G. Teitler en W. Klinkert (red.), Kopstukken uit de krijgsmacht Nederlandse vlag- en opperojficieren 1815-1955 De Bataafsche leeuw Amsterdam1997 360 blz., f. 52,- 38 Rebels binnen de regels: het vrouwendispuut Arktos, 39 'Bij de bestorming van de Puri, het paleis van de radja op Lombok was er sprake van een vreeselijke strijd. Het doet zich voor, dat de mannen zich verbergen onder hunne vrouwen en kinderen, die voor hen om ampon gillen. Maar de plicht van het zelfbe houd kent hier geen pardon'. Weder om een compromitterend citaat uit Herman Langevelds biografie van Hendrikus Colijn? Niets is minder waar. Het betreft een tekst in een boek waarin twintig hoge Nederlandse officieren beschreven worden en waar in dit geval wordt ingegaan op generaal J.A. Vetter, opperbevelhebber van het KNIL en 'triomphator' van Lombok in november 1894. In Kopstukken uit de krijgsmacht Neder landse vlag- en opperojficieren 1815-1955, wordt, aldus de redactieleden G. Teitler en W. Klinkert, een 'levendig beeld' geschetst van onderwerpen en problemen waarmee de krijgsmacht in de loop van de tijd te maken kreeg. Dit komt in diverse bijdragen, die aan de hand van materiaal uit een keur van archieven is samengesteld, naar voren. Familie-archieven, streekarchieven of minder bekende en moeilijk toeganke lijke archieven als die van de minister ies van Defensie en Buitenlandse Za ken, zijn door de auteurs onderzocht. De redactie benadrukt overigens in de (korte) inleiding dat de bundel niet pretendeert een overzichtswerk van de Nederlandse krijgsmacht te zijn. De militairen van de drie krijgsmachton derdelen die de revue passeren moch ten, aldus de redactieleden, door de auteurs met een 'grote mate van vrijheid' worden beschreven. Dat mag gezegd worden. De opbouw van de hoofdstukken loopt zowel qua lengte als qua inhoud sterk uiteen. Mag het boek als eenheid hierdoor vraagtekens oproepen, dit kan in de meeste gevallen niet gezegd worden van de bijdragen an sich. Sommige bijdragen schenken veel aandacht aan het privéleven of de karaktertrekken van een persoon, terwijl anderen de nadruk leggen op historische gebeurte nissen die in het tijdvak van de beschreven personages plaatsvinden. Het reeds aange haalde hoofdstuk over generaal Vetter bijvoorbeeld biedt, behalve een interessante kijk op de geestesgesteld heid van deze bevelhebber, ook duidelijkheid over de houding van Nederland tegen over koloniale militaire expedities. 'Het verraad van Lombok', een onverhoedse aanval door de Indische bevolking op Nederlandse militairen, had bij zowel de beleids makers als het grote publiek een r A.V Michiels (1797-1849), generaal-majoor, is één van de kopstukken uit de g van mi 1 an Nederlandse krijgsmacht die in dit boek besproken worden (foto uit het boek nationalisme en wraakzucht teweeg gebracht. De in J.W.L. Brouwer, de auteur van deze november 1894 op Lombok zonder bijdrage, laat niet na het beeld van mededogen uitgevoerde strafexpeditie Hasselman in een ander daglicht te had dan ook de goedkeuring van zowel plaatsen en legt hierbij onder meer de een meerderheid van de Nederlandse vinger op de zere plek van de 'accom- politici als de bevolking. modatie', de 'aanpassing', die met Interessant is ook de verhandeling over name in de periode 1940-1942 door een controversieel persoon als generaal nagenoeg de gehele maatschappelijke B.R.P.F. Hasselman (1898-1984). elite werd gevolgd. Het stuk krijgt een Deze cavalerie-officier, die het in 1951 rehabiliterend karakter, doordat uiteindelijk tot chef-staf zou brengen, Brouwer er voortdurend op wijst dat kende een discutabel oorlogsverleden. Hasselman weliswaar een voorkeur Gedurende de eerste jaren van de voor strakke discipline had en ambi- Duitse bezetting was hij namelijk tieus was, maar dat er verder niets op hoofd va'n het zogenoemde afwikke- hem aan te merken viel. Naijver van lingsbureau van het departement van andere officieren in een hiërarchische Defensie en was hij een van de organisatie als de landmacht wordt als voorvechters van de later bekritiseerde reden voor het negatieve beeld van de erewoord-verklaring waarmee beroeps- cavalerie-officier aangedragen. Toch officieren beloofden geen actie tegen blijft de lezer zitten met twijfels over de bezetter te ondernemen. Deze feiten Hasselmans Duitse gezindheid vóór bleven hem na de Tweede Wereld- 1940, onduidelijkheid over niet- oorlog achtervolgen en maakten dat openbare passages van een onderzoek velen binnen het militaire apparaat door inlichtingendiensten naar een hem vijandig gezind waren. mogelijke verradersrol en raadsels rond zijn benoeming tot chef-staf in 1951 waarvoor ook Brouwer geen verklaring heeft. Van een geheel ander karakter is de bijdrage van H. Stapelkamp, die de globetrotter en vice-admiraal G. Fabius (1806-1888) ten tonele voert. Stapelkamp geeft een kleurrijk beeld van deze negentiende eeuwse officier. 