. Goudriaan, B.J. Ibelings
en J.C. Visser. Verloren Hilversum, 2000,
ISBN 90-70403-46-3, 99 blz. ƒ40,-
SDU Den Haag, 2000, ISBN 90-12-08855-0,
502 blz., 59,90
-jtArcHjxf W.U1+W fiiy n/ rit 9j
"Tlfasoff-Rtowf rnrfl|9>
yfyyi «(Hl-
"nf "Af91
$m\
ff
Hrsoaff 'V«id
fiir)
f«'l
j«i
-SiiüL m, fff
Familieportret van Pieter Blussé, 1777.
februari 2001
archievenblad