GW OU archivarissen en de eisen van de informatiemaatschappij Werk in uitvoering Archievenblad Het klinkt haast als een paradox: archiefdiensten en archivarissen komen in beweging. Eerlijk gezegd zijn zij dat eigenlijk altijd al geweest, voort durend reagerend op veranderingen in de maatschappij, in het gedrag van organisaties en op nieuwe technologieën. De huidige snelheid van veranderingen dwingt tot een snellere aanpassing van hun professionele methoden en technieken. Dit om bij te blijven bij de wereld buiten het archief. k V Archieven bestaan uit documenten, vast gelegde informatie; de moderne technolo gie verandert het maken, vastleggen en distribueren daarvan. Daardoor verande ren archieven en moeten archivarissen wel mee-veranderen, of ze dat nu willen of niet. De vraag is: waarheen? Veranderende vormen De technologie raakt archieven vanuit twee richtingen. Ze verandert de vorm van de documenten. Zo vervangt elektro nische post deels zowel papieren memo's, brieven als telefoongesprekken; databases doen kaartenbakken verdwij nen; multi media documenten verschijnen als nieuwe fenomenen op het documen taire toneel. Daarnaast ontdekten archiva rissen, of ze nu in een archiefdienst wer ken of records manager zijn, de potentiële kracht van de informatie- en communica tietechnologie voor het archiefbeheer en voor de verbetering van de toegankelijk heid van de documenten die ze beheren. Beide kanten zijn nauw verwant.Als dat al iets is om ongerust over te zijn, waarover maken archivarissen zich dan zorgen? Verband archief en werkprocessen In het recente verleden bezorgde vooral de technologie hoofdbrekens, in het bij zonder het snelle verval van de magneti sche informatiedragers. Veel van de vroe ge archivistische literatuur hierover gaat over tape-conversie, overspoelen, bescher ming tegen magnetische velden, opslag formaten, optimale klimatologische bewaaromstandigheden enz. Archivarissen voelen zich nu eenmaal verantwoordelijk voor de lange termijn bewaring van infor matie, of dat nu voor de archiefvormer zelf is, voor de maatschappij, of voor beide. De laatste tien jaar voltrok zich een verandering in het archivistisch denken over de bewaring van digitale documen ten met bijbehorende zorgen over het behoud van de authenticiteit van docu menten en over de toegankelijkheid op de lange termijn. Geen aandacht meer voor gegevensbestanden, maar voor digi tale archiefbescheiden. Documenten die zijn ontvangen of gemaakt en gebruikt in een werkproces en naderhand kunnen aantonen wat er is gebeurd.1 Traditionele definities van archiefbescheiden werden aangepast, ter onderscheid van andere vormen van informatie. Archivarissen beheren archief, en dat is wat anders dan document management. Een archiefstuk is een document, maar een document is niet noodzakelijk een archiefstuk. Het ver band tussen het archief en de werkpro cessen is waar het om gaat. Documenten zijn alleen archiefstukken vanwege de administratieve functies die ze vervullen of vervuld hebben en niet door de infor matie die ze bevatten. Een archivistische aanpak van het beheer van digitale docu menten moet zich dan ook niet in de eer ste plaats oriënteren op de technologie, maar op de kwaliteitseisen die de archief vormende organisatie - en op de achter grond de maatschappij - stelt aan haar archiefdocumenten en archiveringssys teem. Internationale teams Een van de belangrijkste kwaliteitseisen voor archiefdocumenten is authenticiteit. Ter vervulling van zijn functie als blijk van een activiteit, moet het document authentiek zijn en zodanig bewaard wor den dat die authenticiteit behouden blijft. De noodzaak van behoud van authentici teit is de drijfveer voor archiefweten- schappelijk onderzoek naar de wijze waarop organisaties verantwoording afleggen. Welk soort bewijs hebben ze daarvoor nodig, wat is de rol van digitale archiefdocumenten daarin, wat bepaalt hun authenticiteit en welke juridische, fis cale, politieke, maatschappelijke, histori sche en technische eisen kunnen daaraan gesteld worden? Naast en vaak in samenwerking met uni versiteiten voeren archiefinstellingen, beroepsverenigingen, overheidsinstellin gen en bedrijven onderzoeksprojecten uit.2 Projecten die onder meer algemene, archiefwetenschappelijke concepten en methoden willen toepassen binnen een nationale of organisatorische context. Archivarissen onderkennen het internatio nale en interdisciplinaire karakter van de vragen met betrekking tot het beheer van digitale archiefbescheiden. Ze werken wereldwijd samen en wisselen resultaten uit. Vaak in internationale teams, op initia tief van universiteiten of vanuit internatio nale organisaties zoals de International Council on Archives (ICA), die in 1996 een Guide for Managing Electronic Records from an Archival Perspective publiceerde.' 