Atlas Mutual Heritage
Mi
v Wj
Literatuur
Archievenbla
Archievenblad
PROCLAMATIE-
-
Geen
heersende
kerk,
geen
heersende
staat
den van zowel de juiste als onjuiste
methoden en toepassingen, voorbeelden
die alle aan de archief- en historische
praktijk zijn ontleend. Hij slaagt erin voor
betrekkelijke leken, zoals archivarissen,
de kernbegrippen van de statistiek helder
te verklaren, alsmede de relevantie van
begrippen zoals betrouwbaarheid ener
zijds en nauwkeurigheid anderzijds voor
het uiteindelijke resultaat van de steek
proef weer te geven. Hij vertelt ook hoe
in de praktijk elk type steekproef getrok
ken moet worden, als men eenmaal een
bepaalde methode gekozen heeft.
In een hoofdstuk geeft de auteur een
samenvatting in negen punten, die in
ieder handboek archiefselectie zou moe
ten worden opgenomen. Dit boek is,
naast het artikel van J. van Oss en R.
Rutgers, 'Onder behandeling. De reductie
van het cliëntenarchief van de afdeling
geestelijke gezondheidszorg van de
GG&GD Amsterdam', (in: P.M.M. Klep
(red.) Steekproeven uit massale archiefbe
standen ter wille van het historisch
belang, Den Haag 1997), een must voor
een ieder die archiefbestanden in beheer
heeft waarvoor steekproefsgewijze selec
tie een bruikbare manier lijkt te zijn om
een deel ervan te bewaren.
juridische onveranderlijk onderscheid dat
tijdens de negentiende eeuw en met
name ten tijde van de apartheid werd
gehanteerd. Maar in feite is deze conclu
sie voor het onderzoek naar de samenle
ving in de Gouden Eeuw in Nederland en
de Nederlandse gebieden buiten Europa
maar van ondergeschikt belang.
Belangrijker is dat in dit boek voor het
eerst een compleet beeld van de beginja
ren van de Kaapse nederzettingen wordt
gegeven, gebaseerd op gedegen archiefön-
vind dat je eigenlijk nog wel wat meer
zou mogen verwachten. Omdat het gaat om
een (kerkhistorisch) jubileumbundel zou
een terugblik én een zekere reflectie op
de toekomst -met aandacht voor de ontwik
kelingen op het vakgebied- niet misstaan.
Daarbij kan bijvoorbeeld worden inge
gaan op de profijtelijke bevruchting van
het kerkhistorisch terrein door aanpalende
vakgebieden: het gebruik van sociologi
sche theorieën of ideeën ontleend aan de
mentaliteitsgeschiedenis. Recentere kerk
historische publicaties waarin we deze in
valshoek terugvinden, zoals bij beschrijvin
gen van de religieuze volkscultuur in de
vroegmoderne tijd (met aandacht voor de
spanning tussen de voorgeschreven orde
en de geleefde praktijk), de uitoefening van
censuur in dezelfde periode (in het kader
van de algehele maatschappelijke discipli
nering), of een benadering waarbij de
wisselwerking tussen stedelijke cultuur
en kerkelijk leven na de overgang tot de
Reformatie centraal staat (gelet op het
religieuze gemeenschapsideaal), maken
een verfrissende en vernieuwende
indruk. Zo n toepasselijk theoretisch ka
der en een heldere vraagstelling kunnen
behulpzaam zijn bij het sturen van het
onderzoek, maar ook de lezer een dienst
bewijzen.Ten dele is dit ook wel terug te
vinden in de bundel Geen heersende
kerk, geen heersende staat.Auteurs als J.A.
Bornewasser ('Twee eeuwen kerk en
staat. Een veelledige confrontatie met de
moderniteit') en L. Laeyendekker ('Gods-
dienst-moraal-cohesie; een verbroken ver
bond') benaderen de verhouding tussen
kerk en staat in het licht van de moderni
seringstheorieën zoals ontwikkeld door
Wehler,Weber en Habermas. In de bijdra
ge van J. de Bruijn ('Van Pieter 't Hoen tot
Joop van den Ende. Tweehonderd jaar
publieke moraal in Nederland') staat de
historische benadering daarentegen cen
traal. Het gaat hier met name om een lite
ratuurstudie. Opmerkelijk is het dat mid
den in het boek, tussen de overige bijdra-
40 Archievenblad
September 1999
derzoek en ontdaan van alle mythes en
vooroordelen die er in de Afrikaanse his
toriografie rondom deze tijd waren ont
staan.
gen in, de toespraak is opgenomen die
oud-minister W. Sorgdrager hield tot de
deelnemers aan het congres. Goed lees
baar en ten dele gebaseerd op nieuw
bronnenonderzoek is de bijdrage van J.
Spaans over 'Kerkelijke en publieke
armenzorg voor en na de scheiding tus
sen kerk en staat'. De verhouding tussen
de staat en het rooms-katholieke deel van
de bevolking staat centraal bij Th. Cle
mens ('Confessie, kerk, natie en staat in
Nederland tussen 1730 en 1853'), maar
hij begeeft zich -zoals de titel al aangeeft-
buiten de grenzen in de tijd die de rest
van de bundel wel aanhoudt. Ook de situ
atie in de toenmalige koloniën komt aan
bod ('Staat en religies in koloniaal Neder-
lands-Indië'). De bundel eindigt met spe
cifieke thema's als de financiële banden
tussen staat en kerk ('Uitkeringen aan ker
ken') en een biografisch getint artikel over
de opvattingen van de Groninger godge
leerde E Hofstede de Groot.
