Tien vragen over de Koepel 6 7 Wat is de koepel? Een samenwerkingsver band tussen bestaande organisaties en instel lingen in het archiefveld die hun eigen autono mie en identiteit behouden. Door Richard Hermans en Joyce Pennings Al meer dan een jaar overleggen diverse archieforganisades en -instellingen om tot een samenwerkingsverband in de vorm van een Koepelorganisatie te komen. Nu de besluitvorming in een eindfase is beland, was het niet alleen tijd voor een interview met Eric Fischer (zie hiervoor), maar ook om een en ander nog eens op een rij te zetten. Tien vragen over de Koepel dus. Waarom wordt de koepel in het leven geroepen? Binnen het Neder landse archief- en documentatiewezen groeit het besef dat het bijhouden van, reageren op en initiëren van vaktechnische en beleidsmatige ontwikkelin gen vaak het draagvlak van de afzonderlijke organisaties te boven gaat. Bij zaken die het gehele archief- en documentatiewezen aangaan kan meer samenhangend en slagvaardig worden opgetreden. Daar komt nog bij dat het ministerie van OC W er naar streeft om op de verschil lende terreinen van het cultureel erfgoed met koepelorganisaties als aanspreekpunt voor overleg en beleidsontwikkeling te werken. De museumwereld in Nederland kent al een dergelijke koepelorganisatie: de Nederlandse Museum Vereni ging- Wanneer en bij wie is het idee voor een koepel geboren? Tegen de hierboven geschetste achtergrond namen het ministerie van OC W en de KVAN het initiatief om een verkennend onderzoek uit te laten voeren naar de mogelijk heden van de vorming van een Archiefkoepel. In april 1997 werden de resultaten van dit onderzoek gepresenteerd. De belangrijkste conclusie was dat er bij betrokkenen een vrij algemeen gevoelde behoefte aan een koepelorganisatie voor het archief- en documentatiewezen bestaat ten behoeve van het bundelen van de krachten. In december 1997 ondertekende een aantal betrokken organisaties een inten tieverklaring, waarin zij zich verplichten zich te zullen inspannen voor de realisatie van een dergelijke koepel. Januari 1998 kon een projectgroep van start gaan met daarin de Archiefschool, CANnet, KALO, KVAN, LOPAI, NVBA, RAD en SOD. Wat zijn de doelstellingen van de koepel? De primaire doelstelling van de koepel is het initiëren en organiseren van samen werking tussen de afzonderlijke deelne mende organisaties. De koepel vervult in essentie drie functies: Als forum voor samenwerking: organiseren van samenwerking op het gebied van vak inhoudelijke en tech nische onderwerpen die voor deelnemers bruikbare concrete produkten en diensten leiden. Als voorbeelden voor moge-lijke activitei ten zijn binnen de project groep het ontwikkelen van een bezoekerspas, het ontwikkelen c.q. beheren van een archiefbeheerssys teem en overige programmatuur en gezamenlijke onderwijsactiviteiten ter sprake geopperd. Voor belangenbehartiging, lobby en PR: organiseren van overleg, standpuntbepaling en in het verlengde daarvan het optreden als aanspreekpunt, gesprekspartner en vertolker van de belangen van de archiefwereld (of delen daarvan) in het geheel van het cultureel erfgoed. Als voorbeelden hiervan zijn binnen de projectgroep onder werpen genoemd als bestuurlijke samenwerking tussen archieven en de beleidsvoorbereiding van de Cultuurnota 2001-2004. Wat betreft dienstverlening: zorgen voor gezamenlijke voorzieningen op het gebied van de facilitaire dienstverle ning. Hiertoe komen bijvoorbeeld activiteiten in aanmer king als het ontwikkelen en onderhouden van informatiema teriaal/website, het beheren van een databank archiefwezen en het uitgeven van een blad en publicaties. Met name de eerste twee functies beschouwt de projectgroep als kritische succesfactoren in het realiseren van meerwaarde van de koepel voor de deelnemers. De laatste functie is belangrijk, maar niet essentieel voor het bestaansrecht van de koepel. Wie kunnen er deelnemen aan de koepel? De projectgroep heeft gekozen voor toelating van vertegen woordigende organisaties en instellingen in brede zin, waaronder ook, naast de deelnemers in de projectgroep, niet direct betrokken belanghebbenden zoals VNG, IPO en het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Ook individuele organisaties die collecties en/of archieven beheren dan wel vormen of die betrokken zijn bij de bevor dering van de belangen of de kwaliteit van het beroep en de beroepsuitoefening kunnen zich aansluiten. Over het uitgangspunt dat individuele diensten kunnen