in TANAP proaramma
De Praktijk
Archievenblad
Vlak voor de zomer reisden drie medewerkers van het Algemeen Rijksarchief en de algemene rijksarchivaris
naar Azië en Zuid-Afrika ter voorbereiding van een internationaal project voor het redden van de VOC- archie
ven. Geen plezierreisje, maar ondanks de ontberingen een zeer geslaagde missie die het behoud van de VOC -
archieven voor de toekomst weer een stapje dichterbij heeft gebracht.
Verzuring en inktvraat zijn afbraakprocessen die
in sommige landen worden versneld door de vol
strekt ontoereikende bewaaromstandigheden.
Door geldgebrek kan men de temperatuur en
relatieve vochtigheid in de depots niet binnen de
vereiste marges handhaven.
De groeiende bezorgdheid over het langzaam
wegkwijnen van de VOC-archieven leidde tot het
internationale reddingsprogramma 'Towards A
New Age of Partnership: TANAP'. Een complex
programma dat gedragen wordt door de onder
zoeksschool voor Aziatische, Afrikaanse en Amerin-
dische studies van de Leidse Universiteit (CNWS)
en het Algemeen Rijksarchief. Ook de Nationale
UNESCO Commissie is bij TANAP betrokken; een
van de doelstellingen is dat de VOC- archieven
worden opgenomen in de 'Memory of the World
lijst' (zie ook Archieven-blad, 103, 3, april 1999,
pgs. 32/33). Het geld komt van de ministeries van
Buitenlandse Zaken en OC en W, het Nederlands
Instituut voor Wetenschap-pelijk Onderzoek
(NWO) en de zusterorganisatie voor Tropisch
Onderzoek (WOTRO). Daarnaast dragen het ARA
en CNWS uit eigen middelen bij. De totale begro
ting bedraagt voorlopig 13 miljoen gulden. Dat is
nog maar een fractie van wat nodig is willen we
alle archieven ook fysiek be-waren. Als TANAP een
maal draait, kunnen naar verwachting aanvullende
fondsen worden gegenereerd bij andere instellin
gen en het bedrijfsleven.
De organisatiestructuur van TANAP - met een
overkoepelend UNESCO International Steering
Committee, een Nederlandse stuurgroep met for
mele verantwoordelijkheid en een Programma
commissie van deskundigen voor de inhoudelijke
begeleiding - toont de degelijke aanpak. En dan
zijn er ook nog het academisch netwerk dat van
uit Leiden wordt gecoördineerd en de partner -
archieven. We kunnen TANAP wel vergelijken met
een schaakbord waarvan 63 velden bezet zijn.
Het vergt behoedzaam manoeuvreren om aan alle
belangen recht te doen.
Van de VOC- archieven is het grootste deel ver
dwenen. Belangrijke oorzaken zijn het hete en
vochtige tropische klimaat, schimmels en plaag-
dieren, maar ook oorlog en desinteresse.
Oud papier
In Nederland zag men in de 19e eeuw het belang
van het grootste deel van de VOC -administratie
niet in. De om zijn eruditie bekendstaande minis
ter van Koloniën A.R. Falck verkocht in 1821 zon
der scrupules ruim 10.000 banden met archief
stukken uit de zeventiende eeuw als oud papier.
Tien jaar later gevolgd door nog eens meer dan
5 000 banden. Een onbekend aantal VOC-stukken
vond zijn weg naar particuliere collecties over de
gehele wereld. De restanten werden nog jaren
lang zwaar verwaarloosd. De bekende boekhan
delaar Frederik Muller constateerde in 1874 bij
voorbeeld dat het register met de eerste VOC-aan-
deelhouders uit 1602 dienst deed als wig om een
dichtvallende deur van het archiefpakhuis open
te houden. Enkele jaren eerder vond de befaamde
rijksarchivaris R.C. Bakhuizen van den Brink dat
het grootste deel van de administratie niet
bewaard hoefde te worden; ze had toch geen
waarde voor de geschiedschrijving.
Schaakbord
Maar ook anno 1999 zijn de restanten niet veilig.
