H Wil ilil is met van de 19eeeuw u Als we Max Beekhuis, Saskia de Graaff en Pieter Koenders van het Algemeen Rijksarchief mogen geloven heeft de ingewikkelde klassieke inventaris als toegang tot informatie uit het verleden zijn langste tijd gehad. Alle drie zijn zij nauw betrokken bij een project om 'vraaggestuurde toegangen' te ontwikkelen, een nieuwe vorm van benadering van de bronnen. De eerste resultaten daarvan worden al enige tijd gebruikt. Tijd voor een interview met deze kwartiermakers voor nieuwsoortige archieftoegangen. Het door archivarissen zo verfoeide pertinentiebeginsel lijkt een nieuwe kans te krijgen. De klassieke inventaris, gebaseerd op gedegen institutionele kennis van de archiefvormer, is volgens Max Beekhuis niet het meest geschikte medium om potentiële klanten aan het archiefonder zoek te krijgen. "Een inventaris is alleen maar gemaakt om het depot te beheren, er is nooit een ontsluiting gemaakt voor de klant om onderzoek te doen. Voor de meeste bezoekers is een inventaris dan ook niet te begrijpen. De bezoeker wordt er mee opgescheept, hij moet proberen WA~ihet te doorgronden en maar zien te ach terhalen waar hij de informatie moet zoe ken. Als je een dienstverlenend bedrijf wilt zijn, moet je beginnen met een alter natief te formuleren en niet de klant dwin gen jouw depotsystematiek te snappen." Pieter Koenders is het met die zienswijze helemaal eens. Als gediplomeerd archiva ris zegt hij ook zelf soms grote moeite te hebben met het begrijpen van dit instru ment: "Er zijn inventarissen waarmee ik bij vijf, zes collega's moet langsgaan om te vragen of zij weten hoe die werkt." Je hoeft je dan geen illusies te maken over het gebruik daarvan door de doorsnee archiefbezoeker. "De toegangen halen bij lange na niet de normen die archivarissen nastreven" vult Saskia de Graaff aan. "Er is een groot verschil in kwaliteit. Welke toe gangen voldoen werkelijk aan de criteria van een 'klassieke' inventaris? Op het ARA nog niet eens de helft." Thematisch gericht Maar er gloort hoop voor de archiefge bruiker. In 1997 verscheen bij het Al gemeen Rijksarchief een nieuw type toe gang onder de tot de verbeelding spre- 10 Archievenblad kende titel POP-gids. Bij de ontwikkeling van deze gids (de letters staan voor Per sonen Op Papier) vormde niet de institu tionele geschiedenis van de archiefvor mer het uitgangspunt, maar stond de vraag van de klant centraal.Aan dergelijke toegangen is grote behoefte. Volgens Beekhuis heeft het archiefwezen de klan ten zo ongeveer afgericht om vragen te stellen in termen van bestanden. "Zo heb-" ben we het ze ook altijd aangeboden. Maar als je luistert en kijkt, kom je tot de conclusie dat klanten heel thematisch gericht vragen: heeft u iets over familie, plaats, land, historische gebeurtenis. Dat zijn de meest voorkomende vragen. Wij proberen een ander type antwoord te ge ven op die vragen." Het eerste voorbeeld daarvan is de POP- gids, een extra toegang op reeds geïnven tariseerde archieven. Dat betekent dus dat alleen die informatie in de gids is opgeno men die in de bestaande inventarissen te vinden is. De toegevoegde waarde bestaat uit de mogelijkheid dwars door alle be staande inventarissen heen te zoeken. Zo weet je binnen enkele minuten of er in het Algemeen Rijksarchief archiefstukken zijn die informatie bevatten over adelbor sten, ziekentroosters, Japanners, Chinezen en zelfs over abonnees op het blad Konin gin en Vaderland. Toegang op Japan Op dit moment staat een tweede thema tisch georiënteerde toegang op stapel: Maart 1999 de Japan-gids. Hoewel, gids is eigenlijk niet het goede woord. De nieuwe toegang is een database waarin tot op het laagste niveau de vindplaatsen zijn opgenomen van bronnen die informatie bevatten over Japan. Niet het eigen depot is het uit gangspunt, maar alle bewaarplaatsen in ons land waar archieven zijn te vinden met betrekking tot de relatie Japan - Ne derland. De structuur van de database is geënt op de regels die de Internationale Archiefraad (ICA) in 1994 heeft geïntrodu ceerd, ISAD(G). Koenders meent te weten dat het ARA de eerste is in de wereld die de regels pro beert toe te passen. Het is een kostbaar experiment. En waarom een toegang op Japan? Behalve dat er internationaal grote belangstelling bestaat voor dat land (de toegang is dan ook Engelstalig) heeft het vooral te maken met geld.Ter herinnering aan het feit dat vijftig jaar eerder een eind kwam aan de Tweede Wereldoorlog heeft de Japanse regering een programma voor Vrede, Vriendschap en Uitwisseling op gezet. In dat kader is geld beschikbaar ge steld voor het project Historical Research between Japan and the Netherlands. Het Nederlands Instituut voor