WtdMlMidit Spoorwegen I na in Hu Utretfits Archief Archieven NS archieven op het tijdstip dat het materiaal niet meer nodig was, of alvast de papieren dragers over te nemen als er sprake was van verfilmd of digitaal opge slagen informatie. In de tientallen bezoeken aan locaties binnen en buiten de NS-organisatie bleef het iedere keer een verrassing wat er nu weer boven water zou komen. De ene keer waren dat duizenden materieeltekeningen van het treintype Mat '54 (de zogenaamde Honden kop), dan weer een doosje personele bescheiden van een oud spoorman en vervolgens een com pleet foto-archief. Na de acquisitie volgde een ontschimmeling van het materiaal en transport naar Den Bosch voor een uitgebreide registratie. Lappendeken In grote lijnen betrof de bewerking het archief van NS over de periode 1938-1980, de archieven van de rechtsvoorgangers als de Hollandsche IJzeren Spoorweg Maatschappij (HSM), de Maatschappij tot Exploitatie van Staatsspoorwegen (SS) en tientallen andere spoorwegmaatschappijen en lokaalspoorwegen. De archieven van de maatschappijen waren overzichtelijk, maar vooral het NS-archief was een lappendeken van kleine en grote verzame lingen. Vanaf 1938 kende NS geen centraal archief, waardoor archieven per dienst of afde ling ontstonden en daarmee tientallen archief vormers. Met behulp van organisatieschema's en het institutioneel onderzoek konden archief bestanden in een logisch verband geplaatst wor den en nader geïnventariseerd. Met het al genoemde rapport Sporen naar Archief als basis NS archieven Al in 1993 nam Janny Steenhuis, destijds hoofd Concernachief, het initiatief om samen met de Rijksarchiefdienst (RAD) en het Rijks archief in Utrecht de overdracht van de archie ven van NS en haar rechtsvoorgangers over de jaren 1837-1980 ter hand te nemen. Het bureau Proffile kreeg de opdracht een onderzoek te ver richten en een plan op te zetten voor de aanpak. Uit het onderzoek bleek dat een overdracht aan het Rijksarchief in de plaats van vestiging van NS verkiesbaar was en het NS-Concern- archief de archiefwerkzaamheden ten behoeve van de overdracht niet alleen kon uitvoeren. Enerzijds ontbrak hiervoor de menskracht, anderzijds de archivistische kennis. In overleg met de Rijksarchiefdienst (RAD) werd besloten een samenwerkingsverband aan te gaan voor de uitvoering, waarmee het Project Afstoting Historisch Archief NS, later gewijzigd in Historisch Archief NS (HANS) was geboren. De intentieverklaring uit 1995 sprak van een samenwerkingsverband tussen NS en de RAD om de archieven van NS te ordenen en toegan kelijk te maken. Onder auspiciën van de RAD zouden acht medewerkers van NS en vier archi varissen van de RAD vier jaar lang het archief materiaal bewerken, selecteren en inventarise ren. De begrote kosten bedroegen 4,5 miljoen gulden, een bedrag dat door bezuinigingen op kantoor- en archiefruimte en personeel binnen 10 jaar zou zijn terugverdiend. RAD-beheer, de commerciële tak van de RAD, leverde drie archi varissen en een projectleider. In het kader van het sociale plan van NS werd voor de functies van behoudsmedewerkers, assistent-archivaris en administratief medewerker personeel gewor ven dat elders binnen NS overcompleet was. Het Rijksarchief in Noord-Brabant te Den Bosch bood onderdak om de werkzaamheden uit te voeren. Hier was voldoende kantoor- en depot ruimte voor projectteam en archief aanwezig. Op 21 mei 1996 vond op deze plek ook de offi ciële start van het project HANS plaats. Bij die officiële start was de locatie betrokken, een groot aantal archieven verhuisd en het NS- personeel geworven. Als eerste vond er een uit gebreid institutioneel onderzoek naar de spoor wegen in Nederland plaats. Mede op basis hier van kon Steenhuis starten met de acquisitie van archieven binnen en buiten NS. Voor deze gerichte acquisitie werd het rapport Sporen naar Archief. Criteria voor acquisitie, selectie en bewer king van archieven van de Nederlandse Spoorwegen samengesteld. Het was bekend dat er nog veel historisch materiaal op diverse plekken binnen het NS- concern was, evenals in het Algemeen Rijks archief (ARA), bij het NIOD, in gemeente- en rijksarchieven en bij de Nederlandse Vereniging voor Belangstellenden in het Spoor en tramweg wezen (NVBS). Veel archief was daarenboven in de loop van de geschiedenis van de spoorwegen aan enthousiaste verzamelaars meegegeven of gewoon door NS-personeel mee naar huis geno men. Via een gerichte mailing aan