Niets
menselijks vreemd
Buren
Rijksarchief in Noord-Holland concentreert
wetenschapsarchieven
Door Paula Velthuys-Bechthold
14
15
Is wetenschap een levensvatbaar aandachtsveld voor archiefvorming?
Hoe belangrijk zijn archieven voor de wetenschapsgeschiedenis?
Kunnen wij er de wetenschap mee ontmythologiseren? Ja, want ook
geleerden hebben zoiets diep menselijks als een archief nagelaten
waaruit blijkt dat wij het beeld van helden die van doorbraak naar
doorbraak snellen nodig moeten bijstellen. Dagelijkse beslommerin
gen, worstelingen met weerbarstige problemen en gestrande projec
ten, alles heeft zijn plaats in de wetenschapsarchieven in het Rijks
archief in Noord-Holland. Vanaf de jaren tachtig fungeert dit archief
als centrum voor wetenschapsarchieven en in 1992 is het binnen de
Rijksarchiefdienst ook officieel als zodanig erkend.
Aanbevelenswaardig aandachts
veld
In de inaugurele rede van E.J. Dijkster-
huis, getiteld Doel en methode van de
geschiedenis der exacte wetenschappen' staat
de volgende redenering: 'de mathema-
tisch-empirische natuurwetenschap is
een verschijnsel dat alleen voorkomt in
de Westerse cultuur; dit verschijnsel is
in de laatste vier eeuwen kenmerkend
geworden voor West-Europa en de
gebieden die cultureel afhankelijk van
haar zijn. De betekenis en het belang
van deze wetenschap en haar geschie
denis zijn dus boven iedere twijfel
verheven.'
Ik wil ook wijzen op het besef van de
impact van wetenschap op de samenle
ving, getuige bijvoorbeeld het rijke
genootschapsleven in de achttiende en
negentiende eeuw en in onze tijd
wellicht de wetenschapsbijlage in de
krant. Ook de invoering in 1998 van
het vak Algemene Natuurwetenschap
pen in het voortgezet onderwijs is
bedoeld om de leerlingen bewust te
maken van deze invloed. Wetenschap
is dus een wezenlijk onderdeel van
onze cultuur en een cultuurgeschiede
nis is niet compleet zonder een hoofd
stuk over wetenschapsgeschiedenis.
Maar is wetenschap daarmee ook een
levensvatbaar aandachtsveld voor
archiefcollectievorming? Ofwel: zijn
archieven belangrijk voor wetenschaps
geschiedenis? Door de ontmythologi
sering van de wetenschap is de be
schrijving van haar verleden niet meer
een verhaal over helden die van door
braak naar doorbraak snellen. Ook
geleerden hebben zoiets diep mense
lijks als een archief nagelaten met
daarin niet alleen optekeningen van
geniale invallen en concepten van
baanbrekende artikelen, maar ook
stukken die getuigen van de worste
ling met weerbarstige problemen en de
gestrande projecten. Of de dagelijkse
beslommeringen van de geleerde als
hoogleraar, commissielid of zelfs
huisvader of -moeder. Wetenschapshis
torici willen evenals hun collega
historici het verleden zo correct en
volledig mogelijk reconstrueren.
Professionalisering van de weten
schapsgeschiedenis dus, die onder
andere tot gevolg heeft dat archief
onderzoek bij haar beoefening een even
Doelstellingen
Het Rijksarchief in Noord-Holland
beheert op dit moment bijna 40
archieven van personen en instellingen
die werkzaam zijn op het terrein van de
exacte wetenschappen en de aanwas is
gestaag. Welke visie en doelstellingen
gaan schuil achter dit centrum voor
wetenschapsarchieven? Allereerst wil
het Rijksarchief in de toekomst het
vertrekpunt zijn voor wie archiefonder
zoek doet naar de geschiedenis van de
(exacte) wetenschappen in Nederland.
Om dat te bereiken wil het een zo
compleet mogelijke databank van en
over wetenschapsarchieven aanleggen
en deze, ook in digitale vorm, ter be
schikking stellen van de onderzoekers.
Tevens wil het Rijksarchief zelf weten
schapsarchieven beheren en toeganke
lijk maken. Het selectiebeleid is gericht
op de acquisitie van archieven die een
representatief beeld geven van de ont
wikkeling van de (exacte) wetenschap
pen in Nederland. Verder wil het Rijks
archief samenwerken met personen en
instanties in binnen- en buitenland die
ook werkzaam zijn op het gebied van
wetenschapsgeschiedenis.
belangrijke rol speelt als bij andere
takken van de geschiedenis.