Oorlogs-docu- mentatie (voormalige RIOD) beheert de gelden en een van de projecten die hier uit gefinancierd worden, is de Japan-gids van het ARA. Cultureel Ondernemerschap Als het aan Beekhuis ligt, wordt die werk wijze de leidraad bij de keuze welke the ma's op deze wijze toegankelijk gemaakt worden. "Je gaat investeringen doen daar waar vraag naar is. En wat is een erken de vraag? Als er voldoende massa is." Het archiefwezen moet goed in beeld krijgen waar de kernactiviteiten dienen te liggen. Hij heeft daar zelf duidelijke ideeën over. "Om te beginnen moeten archiefdiensten, zeker de grotere, dichter tegen onder zoeksvragen van onderzoekscholen gaan zitten. Aan onderzoeksprogramma's van universiteiten zit meestal geen geld vast, maar het is wel relevant om daar een bij drage aan te leveren. Ondersteuning van wetenschap en onderwijsprogramma's moet om niet. Daarnaast is het zaak om de particuliere vraag te stimuleren: wij nemen bijvoorbeeld een initiatief en voor het vervolg moet er geld uit de markt ko men." Wie een toegang wil krijgen, dient geld mee te brengen. Dat het niet om klei ne bedragen gaat blijkt wel als we naar de kosten van de Japan-gids vragen. "Bij elkaar zijn daar vier jaar lang twee men sen mee bezig geweest. Kosten: drie ton." Voor het archiefwezen wordt het in deze bedrijfsopvatting steeds belangrijker om zijn klanten te kennen: het klantbeeld wordt het criterium voor hetgeen ontslo ten wordt èn voor de manier waarop dat gebeurt. De klant krijgt daarmee een in- strumentarium waardoor zelfservice tot 95% kan worden gerealiseerd. Leidt deze vorm van cultureel ondernemerschap niet tot vervlakking? Op die manier wor den immers archieven alleen dan goed ontsloten wanneer een voldoende aantal archiefgebruikers belangstelling heeft voor een bepaald thema of wanneer een flinke zak met geld op tafel komt zodat de 6.000 verschillende archieven die zich thans in het Algemeen Rijksarchief bevin den op het gewenste thema gescreend worden? Beekhuis doet daar niet moeilijk over. "De functie van een archiefdienst is om de vraag die in de maatschappij leeft, te beantwoorden. We moeten uit de schulp kruipen en niet blijven roepen te gen de bezoeker: we hebben het nu alle maal institutioneel ontsloten en nu moet u het maar zelf opzoeken. Dat is van de negentiende eeuw." En degene die onder zoek wil doen naar een onderwerp dat niet zo in de mode is en geen grote zak geld heeft? "Die heeft eenvoudig pech." Pure noodzaak Toch lijkt de nieuwe weg die is ingesla gen niet alleen maar een poging om te voldoen aan de behoeften van de klant. Volgens De Graaff is het ook pure nood zaak vanwege de veelheid aan informatie die het ARA beheert. "Door mobiliteit en flexibiliteit van de medewerkers van het Algemeen Rijksarchief wisselt de persone le bezetting van de studiezaal; geen enke le medewerker kan zich meer volledig inwerken en ervaring opbouwen. Een andere manier van bemiddelen is nood zaak. Wij moeten bezoekers minder afhan kelijk maken van de studiezaalmedewer ker." Beekhuis verduidelijkt dit: "Zeventien jaar lang is de dienstverlening door drie mensen bemand, dat is zwaar onder de maat. Van studiezaalmedewerkers kan men niet eisen dat zij het antwoord weten op alle vragen van bezoekers. Zes duizend toegangen: wie kan daar nog de weg in vinden? Bovendien zitten de spe cialisten niet op de studiezaal, maar elders Maart 1999 Archievenblad 11 Door Charles Jeurgens en Agnes Jonker welkom scherm start menu hoe werkt het zoek-systeem glossary woordenboek nadere beschrijving voorwaarden voor toegang scherm scherm scherm scherm scherm scherm hulp en archief archief archief archief zoeken en informatie bewaarplaats toegang vormer materiaal raadplegen beschrijving geschiedenis introductie op thema van gids Schema van de zoekstructuur samenvatting inhoud -+taal beeldmateriaal ordening structuur indices en andere zoekinstrumenten relaties met ander archiefmateriaal koppeling naar andere blokken lotgevallen van het archief openbaarheid materiële staat zoeken archief materiaal l beperken tot een periode op onderwerp (subject) op trefwoord (keyword) uitbreiden of beperken actie vrije tekst (full text) zoeken archief-vormer zoeken archief-toegang zoeken bewaarplaats kopie bestanden 1 De Japanse ambassadeur Tadashi Ikeda bracht op 10 juni 1996 een bezoek aan het ARA. 2 Prentje uit 'De Spectator 1862, nr. 24: Nederlandse Maagd: "Mijne heeren, weest welkom: na de fransche vol-au-vent en de engelse plumpudding hebt gij gelijk hier een kop thee te komen drinken, hier zijt gij thuis" (uit De Bovenkamer, magazine van het ARA 1998, nr.2)

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Archievenblad | 1999 | | pagina 5