Ute
ratuur
Litera-
Beheer archieven rijksoverheid moet beter
Feestelijke opening studiezaal ARA: 80
kilometer passie wil ontdekt worden
30
De archieven van de Nassause Domeinraad 1581-1811.
31
De nu 72-jarige Princen woont nog steeds in Indonesië en is
sinds vele jaren directeur van het Indonisisch Instituut voor
de Verdediging van de mensenrechten. Na een politie-inval
in zijn huis besloot Princen zijn archief veilig onder te
brengen. Het IISG heeft al veel collecties op het gebied van
de sociale geschiedenis van Azië. Het archief van Princen -
dat beperkt toegankelijk is - sluit hier mooi bij aan.
zien. "Want", aldus Boomgaard, "archiefonderzoek is emotie.
In dit gebouw ligt meer dan 80 strekkende kilometer passie
over een periode van meer dan 900 jaar, de neerslag van
vreugde en verdriet, van verzet en verraad, van vrijheid en
verbondenheid."
Als openingsgeschenk had de staatssecretaris het ARA de
particuliere stukken van de eerste minister van onderwijs, de
heer De Visser, aangeboden. Door een druk op de knop
opende de staatssecretaris de studiezalen en tevens het foto
archief van Willem van de Poll. Van deze fotograaf - 'kroon
getuige van de contemporaine geschiedenis' zijn 35000 fo
to's op CD-Rom gebracht. Foto's die een indringend beeld
geven van onder meer de bevrijding van Nederland in 1945
en de dekolonisatie van Indonesië.
Actieve verantwoording door de rijksoverheid op het punt
van archiefbeheer vindt nauwelijks plaats" schrijft de
algemene rijksarchivaris Van Boven aan de Tweede Kamer in
zijn jaarverslag 1997 over de rijksarchiefinspectie. Volgens
Van Boven is er nog steeds structureel te weinig aandacht
voor archiefbeheer. De toenemende decentralisatie en
verzelfstandiging van taken oefenen een negatieve invloed
uit op de kwaliteit van het archiefbeheer. De leiding van de
departementen en zelfstandige bestuursorganen hebben te
weinig oog voor het belang van een goed informatiebeheer.
Dit heeft geleid tot ernstige incidenten, waarbij de verant
woording, democratische controle en het historisch belang in
het geding zijn. De Liro-affaire van het Agentschap van ht
Ministerie van Financiën en de oneigenlijke vernietiging van
dossiers door de Militaire Inlichtingendienst liggen nog vers
in het geheugen. De toenemende digitalisering van het
informatiebeheer vormt een grote bedreiging. De informa
tietechnologie speelt bij digitalisering van archiefbestanden
een prominente rol, de documentaire informatievoorziening
een marginale. Daardoor voldoen gedigitaliseerde archiefbe
standen veelal niet aan de archiefwettelijke eisen. Veel van
dergelijke bestanden blijven volledig buiten bereik van de
archiefbeheerders bij de departementen.
Van Boven pleit voor invoering bij de zorgdragers van een
systeem van kwaliteitszorg, waaronder planning en control
en periodieke verantwoording. Tevens moet de Rijksarchief
inspectie worden versterkt om effectief toezicht te kunnen
uitoefenen. De staatssecretaris van Cultuur, Rick van der
Ploeg, onder wiens politieke verantwoordelijkheid de
Rijksarchiefdienst valt, neemt het pleidooi van de algemene
rijksarchivaris ter harte. In zijn aanbiedingsbrief aan de
Tweede Kamer schrijft hij welwillend te staan tegenover de
invoering van een systeem van kwaliteitszorg. Dit geldt ook
voor de versterking van de positie van de Rijksarchiefinspec
tie. Nog dit jaar zal een onderzoek worden gedaan naar
beleid, positie en bezetting van de rijksarchiefinspectie. Op
basis van dit onderzoek zal actie worden ondernomen.
Donderdag 8 oktober was het dan zo ver. Na maanden van
geklop, geboor, uithuizen, inhuizen, verplaatsen en wat dies
meer zij, werd het vernieuwde studiezalencomplex in het
Algemeen Rijksarchief geopend. Ter gelegenheid hiervan
konden de genodigden het kortste symposium ooit bijwo
nen: een panel onder voorzitterschap van Martin van Ame-
rongen boog zich over het thema 'veiligheid en openheid'
met in het verlengde daarvan de kwestie van de privacy. Ere-
bezoeker was natuurlijk staatssecretaris Rick van der Ploeg.
Voordat deze de officiële openingshandeling kon verrichten
werd hij nog
enthousiast
toegesproken
door (nu nog)
directeur van
het ARA, Jan
Boomgaard.