28 Archievenblad
Oktober 1999
Archievenblad
Taaideficiëntie
TANAP gaat niet over de VOC zelf, maar over de
verborgen informatie in de archieven, die met
name van belang is voor de partners in Azië en
Afrika. Om die reden noemen we het geen VOC -
project. In landen als Indonesië verbindt men
bovendien de letters VOC emotioneel met het kolo
niale regime dat voortbouwde op de handelspos
ten. De kernbegrippen bij de Leidse Universiteit
zijn onderzoek en kennisontwikkeling. Het CNWS
zet een programma op waarbij Nederlandse en bui
tenlandse promovendi en promotoren samenwer
ken. Dit toekomstige internationale netwerk kan de
traditie en vaardigheden voor het bestuderen van
de VOC- archieven waarborgen. Een cursus
Nederlands is hiervan een noodzakelijk onderdeel.
Door de taaideficiëntie beseft men in het buiten
land de rijkdom van de VOC- archieven niet en kie
zen historici veelal voor bronnen in de lokale of
Engelse taal waarmee ze snel kunnen promoveren.
Virtuele reconstructie
Het ARA richt zich in samenwerking met de part
nerarchieven in eerste instantie op het digitaal
toegankelijk maken. Eerst komen alle inventarissen
op Internet beschikbaar. Daarna wordt een super
inventaris samengesteld door de archiefobjecten
(4000 meter bundels en banden met archiefstuk
ken) te analyseren en de onderdelen gedetail
leerd te beschrijven. Voor de kenners: over enkele
jaren kan men de inhoudslijsten van de (uit Azië)
Overgebrachte Brieven en Papieren (OBP's) en
tientallen andere nadere toegangen vanuit de luie
stoel raadplegen. En niet alleen de lijsten van de
VOC- kamer Amsterdam maar ook de nog te maken
inhoudslijsten voor de kamer Zeeland en van
archieven in het buitenland. Zo is in één oogop
slag te zien welk land de archieven bewaart die
een aanvulling zijn op de hiaten in een ander land.
We maken als het ware een virtuele reconstructie
van de VOC- archieven in 51 landen.
Een volgende fase is het daadwerkelijk reconstru
eren en aan de partnerlanden 'teruggeven' van die
archieven door microverfilming of scannen. Kost
bare activiteiten; we beperken ons voorlopig dan
ook tot pilotprojecten, zoals de resoluties van
Gouverneur - Generaal en Raden in Batavia, die
het gehele VOC -octrooigebied betreffen. Een
facet hiervan is het ontwikkelen van indexen.
Voor de definitieve keuzes is er bij alle producten
overleg met het CNWS, dat inzicht heeft in de
wensen van de onderzoekers. Zo groeien histo
risch onderzoek en archiefbeheer naar elkaar tot
wederzijds voordeel. Het verfilmen of scannen
van alle VOC- archieven kost naar schatting vijftig
miljoen gulden. Dank zij de superinventaris
komen we te weten welke archieven dubbel aan
wezig zijn, zodat waarschijnlijk maar de helft van
het bedrag nodig is. Het restaureren van alle VOC-
archieven is in ieder geval geen reële optie.
Factfinding missie
Voorafgaand aan de opzet van het TANAP-pro-
gramma is er eerst overleg met de betrokken
archiefinstellingen en een inventarisatie van de
materiële staat en toegankelijkheid van de archie
ven bij onze partners nodig. De TANAP conferen
tie van december 1998 bood voor deze funda
mentele zaken te weinig tijd. Bovendien was niet
altijd duidelijk of alle betrokkenen wel dezelfde
taal spreken en hetzelfde bedoelen. Voor de
beoordeling van de fysieke staat van de archiefstuk
ken pasten we daarom tijdens de fact finding de
'Universal Procedure for Archival Assessment'
(UPAA) toe, die de Rijksarchiefdienst samen met
TNO ontwikkelde. Deze maakt met een beperkt
aantal steekproeven een valide uitspraak over het
totale bestand, ongeacht de omvang, mogelijk.
