Een \voorspoedige Werk bevalling maar een moeilijke jeugd 51" 3 Door Richard Hermans Oq Het volgen van zo'n opleiding leidt echt tot kwaliteitsverbetering in de organisatie. Behoudsmedewerkers hebben een goede invloed op de rest 12 13 Opleiding behoudsmedewerker papier Op initiatief van de rijksarchivaris in Zeeland R. Koops en de gemeente archivaris van Dordrecht J. van Albada ging men in het begin van de jaren negentig serieus nadenken over de benodigde aanpak van de feitelijke materiële verzorging van archieven en collecties in de archiefbewaarplaat sen. De grote achterstanden hierin maakten duidelijk dat het accent in de komende jaren moest verschuiven van tijdrovende en kostbare restauratie naar productiegerichte passieve conservering. Helaas ontbrak de opleiding die in deze behoefte voorzag. De start van de opleiding Behoudsmedewer ker Papier in 1994 bracht uitkomst. Be Scbufterij Pöstbüs 34? Nt-3900 AH Yemndoal U03I8S 53 9) I I Vort den Hotitelsi 195 8-2tö& Beusne *103) 366 338? Voor de gewenste aanpak van de materiële verzorging van archieven en collecties in archiefbewaarplaatsen - namelijk een productiegerichte passieve conservering - ontstond begin jaren '90 ook de behoefte aan mede werkers die konden worden ingezet bij het grootschalig ompakken van archieven en die bovendien op het gebied van behoud en beheer kennis van zaken hadden. Weliswaar was er een uitstekende opleiding tot restaura tor in Amsterdam, voor zowel MBO- als HBOniveau maar de kennis en vaardigheid die daar werd bijgebracht was toch met name gericht op actieve conservering en restauratie. Omdat het ontbrak aan een opleiding die in deze behoefte kon voorzien, is in samen werking met het Grafisch Opleidings Centrum (G.O.C.), gevestigd in Veenendaal, de R.O.C. Den Haag en een aantal vak-specialisten gewerkt aan de totstandkoming van de oplei ding Behoudsmedewerker Papier. Inmiddels is deze opleiding officieel gecertificeerd, erkend door de minister en gaat hij zijn vierde levensjaar in. Voor archieven en musea Ton Spruyt is consulent Beroepsprak tijkvorming bij het G.O.C. en in belangrijke mate verantwoordelijk voor het succesvol laten verlopen van de opleiding Behoudsmedewerker. Hij schat het aantal cursisten dat daadwer kelijk aan de opleiding is begonnen op rond de 80. Het uitvalpercentage is 5%, wat erg laag is. Vrijwel iedereen die aan de opleiding begint maakt deze ook af. In het begin duurde hij twee jaar, maar is deze periode terug gebracht tot DA jaar. Sedert kort wordt de cursus niet alleen in Den Haag gegeven maar ook in Groningen en is de opleiding Behoudsmedewerker Papier gekoppeld aan die van Be houdsmedewerker Musea. Waarom is gekozen voor deze combinatie? "Er zijn natuurlijk veel raakvlakken. Ook in musea is grote behoefte aan behoudsmedewerkers. En aangezien de inhoud van de lessen niet wezenlijk verschilt is het logisch dat beide opleidingen gecombineerd worden.' Wat is de rol van het G. O. C. in het verzorgen van de opleiding? "In de grafische sector is het van belang goed opgeleid personeel te hebben. Veel van deze opleidingen vinden plaats in het bedrijf zelf. Als consulent Beroepspraktijkvorming probeer ik de voorwaarden te scheppen waarbinnen opleidingen kunnen wor den gegeven, praktijkstages kunnen worden gevolgd en cursisten kunnen afstuderen. Het G.O.C. keurt in feite de verschillende instanties die betrok ken zijn bij beroepsopleidingen in de grafische sector. Sedert de invoering van de Wet Educatie Beroepsonderwijs in 1997 toetst het G.O.C. of de opleidingsinstituten voldoen aan de normen. Maar ook wordt gekeken of bedrijven in aanmerking komen om als leerbedrijf te worden erkend. Het G.O.C. is bovendien voor 51% ver antwoordelijk voor de externe legiti mering. Dat wil zeggen dat wij oplei dingsinstituten van een soort keur merk kunnen voorzien op basis van kwaliteit natuurlijk. Verder zorgt het G.O.C. voor voorlich- ting en advisering. We hebben net een nieuwe brochure gemaakt voor de op leiding Behoudsmedewerker Papier/ Musea en die verzonden aan alle archiefdiensten en musea in Neder land.' Moeizaam verloop Het was nogal moeilijk om voldoende cursisten te krijgen. Spruyt denkt dat de oorzaak daarvan in de eerste plaats er in ligt dat de mailing niet altijd goed is geweest. "Je moet, om in marketing-termen te spreken, wel op het juiste tijdstip inspelen. Ook komt de post binnen bedrijven soms op het verkeerde bureau terecht. Als de mailing alleen maar op het bureau van de archivaris of museumdirecteur komt dan bestaat het risico dat er te weinig bekendheid is met het bestaan van de opleiding op de werkvloer. Kijk, men heeft de mensen vaak een paar kunstjes geleerd en dan denkt men dat dat voldoende is om te functioneren. Feitelijk is er nogal eens onvoldoende kennis in huis." Is het ook niet zo dat het archiefwezen geen traditie kent in vorming en opleiding van medewerkers? "Ja zonder meer. Als je dit vergelijkt met de sterk ontwikkelde grafische sectorDaar staat opleiding vast op de agenda van het Georganiseerd Overleg. Vooral op hogere niveaus is er nog wel belangstelling maar hoe lager in de organisatie des te moeilijker het wordt: 'we leren het de mensen zelf wel' hoor je nog te vaak. En dan te bedenken dat het volgen van zo'n opleiding echt leidt tot kwaliteits verbetering in de organisatie. Be houdsmedewerkers hebben een goede invloed op de rest. In feite zou er toch een constante behoefte moeten zijn aan opleidingen: Het is niet genoeg dat één persoon in de organisatie gekwali ficeerd behoudsmedewerker is. Herkomst cursisten Tot nu toe zijn het vooral de gemeen tearchieven, verschillende musea en instellingen als het Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis die zich aanmelden. Het is merkwaardig dat bijvoorbeeld de Rijksarchiefdienst nauwelijks interesse heeft. En toch bestaat er geen goedkopere beroepsop leiding. 'Wat zijn tot nu toe de reacties geweest op de inhoud van de cursus?' "De cursisten zijn positief en ervaren de inhoud van de lessen als goed. We hebben echt heel goede docenten. De diverse excursies die we organiseren spelen ook een belangrijke rol in de waardering van de opleiding. Een negatief punt is nog het ontbreken van doorstroommogelijkheden.' Nieuwe opleiding door ICN Bij het Instituut Collectie Nederland (ICN) in Amsterdam praat men nu over een zogenaamde niveau 3 of 4 opleiding; dat wil zeggen een oplei ding op MBO-niveau. Als die van de grond komt dan zou de behouds medewerker die een opleiding heeft gevolgd op niveau 2 kunnen door stromen naar conserveringsmedewer- ker op MBO-niveau en eventueel uiteindelijk naar de HBO-opleiding restaurator. Van de zijde van de werkgevers zijn er tot nu toe nauwe lijks reacties, terwijl men op de leer- plekken de behoudsmedewerker in opleiding positief waardeert. Er zit dus wel toekomst in deze opleiding. Ton Spruyt: ledenen die werkzaam is in en rond de depots zou eigenlijk minstens deze opleiding moeten hebben gevolgd. Hoog tijd voor bijscholing In september is wederom een opleiding tot behoudsmedewerker Papier/Musea gestart. En ik ben het volledig eens met Ton Spruyt dat het toch te gek voor woorden is dat archivarissen blijkbaar zo'n gebrek aan enthousias me tonen om medewerkers permanent te scholen. Bij hoeveel diensten zouden er daadwerkelijk op de toekomst gerichte opleidingsprogramma's bestaan? Wat wordt er binnen het nederlands archiefwezen gedaan aan loopbaanplanning en -begeleiding? Het wordt hoog tijd dat archivarissen gaan beseffen dat er voortdurend 'bijgeleerd' moet worden, niet allen door henzelf (wie heeft de meest recente buitenlandse vakliteratuur in zijn kast staan én gelezen?) maar door alle medewerkers, hoog en laag in de organisatie. Het wordt tijd voor een onderzoek. Voor verdere informatie over de opleiding Behoudsmedewerker Papier/Musea: G.O.C. de heer Ton Spruyt, Postbus 347, 3900 AA Veenendaal. Tel. (0381) 85 39 11; email: info@goc.nl. 102/8 OKTOBER 1998

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Archievenblad | 1998 | | pagina 7