Wat doen de kerken met hun verleden?
75SBB37!fiï!&E!B!ESEM!f3£I335ESËQ!B5&3M
Burengerucht
Archievenblad
Burengerucht
Archi
Oktober 1999
Archievenblad 23
22 Archievenblad
In juni bogen de bezoekers van het symposium 'Markante momenten uit de geschiedenis van de Samen-op
Weg kerken' zich onder andere over de vraag hoe de toekomst van de kerkelijke archiefzorg eruit ziet. Heeft
men nog aandacht voor het verleden of moet de nieuwe archivaris van het op te richten landelijke
Dienstencentrum zich noodgedwongen beperken tot het registreren van poststukken en het archiveren van
notulen en besluiten?
Als voorzitter van het gereformeerde deputaat-
schap beet drs. L. Zoodsma het spits van de och
tend af met een bespreking van de eindrapporta
ge die dit deputaatschap eerder aan hun Generale
Synode uitbracht. De rapportage ging onder
ander in op de geplande formatie -
0.8 fte - voor de archivaris van het
nieuwe landelijke Dienstencen
trum van de Samen-op-Weg (SoW)
kerken in Utrecht. De archivaris
moet dit werk gaan combineren
met zijn functie als Hoofd Bureau
Documentaire Informatievoorzie
ning. Als zodanig geeft hij al lei
ding aan circa 20 medewerkers;
een volstrekt ontoereikende forma
tie derhalve. Naast het ontbreken
van de middelen om de centrale
semi-statische archieven van de
drie kerkgenootschappen te bewerken, komt ook
het op verantwoorde wijze adviseren van lokale
gemeenten omtrent archiefzaken door de nog op
te richten Regionale Dienstencentra hiermee in
gevaar.
Amendementen
De synode onderstreepte het kritische deputaten-
rapport door drie amendementen aan te nemen.
Hierin werd deputaten uitdrukkelijk gevraagd om
een eventuele benoeming in de nieuwe sectie te
aanvaarden. Het Dagelijks Bestuur van SoW werd
verzocht om de rol van de archiefconsulenten en
vrijwilligers voor het archief te waarborgen, ter
wijl voornoemd samenwerkingsverband samen
met de Generale Raad Facilitaire Zaken nagaan of
de formatie voor archiefbeheer kon worden her
overwogen2. Voor het honoreren van de amende
menten is, zo merkte Zoodsma op, steun van de
Hervormde en Lutherse synoden noodzakelijk.
Sinds 1987 hadden de hervormde en gereformeer
de archiefdiensten contact met elkaar. Omstreeks
Ondanks of mede door
dat de Lutherse Kerk de
kleinste van de drie
SoW-kerken is, bracht
hij verhoudingsgewijs de
meeste archieven naar
archiefbewaarplaatsen
die tijd begon de hervormde commissie jaarlijks
een of meerdere keren met het gereformeerde de
putaatschap te vergaderen. In 1992 brachten zij,
inmiddels uitgebreid met de Lutherse Archief
commissie, vanwege de voorbereiding van de
SOW organisatie, hun eerste geza
menlijke rapport uit.
over
Vervolgens schetste Zoodsma aan
de hand van een artikel van J.C.
Okkema de geschiedenis van de
gereformeerde archiefzorg3. De
'Afgescheidenen' (1834) benoem
den hiervoor mettertijd een hoogle
raar van de Theologische School te
Kampen. De 'Dolerenden' (1886)
kozen voor een 'archiefbewarende
kerk', een gewoonte die na het ont
staan van de Gereformeerde Kerken
in Nederland (1892) bleef bestaan. Na een moeiza
me voorgeschiedenis heeft dit kerkgenootschap
sinds 1980 een eigen archiefdienst onder leiding
van C.J de Kruijter.
Lutherse Archiefcommissie
Drs. A.Th Fafié, lid van de Lutherse Archiefcom
missie, behandelde in zijn voordracht de geschie
denis van een eeuw Lutherse archiefzorg. In de
vorige eeuw werden vooral kerkhistorische stu
dies gepubliceerd, vanaf het begin van de twintig
ste eeuw regelmatig aangevuld met archiefinven
tarissen van lutherse gemeenten. De latere
gemeentearchivaris van Amsterdam, dr. S. Hart
(1911-1981), was hiervan een vurig pleitbezorger.
