PRhijcfe werk in uitvoering r1 iottjjFÏfSUTEN [T0RTO: Ioopsche Het grootste risico voor een voorwerp in zeer slechte toestand is onzorgvuldige omgang en hantering ervan, terwijl voorwerpen die nog in goede toestand verkeren het meeste risico lopen door onervaren personeel. Ofschoon we met de fytaatmethode een goede behandelingsmethode tegen inktvraat in handen hebben, zal blijken dat actieve conservering niet altijd de meest gewenste behandeling is. methode als een zware aantasting van het origi neel. Idealiter bevat een behandeling dus een neutralisatiestap voor de chemische processen en een verstevigingsstap voor het verzwakte papier zonder dat het origineel wordt verminkt. Ook op dit gebied gaat het onderzoek voort. Chemisch en technisch zijn we tot heel wat in staat en het onderzoek heeft tot nu toe al tot veel kennis geleid. Samen met restauratoren kunnen we die delen en vertalen in toepasbare behandelingsmogelijkheden. Na een serie bij eenkomsten en workshops kunnen we ook stel len dat de meeste papierrestauratoren in Nederland bekend zijn met het inktvraatproces en de mogelijkheden tot behandeling. Echter, het zijn de collectiebeheerders die de keuze tot behandeling maken, maar die beschikken vaak nog niet over voldoende inzicht en overzicht. Dat was ook de aanzet om deze themadag te organiseren. Helaas waren er teleurstellend wei nig collectiebeheerders aanwezig. Is inktvraat dan alleen een technisch probleem dat de res taurator moet oplossen? Zolang het een enkel voorwerp betreft, kan hij dat best en blijkt dat restaurator en collectiebeheerder tot een goed compromis kunnen komen. Betreft het echter een grote collectie waarvan een aanzienlijk deel wordt bedreigd door inktvraat, zoals in archie ven vaak voorkomt, dan zijn er beslissingen nodig op collectiebeheersniveau en is er de con frontatie met het collectiebeleidsplan van de instelling. Begin dit jaar heeft het Algemeen Rijksarchief in Den Haag als kader voor een gestructureerde conserveringsaanpak zo'n plan vastgesteld, dat alle rijksarchieven momenteel als model hanteren7. Collectiebeheerders hebben minder behoef te aan de technische oplossing dan aan een hulpmiddel om het risico dat de collectie loopt in te schatten en een beslissingsmodel om de juiste keuze te maken8. Voor een goed beargu- menteerde beslissing is eerst een Preservation Priority Swvey nodig; een inventarisatie van alle onderdelen van de collectie op basis van hun waarde, gebruik en de risico's die ze lopen. De waarde kan variëren: informatief, esthetisch, historisch, authenticiteit en/of materieel. Het gebruik kan zijn voor studie, presentatie, publi catie. De risico's zijn deels inherent aan het instabiele materiaal en worden gevormd door de bewaaromstandigheden, het gebruik en door onervaren personeel. Opmerkelijk is dat de toestand waarin een voor werp verkeert, in grote mate het risico bepaalt. Zo is het grootste risico voor een voorwerp in zeer slechte toestand onzorgvuldige omgang en hantering ervan, terwijl voorwerpen die nog in goede toestand verkeren het meeste risico lopen door onervaren personeel. Verkeerde beslissin gen in die fase kunnen het sluimerende inkt vraatproces juist op gang brengen. Voorwerpen in een redelijke of een slechte toestand onder vinden de meeste risico's van hun eigen instabi liteit en derhalve ook van slechte bewaarom standigheden. Uiteindelijk moeten alle beslissingen leiden tot het minimaliseren van de risico's voor de col lectie. Zet je daartoe de mogelijkheden op een rijtje, dan blijkt dat de risico's aanzienlijk kun nen worden verkleind door allerlei maatregelen die geen ingreep aan het voorwerp zelf vergen. Zo kan het risico van gebruik van de voorwer pen worden geminimaliseerd door het limiteren van het gebruik, dupliceren, goede instructies aan bezoekers en personeel over het hanteren ervan en voorzorgsmaatregelen die onachtzaam hanteren moeten tegengaan (bijvoorbeeld fra giele stukken op een drager leggen). Limitatie van het gebruik is uiteraard niet altijd mogelijk. Hierin verschillen kunstcollecties en archieven en bibliotheken. Van een kunstcollectie wordt een klein gedeelte - veelal het deel met een hoge esthetische waarde van het origineel - het meest gebruikt, en dan bij voorkeur het origineel zelf. 30 werk in uitvoering Bij een archief of bibliotheek, waarbij het veelal om de informatiewaarde van de voorwerpen gaat, kan men het kleine gedeelte met de hoge waarde ontzien door het kopiëren van de infor matie. Dit vermindert het gebruik van het origi neel in hoge mate. Het risico van slechte bewaaromstandigheden kan worden beperkt door een zo goed mogelijk klimaat en berging in goede dozen. Onervaren personeel kan worden opgeleid en bijgeschoold, wat al veel gebeurt. Alleen het risico dat de insta biliteit van het materiaal zelf veroorzaakt, vraagt om actieve conservering. Het streven is daarbij minimale interventie om het origineel zoveel mogelijk