oud-perso neel kreeg NS enkele bijzondere archiefstukken weer in zijn bezit. Het Spoorwegmuseum bleek bereid om ruim 600 meter aan archiefbeschei den in de loop van het project aan Het Utrechts Archief in bruikleen te geven. Dit maakte het mogelijk om veel archieven van voorgangers van NS aan te vullen en onder meer de voor genealogen belangrijke bron van personeelsre gisters te inventariseren. Sinds 1994 zijn de zelfstandige bedrijfsonderde len van NS verantwoordelijk voor hun eigen archiefbeheer. Het eigendom van de bescheiden uit de jaren daarvoor berust bij de NS Holding en valt onder de verantwoordelijkheid van het hoofd Concernarchief. Sommige bedrijfsonder delen werken nog dagelijks met historisch mate riaal als bestekken en tekeningen van infrastruc turele werken, tekeningen van rollend materieel (locomotieven, treinstellen, wagens) en akten van grondtransacties. Het bleek desondanks in goed overleg te verwerven, bijvoorbeeld door de overdracht te regelen en vervolgens te wachten «tKttiMiutnai Historisch Archief NS Het historisch archief van NS bestond uit de archiefbescheiden van de voorgangers van NS en van de NS zelf (vanaf 1938). Tot 1970 was er van professioneel archiefbeheer bij de spoorwegen nauwelijks sprake en het is aan een aantal bevlogen NS-mede- werkers, een grote groep liefheb bers van spoorwegen en Het Nederlands Spoorwegmuseum te danken dat er zoveel historisch materiaal bewaard gebleven is. Vanaf 1970 ontstond het besef bij NS dat bepaalde archiefbe standen beter beheerd en toe gankelijk zouden worden indien ze in een openbare archiefbe waarplaats van de overheid, bij voorkeur van een rijksarchief, zouden berusten. Een mogelijke overdracht kwam in een stroom versnelling toen NS zich begin jaren '90 ging heroriënteren op haar nieuwe taken als vervoerder en exploitant van stations en vastgoed en de overgang van bedrijfsonderdelen naar de over heid werden voorbereid, in deze oriëntatie paste ook een discus sie over de plaats van een histo risch archief binnen de NS-orga- nisatie. De conclusie was dat het toegankelijk maken, beheren en openstellen van een historisch bedrijfsarchief geen kerntaak was en gezocht moest worden naar een mogelijke uitplaatsing. Door Peter Diebeis* Naast Hollands Spoor kreeg Den Haag zijn Centraal Station. juli 2000 archievenblad Projectorganisatie Het project bestond uit een stuur groep, bijgestaan door een Raad van Advies. De projectuitvoering berustte bij het projectteam onder leiding van de projectleider; het team op zijn beurt werd bijge staan door een Informatiegroep Spoorwegarchieven. De stuurgroep bestond uit het hoofd facilitaire ondersteuning van NS, de directeur van RAD- beheer, de rijksarchivaris in Utrecht, het hoofd concernarchief en de projectleider. Vaststellen van het jaarbudget, bespreken van de kwartaal- en jaarrapporta ges en het vaststellen van project documenten als institutioneel onderzoek, acquisitieplan en selectieplan, behoorden tot haar taken. Ter ondersteuning adviseer de de Raad van Advies over de projectdocumenten en zorgde voor de nodige public relations rond het project. In deze raad hadden onder meer de algemeen rijksarchivaris, (oud-)hoogleraren geschiedenis en spoorwegtech niek, vertegenwoordigers van het Nederlands Instituut voor Oorlogsdocumentatie (NIOD) en het Nederlands Spoorwegmuseum zitting. De Informatiegroep Spoorweg archieven kende een groot aantal deskundigen op het terrein van de spoorwegorganisatie en -geschiedenis, die op individuele basis werden uitgenodigd om het projectteam te adviseren. Met het aanbieden van het eerste exemplaar van de onderzoeksgids Bronnen op het Spoor aan mevrouw mr. A.H. Brouwer-Korf, burgemeester van Utrecht en voorzitter van het bestuur van Het Utrechts Archief, droeg mevrouw drs. J.C.B. Straatman, directeur Corporate Communicatie van de Nederlandse Spoorwegen (NS), op 21 februari 2000 de archieven van NS en haar rechtsvoorgan gers officieel over. Een symbolisch gebaar dat de eerste fase van een grootschalig archiefproject van NS afsloot. Wat was de aanleiding en wat zijn de resultaten hiervan? Hoe verliep de samenwerking met Het Utrechts Archief en wat waren de eerste ervaringen van de gebruikers? Geboorte HANS archievenblad juli 2000 Amsterdam Amstel, nog goed herkenbaar. Enthousiaste verzamelaars Diverse gezichten van het Centraal Station Utrecht.

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Archievenblad | 2000 | | pagina 6