Het was dan ook op zijn instigatie, dat de Synode
der Evangelisch-Lutherse Kerk in 1971 een lande
lijke Archief-commissie benoemde. Door de
bemiddeling van deze commissie werden sinds
dien de nodige kerkelijke en semi-kerkelijke
archieven aan officiële archiefbewaarplaatsen
overgedragen en geïnventariseerd. Soms werden
Oktober 1999
hiervoor afgedwaalde archivalia zelfs bij anti
quariaten teruggekocht. Ondanks of mede door
dat de Lutherse Kerk de kleinste van de drie
SoW-kerken is, bracht deze verhoudingsgewijs de
meeste archieven naar archiefbewaarplaatsen
over. In haar eindrapportage beval de lutherse
archiefcommissie de nieuwe organisatie vooral
de zorg van het archief van de Lutherse Kerk van
Suriname aan. Het is een internationaal belangrijk
archief, dat enkel door een grondige restauratie
nog van de ondergang te redden is.
Onkunde kerkenraden
Over ervaringen uit de praktijk hield mr. C.J. van
Heel - oud-archiefconsulent van de Nederlandse
Hervormde Kerk in de Ring Vollenhoven - een
voordracht. Hij toonde aan dat
kerkenraden vaak door onkunde
verkeerde beslissingen nemen.
Soms bewaren ze hun archief in
bankkluizen, wat om klimatologi
sche redenen niet is aan te raden.
Ook is bekend dat een archief
vanwege een restauratie van de
kerk tijdelijk in de kelder van het
gemeentehuis werd bewaard. Als
zich toen calamiteiten hadden
voorgedaan, zou het zeker verlo
ren zijn gegaan.
Vervolgens schetste hij vanuit zijn functie van
voorzitter van de Commissie tot registratie van de
Protestantse kerkelijke en semi-kerkelijke Archie
ven (CPA) hoe deze commissie met het Convent
van rijksarchivarissen en de Landelijke kring van
gemeente- en streekarchivarissen, een Kerkelijk
Archiefbesluit had vastgesteld. Deze commissie
stelde ook Richtlijnen voor het beheer van de
kerkelijke en semi-kerkelijke archieven op, (voor
dien had elk van de huidige SoW-kerken hiervoor
zelf al regels opgesteld)4. Juist omdat de hervorm
den en gereformeerden als grootste kerken bij
dergelijke initiatieven altijd het voortouw hadden
genomen, was Van Heel door de recente ontwik
kelingen bij de SoW-kerken bezorgd over de toe
komst van het CPA. Om die reden onderschreef
hij de zorgen, die Zoodsma eerder ten aanzien van
de archiefzorg van de SoW-kerk had verwoord.
Archieven bij ARA
Vervolgens schetste drs. B. Woelderink, voorzitter
van de hervormde archiefcommissie, hoe de
Het archief van de
Lutherse Kerk van
Suriname is een interna
tionaal belangrijk archief,
dat enkel door een grondi
ge restauratie nog van de
ondergang te redden is
zorg, het beheer en de toezichtstaken ten aanzien
van de kerkelijke archieven waren geregeld. Met
name de voormalige archivaris dr. J.R van Dooren
had veel voor de archieven gedaan. Zijn wens om
daarnaast een documentatiecentrum op te zet
ten, mislukte echter. Hij was het ook die de eerste
contacten met het gereformeerde deputaatschap
legde. Verder werd er een begin gemaakt met het
in bewaring geven van archieven aan overheids
archiefdiensten. In 1970 was de relatie tussen
hem en de Archiefcommissie dermate verstoord,
dat de commissie haar ontslag indiende. Na Van
Doorens overlijden stelde de nieuwe commissie
in 1984 haar mandaat ter beschikking, omdat
men de bibliotheek van de synode naar de Rijks
universiteit van Utrecht wilde overbrengen 5.