'Een man die zich groen gevaren (had) en een schrijfmanie had om een Oost- Indisch ambtenaar jaloersch van te maken. Hij werd door passie be- heerscht en vloog dan gewoonlijk van het eene uiterste naar het andere', aldus een collega-officier. En dan te bedenken dat de hoofdpersoon het eerste marinestoomschip voor Japan moest afleveren, Chinese zeerovers bestreed en diplomatieke marine missies uitvoerde in de Middellandse Zee gedurende de Grieks-Turkse oorlog van 1827-1829 en in de Verenigde Staten gedurende de burgeroorlog van 1860-1863. Dat dit alles heeft geleid tot een zeer vlot geschreven hoofdstuk met een hoog 'Kuifje-gehalte', zal niemand verbazen. Als verzameling van anekdotes kan het boek als geslaagd worden beschouwd. Men kan zich afvragen of dit de bedoeling van de redactie is geweest. Is een dergelijke bonte verzameling de 'schets' die tevoren werd aangekon digd om 'onderwerpen en problemen' van de Nederlandse krijgsmacht tussen 1815 en 1955 naar voren te halen? Hier wreekt zich het feit dat de redactie niet in een conclusie of nawoord heeft voorzien. Kleinere manco's zijn het weglaten van jaar tallen bij de bijdragen over de gene raals Vetter en Raaijmakers en het onvolledig afdrukken van namen van sommige auteurs. Drs. Anselm J. van der Peet Instituut voor Maritieme Historie 191 7-1997, redactieJeanet van Omme en Annemarie Aalders, met een inleiding van Vilan van de Loo. Verloren, Hilversum, 1997, Tipje van de sluier 11 (ISBN 90-6550- 554-7). 230 blz. fl.25,-; Ter gelegenheid van het tachtigjarige bestaan van Arktos, een dispuut van de Amsterdamse Vrouwelijke Studen tenvereniging, besloot de Vereniging voor Vrouwengeschiedenis een deel in de reeks Tipje van de sluier te wijden aan dit gezelschap. kwajongen temidden van conforme rende meisjesdisputen en de reputatie had te willen provoceren en shockeren, bleef het dispuut toch binnen het Corps functioneren. 'Rebels binnen de regels' zoals de titel van het boek aangeeft. Annemarie Aalders, die zelf ook lid zijn van Arktos. De vrouwen die in het boek figureren zijn geboren tussen 1900 en 1974 en zij werden lid van Arktos tussen 1919 en 1995. In de groep van geïnterviewden zijn in ieder geval de dispuutleden met de 'bekende namen' opgenomen en enkele vrouwen die door hun trouw veel betekend hebben voor het dispuut. De keuze van de overigen wordt niet gemoti veerd. Het vrouwendispuut Arktos, 1917 - 1997 Het dispuut Arktos werd in 1917 opgericht door zeven studentes. Zij noemden hun club naar het sterren beeld de Grote Beer, dat bestaat uit zeven sterren. Zoals uit de inleiding van de hand van Vilan van de Loo naar voren komt heeft Arktos zich altijd onderscheiden van de andere disputen binnen de AVSV door een zich 'anders' voelen van de leden. Dit gevoel uitten de Arktosieten door zich af te zetten tegen 'echt-vrouwelijk' gedrag en uiterlijk. Ook huldigden zij van meet af aan de opvatting dat het levensdoel van een vrouw niet noodzakelijkerwijs het huwelijk is. De politieke activiteit van Arktos lijkt niet zo groot te zijn en daarmee onderscheidde het dispuut zich in de jaren zestig en zeventig ook weer in van de andere. Kenmerkend is tenslotte de vrijheid op seksueel gebied die de Arktosieten zich altijd hebben veroorloofd. Hoewel Arktos zich profileerde als In de portretten komen eerst de gezinsachtergrond en de middelbare schooltijd van de ondervraagden aan de orde. Voorts wordt iets uitgebreider ingegaan op hun studententijd: welke waren de motieven om te gaan studeren en wat bepaalde de studie keuze, waarom werd gekozen voor het corpslidmaatschap en voor het dispuut Arktos. Tenslotte vertellen de geïnter viewden iets over hun leven na de studie. De portretten bestaan uit een afwis seling van gespreksverslag met letterlijke citaten. Zij gaan vergezeld van een foto van de hoofdpersoon als studente en een portret gemaakt ten tijde van het interview. Het boek is buitengewoon meeslepend vanwege de prettig geformuleerde interviewverslagen. Onder de Arkto sieten bevinden zich enkele bekende vrouwen en wanneer men het boek voor het eerst doorbladert valt het oog Het leeuwendeel van het boek bestaat uit biografische portretten van een aantal Arktosieten. De 33 portretten zijn gebaseerd op interviews die zijn afgenomen door Jeanet van Omme en 102/8 oktober 1998

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Archievenblad | 1998 | | pagina 22