Archivistiek in AMERIKA
visiting professor
visiting professor
De eerste sneeuwstormen in Michigan vie
len samen met een archivistische storm in
Australië. Op 11 en 12 december legde een serie
blizzards een deken van 25 centimeter sneeuw
over Ann Arbor. Het openbare leven kwam prak
tisch stil te liggen; de universiteit en het acade
misch ziekenhuis gaven medewerkers vrij ('incle
ment weather absence') of, als ze hun werk wel
konden bereiken, juist extra compensatie. Ook in
de dagen daarna viel er veel sneeuw, zodat we
elke ochtend en elke middag sneeuw moesten
ruimen. Je moet niet alleen je eigen oprit, maar
ook het trottoir en het pad naar de brievenbus
schoonhouden. En dat met een temperatuur
overdag van min 15 graden Celsius die, als
gevolg van de wind, aanvoelt als min 25.
De archivistische storm in Australië was al
eind november begonnen. Op het elektronische
discussieforum van de Australische archivaris-
senvereniging vroeg Adrian Cunningham aan
dacht voor twee recente congresbijdragen: de
toespraak 'Beyond the Screen: the Records
Continuum and Archival Cultural Heritage' van
de Canadees Terry Cook voor de Australian
Society of Archivists in Melbourne en die van de
Zuid-Afrikaan Verne Harris op het internationa
le archiefcongres in Sevilla: 'Law, Evidence and
Electronic Records: a Strategic Perspective from
the Global Periphery'. Beide stukken zijn te vin
den op www.archivists.org.au/whatsnew.html.
Het door Australische
archiefwetenschappers ont
wikkelde concept van het
records continuüm brengt tot
uitdrukking dat het vor
men van archieven, de
selectie, overbrenging en
vernietiging niet steeds
elkaar in de tijd opvolgen
maar, zeker in een digitale
omgeving, gelijktijdig kun
nen plaatsvinden. Het
opnemen van een docu
ment in het archiverings
systeem is in feite al een
selectiebeslissing: de beoor
deling of het een activiteit
documenteert die voor de
organisatie en misschien
zelfs voor de samenleving
van belang is. Die beslissing wordt elke keer
bevestigd wanneer men in een werkproces het
document opnieuw gebruikt of ernaar verwijst.
Terry Cook had de Australische collega's gewaar
schuwd voor het dreigende schisma tussen de
recordkeeping professionals die archieven pri
mair zien als evidence, als bewijs voor rekenschap
en diegenen die de nadruk leggen op het belang
van archieven als bronnen van cultureel geheu
gen. Tussen deze zijden van de archivistische
medaille moet, volgens Cook, het concept van
het records continuüm de verbinding zijn, door te
benadrukken dat elk van beide gezichtspunten
waardeloos is zonder het andere. Te vaak echter
wekt het debat de indruk dat de beide opvattin
gen onverenigbaar zijn. Sommige voorstanders
van het records continuüm-denken wekken de
indruk de culturele belangen die vele archivaris
sen voorstaan, af te wijzen. Cook ontraadt zo'n
enge uitleg: de vierde dimensie van het records
continuüm model (zie Jaarboek Stichting Archief
publicaties 1999, blz. 147), de maatschappelijke
inbedding, moet de andere drie dimensies (laten
ontstaan, vastleggen en vormgeven) vorm
geven. In deze vierde dimensie immers worden
bepaalde archiefdocumenten toegevoegd aan
het maatschappelijk geheugen.
Volgens Cunningham is de kern van Cooks
betoog de overtuiging dat er een onopgeloste
spanning bestaat tussen de noties van evidence
en memory. "We have to be aware that records
and archives are vital players in dynamic and
contested societal struggles centring around
power, ideology and the role of collective
memory. Just as records are never neutral or
objective, so too is our role as recordkeeping
professionals never entirely value free and objec
tive. According to Cook, too much of the
Australian discourse operates in an apparent
state of denial of these truths."
Verne Harris ging tijdens het ICA Congres in
Sevilla nog veel verder in openlijke kritiek op
het Australische gedachtegoed. Hij noemde het
concept van 'records as evidence' ronduit: intel
lectueel failliet. De Australische opvatting sluit
volgens Harris uit dat mensen, organisaties en
samenlevingen archieven vormen en bewaren
om andere redenen dan 'bewijs' en 'reken
schap'. Daarmee worden andere mogelijkheden
buitengesloten: herinneren, vergeten, verbeel
den, vervalsen, construeren, vertalen, vertel
len... Het Australische denken verheerlijkt busi
ness en management: kennis als handelswaar.
Daarbij veronachtzaamt men het archief als
plek van herinnering en verhalen.