Geen monopoliepositie Noord-
Holland
De afgelopen jaren heeft het Rijksar
chief zich enthousiast ingezet om het
centrum voor wetenschapsarchieven
gestalte te geven. Dit in de overtui
ging dat de verwerving en het beheer
van dergelijke particuliere archieven
een aanbevelenswaardige en levensvat
bare taak is. Daarbij past deze uitbouw
van het centrum, met zijn nadrukke
lijke koppeling van archief-ontsluiting
aan onderzoek, heel goed in de ont
wikkeling van archiefdiensten van
aanbod- naar vraaggerichte organisa
ties. Het is bij het Rijksarchief in
Noord-Holland ondergebracht omdat
het zo onderdeel is van een geves
tigde archiefdienst met alle infrastruc
tuur en know-how van dien. Een
Ontstaansgeschiedenis
De ontstaansgeschiedenis van het cen
trum is grofweg in drie fasen te ver
delen. De eerste stap was de acquisitie
in 1983 van de archieven van de uit
1851 stammende Koninklijke Neder
landse Academie van Wetenschappen
(KNAW) en van haar voorganger het
Koninklijk Instituut van Wetenschap-
■jC- <.v-t 'tte
t
'*4 m*.-*
■C'*-
V.l.n.r. Pieter Zeeman, Albert Einstein en Paul
Ehrenfelst in het Natuurkundig Laboratorium
van de Universiteit van Amsterdam rond
1921. Zij kwamen een van Zeemans ingenieuze
opstellingen bekijken. Het archief van Pieter
Zeeman bevat brieven met meer dan 2000
correspondenten, waaronder vrijwel alle
natuurkundigen van naam uit het eerste kwart van deze eeuw. Onder hen uiteraard ook bovenstaande
collega's. (Rijksarchief in Noord-Holland, Archief Pieter Zeeman, inv.nr. 1001)
Twee pagina's uit het achtste aantekeningen boekje van Pieter Zeeman. Op 2 september 1896 deed
Zeeman zijn beroemdste ontdekking; hij nam de magnetische splitsing van spectraallijnen waar, later
het Zeeman-effect genoemd. In het boekje staan de aantekeningen die hij maakte tijdens dit experiment.
bijkomend voordeel is dat zo ook de
mogelijkheid bestaat om particuliere -
en overheidsarchieven te verwerven.
Verder is het praktisch gezien natuur
lijk een stuk goedkoper dan het
oprichten van een apart documentatie
centrum. Het Rijksarchief eist echter
geen monopoliepositie op voor wat
betreft het beheer van wetenschapsar
chieven. Het wil een centrum zijn,
bestemd voor zowel de archiefvormers
als de archiefgebruikers, waarbij het
Rijksarchief de archivistische kennis en
ervaring levert.
pen, Letterkunde en Schone Kunsten
(1808-1851). Eigenlijk hadden derge
lijke archieven van instellingen waar
van de functies zich over heel Neder
land uitstrekken dan wel uitgestrekt
hebben, naar het Algemeen Rijksar
chief overgebracht moeten worden.
Door ruimtegebrek in de depots
kwamen ze echter in het Rijksarchief
in Noord-Holland terecht. De volgen
de fase zette halverwege de jaren
tachtig in. In Museum Boerhaave in
Leiden bevindt zich een belangrijke
collectie particuliere wetenschapsar
chieven. Met dit museum zocht de
Commissie Persoonlijke Archieven van
Wiskundigen, ingesteld door het
Wiskundig Genootschap, dan ook
contact. Genoemde commissie was
enige jaren eerder opgericht om ar
chieven van Nederlandse wiskundigen
veilig te stellen en had inmiddels en
kele archieven verzameld. Deze wilde
ze onderbrengen bij het Museum
Boerhaave. Het ministerie van Wel
zijn, Volksgezondheid en Cultuur
verleende echter geen medewerking
aan de uitbouw van de archieffunctie
van het museum. Via het Algemeen
Rijksarchief kwam het Wiskundig
Genootschap uiteindelijk bij het Rijks
archief in Noord-Holland terecht. Niet
alleen werden de door de commissie
verzamelde archieven van wiskundigen
er ondergebracht, het Wiskundig
Genootschap, het Museum Boerhaave
en het Rijksarchief sloten tevens een
overeenkomst tot samenwerking op
het gebied van acquisitie en beheer van
wetenschapsarchieven. De derde fase
betrof de positie van het concentra
tiepunt binnen de Rijksarchiefdienst.
Midden jaren tachtig kwam binnen
deze dienst de discussie op gang over
de verdeling van particuliere archieven.
Het idee was dat de rijksarchieven in
de provincie deze archieven rond be
paalde thema's konden verzamelen en
beheren. Begin 1992 besloot het Con
vent van Rijksarchivarissen dit idee
van landelijke aandachtsvelden toch te
laten varen. Wel mochten die rijksar
chieven waar zich inmiddels zo'n con
centratiepunt had ontwikkeld, zich als
zodanig bij de algemene rijksarchivaris
aanmelden. Het Rijksarchief in Noord-
Holland heeft dat bij die gelegenheid
dan ook gedaan; sinds 1985 was de
acquisitie van wetenschapsarchieven
daar immers al op gang gekomen.
Stroom van archieven
In dat jaar verwierf het het omvang
rijke archief van de biochemicus E.C.
Slater (geb. 1917), in 1988 gevolgd
door de archieven van het Genoot
schap voor Geschiedenis der Genees
kunde, Wiskunde en Natuurweten
schappen GeWiNa (opgericht in
102/10 DECEMBER 1998