22 Archievenblad December 1999 Archievenblad Onder auspiciën van de Europese Commissie brengt het DLM-Forum archi varissen, document managers, weten schappers, de software industrie en admi nistratie bij elkaar. De handelingen van de eerste DLM-conferentie, in Brussel, december 1996, biedt een rijke variëteit aan onderwerpen en gezichtspunten.' Een ander resultaat is de publicatie van de Best Practice Guidelines for Managing Electronic Documents. Tweemaal per jaar vinden expert meetings plaats. Bovendien ontwikkelt de Europese Commissie stan daard functionele eisen voor digitale archiveren, waarvan de software industrie gebruik kan maken bij het ontwikkelen van archiveringsapplicaties. Onlangs vond het tweede DLM Forum plaats (zie voor een verslag p. 34). Het formuleren van functionele eisen gebeurt ook in andere onderzoeksprojec ten. Ondanks de voortgang die daarbij geboekt is, zijn er nog geen software pak ketten die aan alle voorwaarden lijken te voldoen. Bewaren en Selecteren Vanzelfsprekend zijn archivarissen niet gerust op de gevolgen van de technologie voor de houdbaarheid van documenten. Dit in het kader van bewaring op langere termijn; voor een digitaal document staat vijf jaar gelijk aan eeuwig.' De toenemen de complexiteit van documentair materi aal vereist een even complex geheel aan maatregelen om de documenten leesbaar, begrijpelijk en authentiek te houden. Een wellicht nog groter probleem zou wel eens de enorme toename aan vastgelegde informatie kunnen zijn. De technologie is voor ieder onder handbereik en mensen maken er intensief gebruik van. Elk stukje vastgelegde informatie kan (deel van) een archiefdocument zijn. Zolang mensen mondeling communiceren is er geen sprake van archiveren, maar communica tie gaat steeds meer via computers en computernetwerken. Archivarissen moe ten beslissen welke informatie in het archief hoort, hoe het te klasseren en hoe lang het te bewaren. Veel van de beschik bare geautomatiseerde archiveringspak- ketten ondersteunen het opnemen van documenten in het archiveringssysteem, vaak op een enigszins primitieve, 'papie ren' manier, maar selectie en controleer bare vernietiging van archiefdocumenten ondersteunen ze niet of onvoldoende. Een andere conclusie van recent onder zoek is dat de processen van vastleggen van documenten in het archiveringssys teem en van selectie opnieuw moeten worden ontworpen. Door de kwantiteit aan documenten werken oude methoden en gebruikelijke criteria niet meer, of onvoldoende. Bij een productie van tien- of twintigduizend e-mail berichten in een middelgrote organisatie kun je er niet mee uit de voeten. De veranderende kwa liteit is echter een zeker zo belangrijke factor: door gebruik van informatie- en communicatietechnologie gaan mensen op een andere manier werken en commu niceren dan daarvoor, en dat heeft zijn invloed op de aard van de documenten die ze produceren. Democratisering communicatie Er is een tendens dat schriftelijke commu nicatie mondelinge vervangt. Elektro nische post is daarvan een voorbeeld.6 Dat betekent een toename van vastlegging en daardoor een verdere formalisering van procedures. In ons rechtssysteem hebben schriftelijke berichten - op papier of elek tronisch - een grotere waarde dan monde linge. Daar staat tegenover dat vroegere, formele besluitvormingsprocedures, ver vangen worden door informelere, maar wel schriftelijke, communicatie. Onderzoek naar het gebruik van elektroni sche post toont aan dat het medium com municatie bevordert, zowel horizontaal als verticaal. E-mail overschrijdt afdelingsgren- zen even gemakkelijk als hiërarchische lagen. Democratisering van de communi catie dus met een sterke invloed op zowel de besluitvormingsprocessen als de pro ductie van de bijbehorende documenten. In plaats van marginale commentaren op een conceptmemorandum of ander for meel document, discussiëren de betrok ken medewerkers en hun chefs de zaak door e-mailberichten uit te wisselen. Een besluitvormingsproces, in de Weberinaan- se bureaucratie duidelijk gedocumenteerd in de marges van de minuut, is in de toe komst alleen te reconstrueren door de her en der verspreide e-mailberichten bij elkaar te halen. December 1999 Archievenblad 23 Door Peter Horsman*

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Archievenblad | 1999 | | pagina 11