De archivistische storm (een dertigtal inzen
dingen op het discussieforum) die volgde op
deze samenvatting van wat Cook en Harris had
den gezegd, toonde alle vertrouwde aspecten
van een debat: mensen die de integriteit van de
debaters in twijfel trekken, anderen die met
argumenten pro en contra komen, collega's die
de zaak tot een definitiekwestie willen terug
brengen, weer anderen die belijden dat iedere
discussie welkom is - maar tussen de regels door
laten blijken het debat slechts in één richting te
willen voeren, enz. In vele opzichten doet de
discussie denken aan die over de ons ook in
Nederland zo vertrouwde tegenstelling tussen de
archivaris als 'verlengstuk van de administratie'
en als 'behoeder van cultureel erfgoed', tussen
Binnenlandse Zaken en Cultuur, tussen archivis
tiek als hulpvak voor de historicus en als auto
nome discipline.
Meestal zijn dit geen echte tegenstellingen,
maar gezichtspunten die elkaar moeten aanvul
len, niet verdringen. Is het Algemeen Rijks
archief (blijkens de plaquette in de hal) er niet
terecht trots op nationaal geheugen én geweten
te zijn? Sue McKemmish (die in het Jaarboek
1999 van de Stichting Archiefpublicaties het
records continuüm aan de Nederlandse vakgeno
ten presenteerde) eindigde haar bijdrage aan de
Australische storm als volgt: "We can build on
and enhance our understandings of evidence
and memory, bringing into play in our discourse
and practice new insights from other disciplines,
like organisational theory, historiography, socio
logy, anthropology and philoso
phy, about the way society and
individuals remember and forget,
and identity is formed."
Dit laatste is precies waarvoor
ik zelf hier in Ann Arbor ben. Het
Advanced Study Center van het
International Institute van de Uni
versity of Michigan organiseert 26
wekelijkse sessies van een seminar
'Archives, Documentation and the
Institutions of Social Memory'.
Amerikanen en buitenlanders - his
torici, antropologen, sociologen,
archivarissen - presenteren in dit
seminar papers waarin allerlei
aspecten van het maatschappelijk geheugen en
de rollen die archieven en archivarissen daarbij
spelen, aan bod komen. Iets dergelijks gebeurde
in mijn eigen colleges 'Collective Memory
and Archives as Memory Institutions' (op de
website van de Universiteit van Amsterdam
www.org.uva.nl/bai kunt u er over lezen). De
inspirerende discussies met mijn studenten heb
ben geleid tot scripties over bijvoorbeeld het col
lectieve geheugen aangaande de Argentijnse
dirty war, de wijze waarop in Amerika de (per
definitie vluchtige) uitingen van ballet en dans
worden gearchiveerd, het gebruik van archivalia
in een museale context, de koppeling tussen
rouw, herinnering, geheugen en particulier
archief. Allemaal onderwerpen waaraan je niet
meteen denkt als het over archivistiek gaat.
Maar allemaal essentiële vraagstukken die archi
varissen meer zouden moeten raken dan nu
vaak het geval is.
Met behoud van inzicht in de eigen aard van
een archief (ter onderscheiding van alle andere
documentaire informatie) leidt bestudering van
het collectieve geheugen tot nieuwe archivisti
sche inzichten. Archivarissen zijn niet slechts
archiefwettelijke beheerders van papieren- en
computerarchieven, evenmin slechts ontwer
pers van archiveringssystemen of slechts
makers van gidsen, websites en inventarissen:
ze geven vorm aan het geweten én het geheu
gen van de samenleving. Archieven gevormd
als geweten, zijn voorwaarde en voorspel voor
archieven als maatschappelijk geheugen.
Precies zoals we het dezer dagen in een van Ann
Arbor's theaters hoorden in die beroemde lite
raire storm (Shakespeare's The Tempest'what's
past is prologue, what to come in yours and my
discharge'.
30
31
Door Eric Ketelaar
In 1847 vestigde zich een eerste
groep Nederlandse kolonisten,
Afgescheidenen onder leiding van
ds. A.C. van Raalte, in de
Amerikaanse staat Michigan. Zij
en degenen die hen volgden
stichtten er, in de wildernis aan
het Lake Michigan, kolonies als
Holland, Graafschap, Vriesland,
Zeeland. Bij de viering van het
eeuwfeest (1947) besloten de
staat Michigan en de Nederlandse
regering tot de instelling van een
leerstoel voor een Netherlands
Visiting Professor aan de
University of Michigan in Ann
Arbor (een stad van ruim 109.000
inwoners ten westen van Detroit).
Vanaf 1950 is er jaarlijks in Ann
Arbor een Nederlandse geleerde
die als gasthoogleraar is
benoemd door de Koninklijke
Nederlandse Akademie van
Wetenschappen en de University
of Michigan. In het studiejaar
2000-2001 is The Netherlands
Visiting Professor Eric Ketelaar,
hoogleraar archiefwetenschap
aan de Universiteit van
Amsterdam en de Leidse
Universiteit.
Professor Eric Ketelaar.
De derde bijdrage van The Netherlands Visiting
Professor aan de University of Michigan.
Over sneeuwstormen, een archivistische en een
literaire storm.
Archivistische storm
West Hall, zetel van de School of Information of the University of
Michigan. (Tekening: Bill Shurtliff)
Geen echte tegenstellingen
Seminar
De Michigan Union, het centrale
faculteitengebouw op de Central
Campus van de University of Michigan.
archievenblad
februari 2001
februari 2001
archievenblad