toetreden tot de koepel heeft de projectgroep uitgebreid gediscussieerd. De standpuntbepaling lijkt tot op heden nog niet eenduidig. Zo geeft de RAD de voorkeur aan deelname van individuele archief- en collectiebeherende instellingen in plaats van vertegenwoordigende organisaties vanwege het belang van samenwerking en contact op het operationele en regionale niveau. Deze opvatting wordt gedeeld door de KALO. Ook daar denkt men aan lidmaatschap van de koepel door individuele archiefdiensten. Dat betekent wel dat het 'klassieke' archiefwezen sterk vertegenwoordigd zal zijn. Voor het LOPAI is het moeilijk te verteren dat niet archief- of collectiebeherende instellingen zouden afvallen. Ook de KVAN heeft hierbij vraagtekens geplaatst, waarbij overigens bedacht moet worden dat de KVAN een belangenvereniging is van individuele archivarissen, die er op persoonlijke titel lid van zijn. Wanneer gaat de koepel daadwer kelijk van start? Het is de bedoeling dat de koepel 1 januari 1999 operationeel zal zijn en wordt opgezet volgens een groeimodel. Dat wil zeggen dat de intensiteit van de samenwerking en de aard en de omvang van de activiteiten in eerste instantie redelijk beperkt worden gehouden. Na circa twee jaar zal het functioneren van de koepel worden geëva lueerd. Dan is het ook het moment om te besluiten welke nadere en definitieve invulling en opzet van de koepel nodig is. Uiteraard speelt de onder het punt 'deelnemers' genoemde problematiek hierbij een belangrijke rol. Het is de vraag of de koepel meer zal zijn dan de grootste gemeen schappelijke deler, en of men in staat zal zijn de diversiteit aan standpunten te bundelen.' Hoe ziet de organisatie van de koepel er straks uit? In verband met de groeimodel gedachte valt de keuze in de beginfase op de stichtingsvorm met als voornaamste doel stelling de oprichting en de uitbouw van de koepel. Hij zal bestaan uit een bestuur en een bureau. Deelnemende organisaties en instellingen zijn vertegenwoordigd in het bestuur, het hoogste besluitvormende orgaan van de koepel. Het is de bedoeling dat bij de aanvang van de koepel alle deelnemers van de projectgroep een bestuurszetel gaan vervullen. De RAD heeft te kennen gegeven zich als advise rend lid bij het bestuur aan te sluiten. Ter ondersteuning en Kortom, de start van de koepel is nog omgeven met veel vraagtekens en open einden. Er is twee jaar de tijd om te bezien of daadwerkelijk een organisatorisch vernieuwing in het archiefwezen kan worden gerealiseerd. uitvoering van de activiteiten wordt er een krachtig, slagvaardig en kwalitatief hoogwaardig koepelbureau ingericht, om in de termen van de projectgroep te blijven. In het beginstadium zal dit bureau bestaan uit een parttime directeur, een fulltime office manager en een fulltime bureaumedewerker. Hoe worden de activiteiten van de koepel gefinancierd? De koepel opereert in essentie als een project-organisatie. Hij initieert en definieert de projecten, maar de uitvoering daarvan zal telkens afhankelijk zijn van het draagvlak voor het bewuste project onder de deelnemers. Deze stellen de financiële en personele middelen ter beschikking. Voor de KVAN is het nog niet duidelijk welke de gevolgen de activiteiten van de koepel zullen zijn voor de financiering van de KVAN. Als beroepsvereniging ontvangt zij subsidie van het ministerie om een aantal taken te verrichten. Worden er taken van de KVAN naar de koepel overgeheveld, dan zijn er goede afspraken met de koepel en het ministerie over de verdeling van de gelden nodig. Voor de KVAN kan dit betekenen dat het totale bedrag aan te ontvangen subsidies afneemt. En dat kan gevolgen hebben voor het functioneren van de KVAN Gaat de KVAN straks op in de koepel? In beginsel stelt de KVAN zich positief op tegenover het eventueel overhevelen van taken dan wel het uitvoe ren ervan in overleg met de koepel. Zo ver is het echter nog niet. Om te beginnen zullen de leden van de KVAN in een extra vergadering hun fiat moeten geven aan de toetreding van de KVAN. Het is dan ook de vraag welke voorstellen het bestuur aan de leden zal doen. Fungeert de koepel namens het veld straks als adviesorgaan aan de minister? Dit is nog onduidelijk. Het ministerie heeft hier in ieder geval problemen mee, met name vanwege de dubbele positie van de RAD als agentschap van het ministerie en als deelnemer aan de koepel. 102/10 DECEMBER 1998

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Archievenblad | 1998 | | pagina 4