Tijdens de daarop volgende jaren
werd het steeds meer beleid om de
archieven bij de archiefdiensten
onder te brengen en niet langer zelf
te beheren. Dientengevolge werden
alle archieven van landelijke orga
nen in 1980 bij het Algemeen
Rijksarchief in bewaring gegeven.
Woelderink noemde twee specifie
ke punten van zorg. Allereerst krij
gen de semi-statische archieven in
verhouding tot de statische archie
ven onevenredig meer aandacht.
Daarnaast heeft de nieuwe Sectie Archieven,
Bibliotheek en Kunstbezit een lagere status bin
nen de kerkelijke organisatie gekregen. De
Regionale Dienstencentra zullen zijns inziens
beslist de capaciteit missen om de toezichtstaak
naar behoren te vervullen en het vrijwilligers
werk van de archiefconsulenten aan te sturen.
Niet voor niets had hij daarom zijn toespraak als
titel 'Zorg en zorgen' meegegeven.
Na het symposium
De toekomstige archivaris J.C.M. van Haastrecht is
opgeleid als bedrijfsarchivaris.Tot voor kort nam
hij een afwachtende houding aan, maar inmiddels
lijkt ook hij zich zorgen te gaan maken over het
gebrek aan aandacht voor het verleden bij de
nieuwe SoW-organisatie. In een terugblik op het
symposium noemde hij de toonzetting van de
dag somber In de praktijk zal hij voortaan per
soonlijk alle vragen moeten beantwoorden over
de hervormde, gereformeerde en lutherse kerkge
schiedenis. De grootste zorg van zijn naaste
Twee van de zes lezingen
hadden een kerkhistorische
inhoud. Zo sprak dr. FG.M.
Broeyer over de revisie van
de Statenbijbel en stond mw.
drs. H. Oostenbrink-Evers
stil bij de totstandkoming
van de (hervormde)
Kerkorde van 19 51 Voor
het Archievenblad behandelt
dit artikel enkel de voor
drachten van drs. L. Zoodsma,
drs. A. Th. Fafié, mr. C.j. van
Heel en drs. B. Woelderink,
die rechtstreeks met de
archiefzorg te maken had
den.
De Samen-op-Weg kerken is
een interim samenwerkings
verband tussen de Hervorm
de, de Gereformeerde en de
Lutherse kerken dat al in
1 961 zijn oorsprong heeft.
Tijdens Pinksteren van dat
jaar lieten 1 8 Hervormde en
Gereformeerde predikanten
weten dat de gescheidenheid
van hun kerken niet langer
geduld kon worden. Hun
oproep werd het begin van
wat later het 'Samen op Weg'
proces ging heten. Vanaf
1 974 vergaderden de syno
den van beide kerken over
eenwording met als resultaat
dat zij zich in 1 9 86 'in staat
van hereniging' verklaarden.
In 1 990 sloten de Luthersen
zich bij dit samenwerkings
proces aan. Vooruitlopend
op de beoogde fusie van de
kerkelijke organisaties zijn
de arbeidsorganisaties
inmiddels samengevoegd. In
dit najaar betrekken zij het
landelijk dienstencentrum in
Utrecht.
de Westduinkerk te Den Haag was van
1936 t/m 1955 de laatste 'archiefbe
warende kerk' van de gereformeerden.
Op 3 juni vond in de
Utrechtse Jacobikerk onder
de titel 'Markante momenten
uit de geschiedenis van de
Samen - op - Weg kerken'
een symposium over kerke
lijke archiefzorg plaats. Dit
was een initiatief van de
Commissie van de Archieven
van de Nederlandse
Hervormde Kerk, het depu
taatschap van de Archieven
en het Kerkelijk kunstbezit
van de Gereformeerde
Kerken in Nederland en de
Archiefcommissie van de
Evangelisch-Lutherse Kerk in
het Koninkrijk der
Nederlanden. Aanleiding was
het feit, dat commissies en
deputaatschap met ingang
van het najaar van 1 999 als
één organisatie, namelijk als
sectie Archieven,
Bibliotheek en Kerkelijk
Kunstbezit van de Generale
Raad Facilitaire Zaken (een
hogere bestuurslaag waaron
der archieven en documenta
tie vallen) zullen doorgaan.