Omdat het
ARA de
officieuze
status van
jong monu
ment blijkt te
hebben,
moest er
respectvol
met het
gebouw
worden
omgegaan, of,
in de woorden van Boomgaard met "respect des batiments
tegenover het respect des fonds" van de archieven. "Met zijn
vele gangen, doorloopjes, hoeken en kamertjes rondom een
binnenplaats heeft het ARA iets van een middeleeuwse
burcht. Eenmaal de toegangspoort door krijgt de bezoeker
een beschermd en veilig gevoel, maar aan de daadwerkelijke
veiligheidsvoorzieningen ontbrak nog behoorlijk veel." Het
nieuw ontwikkelde integrale veiligheidsconcept, dat uitgaat
van een duidelijke compartimentering van het gebouw naar
gebruiksdoeleinden, moet hierin voorzien. De nieuwe
studiezalen zijn alle gesitueerd op de begane grond rondom
de tuin. "Ze zijn een afspiegeling zoals wij graag als organi
satie willen zijn: open en doorzichtig naar ons publiek."
Publiek dat niet alleen virtueel, namelijk vanuit zijn eigen
pc, maar ook in tastbare vorm de rijkdom van het ARA wil
RECENSIES
De Archieven van de Nassause Domeinraad
Algemeen Rijksarchief Den Haag742 blz.
van de Haagse Domeinraad waren ver
mengd.
Het archief inventariseerde men zoals
dat toen gebruikelijk was. De charters
en de akten, die vroeger in aparte
charterkasten waren bewaard en waar
een zesdelige inventaris op bestond (de
zogenaamde inventaris 'folio'), bleven
als aparte verzameling en via die oude
inventaris toegankelijk. De domein-
kaarten werden toegevoegd aan de
kaartenverzameling van het Rijksar
chief, waarvan de inventaris in 1873
door J.H. Hingman werd voltooid.
Dezelfde Hingman maakte ook op de
meer dan 500 m delen en bundels een
inventaris, die in 1882 uitkwam. De
stukken van de Raad en Rekenkamer
van Breda tot 1581, een deel van de
bestanddelen die in de inventarissen
Folio en Hingman waren beschreven,
kregen in 1948 en 1955 van mw.
Drossaers een nieuwe gedrukte toe
gang, bestaande uit twee delen inven
taris en acht delen regesten.
Met de inventarissen Folio, Hingman
en Drossaers was 75% van de archie
ven van de Nassause Domeinraad die
op het Algemeen Rijksarchief werden
bewaard ontsloten. Veertien kleinere
bestanden maakten de overige 25%
uit. Wie geen stuk wilde missen moest
dus zeventien inventarissen raadple
gen. In 1992 besloot men de losse on
derdelen weer samen te voegen en in
één inventaris te beschrijven, met uit
zondering alleen van de stukken die
door Drossaers waren geïnventariseerd.
Zeventien archivarissen, adspirant-
archivarissen en niet-archivarissen
De inventaris van de archieven van de
Nassause Domeinraad is af! Een reden
voor het Algemeen Rijksarchief om de
vlag uit te hangen. Al in de jaren
twintig van de vorige eeuw kreeg men
daar van Financiën de bestanden die
betrekking hadden op de huishouding
van de Oranjes en op domeinen die
niet meer door de staat geëxploiteerd
werden; veertig jaar later kwam - bij
stukjes en beetjes - de rest. Nog later
volgden rentmeestersarchiefjes naar
Den Haag die na 1813 waren gedepo
neerd in de kantoren van de ontvan
gers der registratie en domeinen.
Nadat was vastgesteld dat die rent"-
meesters volgens de nieuwe archiefleer
als zelfstandige archiefvormers moes
ten worden aangemerkt, droeg men
deze archiefjes weer over aan de
rijksarchieven in de provincie, als de
papieren tenminste nog niet met die
werkten eraan, van wie M.C.J.C. van
Hoof, E.A.T.M. Schreuder en B.J. Slot
de eindredactie deden. Gelet op de
complexiteit van de archieven, de wis
selende kwaliteit van de bestaande
toegangen en de geringe hoeveelheid
voor dit project beschikbare mens
kracht is het feit dat de inventaris in
1997 gereed kwam op zich al een
prestatie van formaat.
Het is een fraaie, helder en compact
vormgegeven en degelijk gebonden
inventaris geworden. Hij telt 742
bladzijden en weegt drie kilo. Wat
staat er niet in en wat wel? Niet
beschreven zijn natuurlijk de vele
archiefbestanddelen (liassen, brieven
boeken, rekeningen enz.) die in de loop
van de tijd verloren zijn gegaan,
evenmin als dat deel van het archief
dat eerder door Drossaers werd uit
geplozen. Ook ontbreken de stukken
die ooit naar het Koninklijk Huisar
chief werden overgebracht omdat ze
op de huishouding van de Oranjes,
hun politieke rechten, het stadhouder
schap en het opperbewindhebberschap
van de handelscompagnieën betrek
king hadden en niet op het goederen
complex van de familie. We missen
ook de meeste kaarten, die in de grote
kaartencollectie van het Algemeen
Rijksarchief zijn opgegaan en daar niet
meer van kunnen worden afgeschei
den. En dan zijn er in de vorige eeuw
ook nog 181 delen minuutnotulen van
de Raad naar het Rijksarchief in
Noord-Brabant overgebracht. Deze
hiaten worden door de vele verwijzin
gen echter optimaal gecompenseerd en
zijn op zijn minst verdedigbaar. Maar
dat geldt niet voor de minuutnotulen,
die in Den Bosch volkomen misplaatst
zijn.
102/9 november 1998