De fact finding missie die de partner-archieven
bezocht, bestond uit VOC -specialist Ben Slot, lei
der van het Internationaal Conserveringscentrum
Gerrit de Bruin en ikzelf. Ter benadrukking van
het belang van de samenwerking met Indonesië,
vergezelde de Algemene Rijksarchivaris Maarten
van Boven de delegatie in Jakarta.
Slechts vier bomaanslagen
Het was beslist geen plezierreisje. We hadden vier
weken de tijd: van half mei tot half juni twaalf
keer stijgen en landen met het vliegtuig, 's Nachts
reizen tussen huilende kinderen en urenlang
wachten op vliegvelden. Vochtige, tropische hitte
die constant als een deken om je heen hangt.
Klamme archiefdepots met gebrekkige klimaatbe
heersing. Elke dag vroeg op en alleen zondags een
paar uur vrij om de schaarse VOC- monumenten
te bezoeken, 's Avonds de ervaringen bespreken
en verslagen maken. Wekenlang meewarig staren
naar die tubes zonnecrème die ongeopend in de
koffer blijven liggen.
En dan de politieke spanningen. In Jakarta was de
verkiezingscampagne volop gaande en reden we
Oktober 1999
Archievenblad 29
Door Pieter Koenders*
I1' I! i'M
De VOC- archieven zijn de
meest geraadpleegde bestan
den van het ARA. Jaarlijks wor
den er - uit binnen en buiten
land - ruim 6.000 stukken uit
aangevraagd. Meestal gaat het
om informatie over de 51
Aziatische en Afrikaanse lan
den met VOC handelsposten.
Voor veel landen zijn de
archieven soms zelfs de enige
bron voor hun nationale en
regionale geschiedschrijving.
Vanwege de lange reistijd tus
sen Nederland en de handels
posten wilden de Heren XVII,
de directie van de VOC, gede
tailleerde gegevens over de
lokale politieke en economi
sche situatie. Ook moesten de
VOC- dienaren rekenschap
afleggen over hun persoonlijk
optreden, de contacten met
plaatselijke autoriteiten, de
handel en de behaalde resulta
ten. Alle posten stuurden jaar
lijks kopieën van hun admini
stratie en verslagen over de
dagelijkse gang van zaken naar
Batavia, (Jakarta). Daar zetelde
de Hoge Regering bestaande
uit de Gouverneur- Generaal
en de Raad van Indië. Namens
de Heren XVII voerde deze het
gezag uit over alle VOC -vesti
gingen en -dienaren binnen het
octrooigebied. Volgens het
octrooi dat de Staten Generaal
in 1 602 aan de VOC gaf, had
de compagnie het monopolie
om handel te drijven, met daar
naast rechts- en militaire
macht. Ook mocht zij verdra
gen afsluiten met buitenlandse
mogendheden. De archieven
zijn daarom uiterst divers en
geven een rijk geschakeerd
beeld van de toenmalige
samenleving.
Algemene rijksarchivaris Maarten van Boven en zijn Indonesische
collega Mukhil Paeni herstellen oude vriendschapsbanden
Het ARA bezit slechts een deel
Ook het Nationaal Archief van
Indonesië, het Tamil Nadu
Archief (voorheen Madras in
India), het Nationaal Archief
van Sri Lanka en de Kaapstad
Archievenbewaarplaats behe
ren VOC- bestanden. Elke VOC
vestiging bewaarde namelijk
een kopie van alle papieren die
ze naar Batavia stuurde en de
Hoge Regering aldaar behield
weer een kopie van alle stuk
ken die ze naar Nederland ver
scheepte. In de Republiek was
elk stuk minimaal in tweevoud
nodig, omdat de Heren XVII,
afwisselend te Amsterdam en
Middelburg vergaderden.
Bovendien moesten bepaalde
documenten nog vermenigvul
digd worden ter informatie van
de VOC -kamers in Enkhuizen,
Hoorn, Delft en Rotterdam.
Gerrit de Bruin, Pieter Koenders en Be
Slot voor de Kaapse archiefbewaarple
Factfinding in Chenn.