De conclusie van de Amerikaanse Commission on Preservation and Access luidt preservation means copying Wanneer toepassing van de betreffende preserverings methode de enige manier is om het materiaal in een archief te behouden, zou dit belang wel eens zwaarder kunnen wegen dan het persoonlijke belang van de maker, wanneer het behoud een publiek belang vertegenwoordigt 8 9 drager te behouden. Het streven is dan om de originele drager in goede staat te houden. In het onderzoek van het IViR wordt de term 'preservering' gehanteerd, waaronder behoud van een publikatie in ruime zin wordt verstaan. Dat betekent dat ook het behoud van informatie zonder de originele drager eronder valt, wat bijvoorbeeld het geval is wanneer de informatie naar een nieuwe drager en/of naar de actuele generatie computertechnologie gekopieerd wordt. Een geheel andere methode om elektronische publikaties te preserveren is het bewaren van de apparatuur en techniek die raadpleging mogelijk maken. De preserveringsmethode door middel van kopiëren, is echter de meest gehanteerde werkwijze op dit moment. De conclusie van de Amerikaanse Commission on Preservation and Access in haar rapport 'Preservation of New Technology' luidt: preservation means copying. Auteursrecht In de Auteurswet (Aw) wordt kopiëren aangeduid met de term 'verveelvoudigen'. Dit verveelvoudigen van een werk is in beginsel exclusief voorbehouden aan de maker of diens rechtverkrijgende. Zonder zijn toestemming is het anderen in principe verboden om een werk te kopiëren. In art. 1 Aw wordt dat aldus verwoord: Wanneer een derde daar het auteursrecht op heeft, zal hem in beginsel toestemming moeten worden gevraagd voor de preserveringshandeling. Deze toestemming is overigens slechts vereist bij auteursrechtelijk beschermde werken. Beschermde werken Welke werken beschermd worden door de Auteurswet, vertelt art. 10 Aw ons. In dit artikel is een lijst opgenomen met typen werken die auteursrechtelijk beschermd zijn. Daarop komen onder andere geschriften, foto's, tekeningen, muziekwerken, films en computerprogramma's voor. Het beslissende criterium is of het werk een eigen of persoonlijk karakter bezit. Met andere woorden: het werk moet een zekere mate van oorspronkelijkheid bezitten. Als dit het geval is, ontstaat het auteursrecht automatisch met het scheppen van het werk. Alleen aan geschriften wordt de oorspronkelijkheidseis niet gesteld. Ook geschriften zonder een eigen oorspronkelijk karakter (zoals bijvoorbeeld een telefoonboek) worden door de Auteurswet beschermd, mits ze zijn gepubliceerd of bestemd zijn om openbaar gemaakt te worden. Men duidt deze specifieke bescherming ook wel aan met de term 'geschriftenbescherming'. Veel elektronische publikaties zullen bestaan uit een combinatie van verschillende werktypen. Zo kan een cd-rom zowel tekst, foto's, software als film bevatten, waardoor het auteursrecht op de verschillende onderdelen kan toekomen aan verschillende rechthebbenden. Aan ieder van hen dient in beginsel toestemming te worden gevraagd voor de preserveringshandeling waarbij gekopieerd wordt. Ook kan op grond van art. 5 Aw degene onder wiens leiding en toezicht het gehele 'verzamelwerk' tot stand is gekomen, een auteursrecht op het geheel hebben. Daardoor kan op een werk een dubbel auteursrecht rusten en moet ook de 'verzamelaar' toestemming geven. 