te sparen. De aard en de omvang van de collectie die behandeling vergt, bepaalt de keuze tussen behandeling van individuele stuk ken of massaconservering. Het beslissingsmodel is toepasbaar op de twee case studies. De tekening van Callot ver keert volgens de toestandsbeoordeling in redelij ke tot slechte toestand. De grootste risico's zijn de slechte omstandigheden tijdens transport naar en van en tentoonstelling in New York. De eisen voor klimaat en belichting tijdens de ten toonstelling zijn zodanig dat die factoren een minimaal risico vormen. Het risico van onerva ren personeel valt op te lossen door een eigen medewerker als koerier mee te sturen. Door de tekening slechts aan één tentoonstelling mee te laten doen, wordt het gebruik gelimiteerd. Blijft alleen de vraag over of het materiaal zo instabiel is dat het actieve conservering behoeft. Een fytaatbehandeling van de gehele tekening, hoe goed ook bedoeld, betekent het passeren van het 'point of no return'. Een minimale ingreep, mis schien lokale ondersteuning van zwakke plaat sen, lijkt voor de tekening van Callot de enige overweging. Voor het Oud Notarieel Archief pakt het anders uit. Personeel vormt geen risico en met de ver huizing naar een nieuw gebouw zijn ook de kli maatomstandigheden geoptimaliseerd. Blijft het feit dat, zolang het ontbrekende deel nog niet is verfilmd, die informatie alleen door inzage van de originelen mogelijk is. De grote vraag is of het materiaal zelf zo instabiel is dat het actieve con servering nodig heeft. Het Gemeentearchief Rotterdam schat dat er binnen vijf jaar iets moet gebeuren om materiaalverlies te voorkomen. Welke vorm van ingreep dan de minste risico's oplevert, moet echter nog duidelijk worden. De risico's die in het beslissingsmodel naar voren worden gebracht zijn redelijk goed tegen elkaar af te wegen. Het is ook duidelijk dat maat regelen op het gebied van preventieve conserve ring en verantwoorde omgang met voorwerpen de meest effectieve acties zijn die men kan nemen. Het punt waar we nu nog mee zitten, is het afwegen van de risico's die de verschillende methoden van actieve conservering met zich meebrengen. Pas wanneer die in beeld zijn gebracht, kunnen de collectiebeheerders alle voor- en nadelen inschatten en tegen elkaar afwegen. Aan die risicoanalyse wordt op dit moment door het ICN hard gewerkt en we hopen dat die binnenkort als hulpmiddel in de keten van beslissingen kan worden gepubli ceerd. En ofschoon we met de fytaatmethode een goede behandelingsmethode tegen inkt vraat in handen hebben, zal blijken dat actieve conservering niet altijd de meest gewenste behandeling is. Maar als we ervoor kiezen dan is het tenminste na zorgvuldige overweging, een 'calculated risk'. Op die manier is het inktvraat probleem wel degelijk beheersbaar geworden. Voorbeelden van 'Archival Horrors' op de site knaw.nl/ecpa/ink. wirélc LS - Tfcr- ULoA. Z f- "'i* IA"*! -J' *U1 21 pj A tu. AiZp /i'iJfim.A' .*•4-. 4K/*' W4» Jk, rf-S-f-U mZfr^ re/ *77 - t. k***' «AA/j Mt i' -Aity It&r-J m., V /tur xj*»*#'/in fcA r''.MKu~. i+u*a/7<,*&* - r- a?" -4i*A /"fit 'Amftm ma -■ Collectiebeleidsplan Beslissingsmodel Vjfet# if "f- vf.ijtr 'frtiü Een brief van Galilei (Algemeen Rijksarchief) IMMf <*f imii mi) Minimaliseren door limiteren archievenblad december 2000 De keuze van de beheerder Rembrandt van Rijn, Abraham, Hagar en Ismaël; pen, kwast en inkt.Voor en achterzijde. MB I988/T6. (Museum Boymans van Beuningen) Risicoanalyse Instituut Collectie Nederland Referenties 1. M.A. Menalda en R.E. van Gulik (2000) 'Inktvraat en collectiebe heer'-, lezing ICN-Themadag 'Inktvraat en collectiebeheer', Instituut Collectie Nederland, Amsterdam, 18 mei 2000. 2. J. Steenhuis en M. Walraven (2000) 'Een casus uit de archiefwe reld: inktvraat in het Oud Notarieel Archief'-, lezing ICN-Themadag 3. J.G. Neevel en B. Reissland (1998) 'Het inktvraatproject aan het Instituut Collectie Nederland - een overzicht'; CARE, interdisciplinair vakblad voor conservering en res tauratie, 2(2):7-i9. 4. A. Stijnman (2000) 'Historisch-technologisch onder zoek', lezing ICN-Themadag 5. B. Reissland en J. Hofenk de Graaft (2000) 'Beoordeling van de toe stand van papier met ijzer/gallus- inkt'-, ICN-Informatie nn, Instituut Collectie Nederland, Amsterdam, 4 pp. 6. B. Reissland en S. de Groot (1999) 'Ink corrosion: comparison of currently used aqueous treat ments for paper objects'; in Preprints derlADA, gth IADA congress, Copenhagen, August 16-21,3999, Internationale Arbeitsgemeinschaft der Archiv-, Bibliotheks- und Graphikrestaura- toren, Copenhagen, p. 121-129. 7. I. Heidebrink (2000) 'De rol van de collectiebeheerder'-, lezing ICN- Themadag 8. B. Reissland (2000) 'Reaching the point of no return?- collection manage ment for ink corroded paper objects'; lezing ICN-Themadag december 2000 archievenblad

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Archievenblad | 2000 | | pagina 15