Zijn de bijdragen ook interessant voor de
belangstellende leken en liefhebbers
onder de archivarissen? Een nadeel is dat
de bundel vaak meer dan een beperkte
interesse en voorkennis veronderstelt.
Daarmee zal zij voor niet-ingewijden (vak
broeders die het na de colleges over de
kerkelijke instellingen voor gezien hiel
den) wel snel afvallen. Voor specialisten
mag dat dan minder gelden, hun leesple
zier wordt zo nu en dan vergald doordat
ze wat al te veel jargon moeten doorwor
stelen (pagina 39 bijvoorbeeld:'Het Réveil
had een antithetische oorsprong, maar
kende al gauw in de ethisch-irenische
richting binnen de Nederlandse
Hervormde Kerk zijn op "Vermittlung"
gerichte confrontatie met de moderni
teit'). Waarom is er geen redacteur
geweest die hier een forse rode streep
door haalde?
Het boekje Archiefselectie vanuit de sta
tistiek: de steekproef in de archivistiek
biedt precies wat de titel belooft: een uit
eenzetting van de statistiektheorie, voor
zien van relevante en voor het doel van
dit boek volledig ogende literatuurverwij
zingen.
Aerts geeft een uiteenzetting van verschil
lende technieken voor het trekken van
steekproeven, en geeft daarbij voorbeel-
A1 in maart jl. ging het Atlas Mutual
Heritage Project (AMH) officieel van start.
Het is een programma dat in nauwe
samenwerking tussen Algemeen Rijks
archief, de Rijksdienst voor de Monumen
tenzorg en het Rijksmuseum tot stand is
gekomen. Het inhoudelijk onderzoek en
de vervaardiging van de software was in
handen van het (kunst)historisch onder-
zoeks en automatiseringsbureau Alex
ander Art Culture uit Amsterdam.
Wat laat Atlas Mutual Heritage ons zien en
wat is het doel ervan? De AMH biedt een
inventarisatie van VOC-plaatsen en ont
sluiting van VOC collecties in Nederland.
Met name het VOC- beeldmateriaal van
bovengenoemde instellingen is door de
vele zoekingangen een hulpmiddel en
basis voor verder onderzoek. Niet alleen
onderzoek dat specifiek op de VOC is
gericht, maar ook op interdisciplinair
onderzoek zoals sociaal/culturele geschie
denis, historische bouwkunde, restauratie
van overzeese monumenten, koloniale
geschiedenis en kunstgeschiedenis. De
AMH wil vooral een brug slaan tussen de
verschillende disciplines en onderzoek
naar een combinatie van tekst en beeld
stimuleren. De tweede doelstelling is
instellingen met de AMH een kwalitatieve
verbetering van informatie aan hun klan
ten te bieden. De VOC is een van de
meest bestudeerde onderwerpen uit de
vaderlandse geschiedenis en met behulp
van de AMH zullen archieven en andere
instellingen snel en efficiënt materiaal
beschikbaar kunnen stellen. Omdat het
een interactief medium is, kunnen alle
onderzoeksgegevens er in opgeslagen
worden. De eerste jaren zal de AMH een
'open systeem' blijven, dat ook andere
instellingen (musea, bibliotheken, archie
ven en wetenschappelijke instituten) in
binnen- en buitenland van aanvullingen
kunnen voorzien. Het is ook mogelijk
abonnee van deze digitale catalogus te
worden.
(VOC settlements)
dl®ffiB® ®{f a akifewilnxwülh ©MrfïafnÉiiig a ©smjpOsfis
iimsjbo
September 1999
Archievenblad 41
Enige kennis van de kerkelijke instellingen
behoorde vanouds tot de bagage van afge
studeerde archivarissen. Of de verhouding
tussen kerk en staat daarin een prominente
rol speelde kan ik mij niet herinneren,
maar bij de uitvoering van werkzaamheden
zal menigeen op dit thema gestoten zijn.
De hier beschreven bundel bevat tien bij
dragen over de verhouding tussen kerk en
staat in de nieuwste tijd. Het gaat om le
zingen die gehouden zijn op een congres
ter gelegenheid van het vijftigjarig bestaan
van het Kerkhistorisch Gezelschap in
1996 (het boek verscheen pas twee jaar
daarna). De titel van het congres, gelijklui
dend aan de hoofdtitel van het boek, is
ontleend aan een besluit van de Nationale
Vergadering in 1796 waarbij een einde
werd gemaakt aan de bevoorrechte positie
van de Gereformeerde kerk. In het Woord
vooraf benadrukt de redactie dat in de bij
dragen de kerkhistorische benadering wel
iswaar centraal staat, maar dat ook aan
dacht gegeven wordt 'aan algemeen histori
sche en sociologische gezichtspunten'. Ik
k--V C dc Ceinprt
De verhoud in
tussen kerken en staat
1796-1996
Onder redactie van
|.de Bruijn e.a.
A.J.M. den Teuling
Ingmar Koch, student archivistiek Amsterdam
Peter Hofland, Gemeentearchief Amsterdam.
Aerts, Archiefselectie vanuit de statis
tiek: de steekproef in de archivistiek,
Algemeen Rijksarchief Brussel 1998en Rijksarchief in de
provinciën, in de reeks Miscellanea Archivistica,
Manuale 2 8.49 blz. en bijlagen.
Atlas Mutual Heritage
(VOC settlements)
A data-bank containing a complete survey of
VOC settlements and illustrative material,
1 999
Voor info: Alexander Art Culture, Martine Gosselink
Tel.: (020) 423 51 28
e-mail: amh@art-culture.nl
J. de Bruijn e.a., Geen heersende kerk,
geen heersende staat. De verhouding
tussen kerken en staat 1 796 -1996.
Zoetermeer 1998.ISBN9021136589; 300 blz.