'Het auteursrecht is het uitsluitend recht van den maker van een werk van letterkunde, wetenschap of kunstof van diens rechtverkrij gendeom dit openbaar te maken en te verveel voudigen, behoudens de beperking, bij de wet gesteld. Uit art. 13 Aw blijkt voorts dat niet alleen de kopie van een werk onder het verveel- voudigingsrecht valt, maar ook de bewer king van een werk, zoals de vertaling of de verfilming van een roman. Ook de verveel voudiging in gewijzigde vorm, zoals die bijvoorbeeld bij het converteren naar een nieuwe technologie kan ontstaan, valt onder het exclusieve verveelvoudigings- recht van art. 13 Aw. Wil men tot preservering van elektronische publikaties overgaan, dan moet men dus onderzoeken wie rechthebbende is op dit materiaal. 'Uitgewaaierd boek' (boek uit de oude boekencollectie van de Koninklijke Academie van Wetenschappen, Amsterdam) Publiek domein Bepaalde werken rekenen we tot het publiek domein. Zo zijn er bijvoorbeeld werken waarvan de beschermingsduur verstreken is. Dit is het geval 70 jaar na de dood van de maker van het werk of na publikatie ervan. Bovendien bestaat krachtens art. 11 Aw geen auteursrecht op 'wetten, besluiten en verordeningen, door de openbare macht uit gevaardigd, noch op rechterlijke uitspraken en administra tieve beslissingen'. Dit geldt ook voor andere werken die door de overheid zijn openbaar gemaakt, indien aan de in art. 15b Aw genoemde voorwaarden voldaan is. De belang rijkste daarvan is dat ten aanzien van het betreffende werk geen auteursrechtvoorbehoud is gemaakt. Persoonlijkheidsrechten document. Bij bepaalde converteermethoden kunnen zelfs gedeelten van een werk verloren gaan. In een dergelijk geval moet men rekening houden met het feit dat hiermee de persoonlijkheidsrechten van de maker geschonden kunnen worden. Verzet tegen een 'wijziging' wordt alleen gehono reerd als dat verzet niet in strijd met de redelijkheid is. Dit betekent dat de belan gen van beide partijen tegen elkaar zullen worden afgewogen. Wanneer toepassing van de betreffende preserve ringsmethode de enige manier is om het materiaal in een archief te behouden, zou dit belang weieens zwaarder kunnen wegen dan het persoonlijke belang van de maker. Zeker wan neer het behoud van bepaald materiaal geacht wordt een publiek belang vertegenwoordigt. Tijdrovende licentieovereenkomsten Voor het maken van een kopie ter preservering van een auteursrechtelijk beschermd werk, dient in beginsel toestem ming te worden gevraagd aan de maker/rechthebbende. Men noemt dat ook wel het verwerven van een licentie. Zeker in het geval van elektronische publikaties die uit meerdere Naast de exploitatierechten - verveelvoudigen en openbaar maken - kent de Auteurswet aan de maker zogenaamde persoon lijkheidsrechten toe. Het per soonlijkheidsrecht, zoals dat is verwoord in art. 25 Aw, omvat onder meer het recht van de auteur om zich te verzetten tegen: wijzigingen in het werk, tenzij deze van zodanige aard zijn, dat het verzet in strijd zou zijn met de redelijkheid; elke misvorming, verminking of andere aantasting van het werk, welke nadeel zou kunnen toebrengen aan de eer of de naam van de maker of aan zijn waarde in deze hoedanig heid. Het overzetten van een werk naar een andere drager of een actuele computertechnologie kan gevolgen hebben voor bijvoor beeld de opmaak van een Friden Flexowriter (rond 1959), een teleprinter met voorzieningen voor het lezen en ponsen van informatie op papierband. Dit apparaat komt uit de collectie van het Computermuseum van de Universiteit van Amsterdam, die onder meer een aantal bedrijfsklare systemen uit de jaren 70 tot heden omvat. Hiermee kunnen diverse typen inmiddels in onbruik geraakte informatiedragers verwerkt worden, zoals ponsband en ponskaarten, magnetische tapes, cassetteschijven en diskettes. (foto: uit het boekje 'Weten geweten gewist j I t --A* Ai* 102/8 OKTOBER 1998

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Archievenblad | 1998 | | pagina 5