30 31 'Vertrouwen is de poort van genezing'. Beelden van het GG&GD gebouw: de gevel en het gebrandschilderde raam foto's: Gemeentearchief Amsterdam) voorschriften bij vergunningverlening, hele verhaal. De archivistische opvat- documenten. Vernietigbare document- zodat een eenvoudige steekproef ting kijkt door de bril van de archief- categorieën kregen een vernietigings- volstaat voor een representatieve vormer en ziet dan inderdaad routine- termijn volgens de belangen van reductie. Voor de andere twee catego- zaken die worden afgehandeld volgens bedrijfsvoering en verantwoording, rieën moet een reductie voorafgegaan vaste voorschriften. Variaties in de waardoor de archiefvormer in staat worden door analyse van het bestand wijze van taakuitoefening zijn voor de werd gesteld tot tijdige vernietiging in kwestie. Wanneer een inspectiebe- overheidsorganisatie vooral van belang van bijvoorbeeld documenten van stand (4) de neerslag is van een taak wanneer ze onbedoelde financiële of uitvoerende aard. Dat zulke stukken die zelf al steekproefsgewijs wordt politieke gevolgen hebben voor de vaak niet eens een archiefbewaarplaats uitgeoefend, dan is een ruimere selectie overheid. Deze denktrant vanuit het bereikten lag dus aan de vernietigings- op zijn plaats dan bij een integraal overheidshandelen komt echter lijsten, die werden opgesteld onder toezicht. Categorie 5 bevat uitvoe- formeel en ambtelijk over op een groep auspiciën van het archiefwezen. De rende dossierbestanden die niet met historici (en archivarissen), die het discussie over de eventuele waarde van vergunningen of inspectie samen- historische belang benadrukken van de massabestanden kwam dan ook hangen. De dossiers zijn ingedeeld per menselijke factor. Uitvoerende dossiers meestal pas naar boven wanneer een persoon of object, en door de be- kunnen niet alleen variaties en archiefdienst geconfronteerd werd met trekkelijk grote uitvoeringsvrijheid is afwijkingen aantonen in de daadwer- zo'n bestand dat volgens de lijst onderverdeling in subbestanden en/of kelijke taakuitoefening, maar weer- vernietigd kon worden maar bij nader een ruimere selectie gewenst. spiegelen ook het persoonlijke effect inzien interessant materiaal bevatte. Deze globale typering van bestanden van die zogenaamde routinezaken op Zo stuitte het Gemeentearchief en de benodigde aanpak worden deels de mensen die ermee te maken Amsterdam op het cliëntenarchief van bevestigd en deels genuanceerd door hadden. Tegelijk kunnen de samen- de afdeling Geestelijke Gezondheids- de overige auteurs. De bevestiging stelling en achtergrond van de zorg van de GG&GD, waarvan na betreft categorie 5de Amsterdammers desbetreffende bevolkingsgroepen overleg tussen zorgdrager, archief bespreken de analyse en reductieme- bestudeerd worden aan de hand van dienst en onderzoekers een ruime thode van persoonsdossiers die zulke dossiers. steekproef werd uitgezonderd van resulteren uit tamelijk vrij uitgevoerde vernietiging (zie Van Oss). taken. De nuancering wordt aange bracht door Jeurgens/Van der Valk en Selectiepraktijk Vernietiging is dus geen nieuw Lucassen met hun waarschuwing dat verschijnsel, maar een oude praktijk de ene soort vergunningendossiers de Het mag wel eens benadrukt worden om archieven overzichtelijk en toegan- andere niet is, waaruit we kunnen dat massale dossierbestanden van de kelijk te houden en om de kosten van concluderen dat ook categorie 3 nader overheid volgens de tot nu toe ge- bewaring te beheersen. Tot nu toe onderzocht moet worden voordat een bruikelijke selectiepraktijk meestal niet gebeurde de vernietiging geleidelijk, selectiebeslissing en een reductie- in aanmerking kwamen voor over- door regelmatige toepassing van de omvang bepaald worden. brenging naar een archiefdienst. De vernietigingslijsten en verder bij vernietigingslijsten waren een beheers- inventarisatie. Wel was er onder In massale dossierbestanden staat instrument voor archiefvormers en die archivarissen discussie over de histo- routine centraal, maar dat is niet het keken door de overheidsbril naar rische waarde van zulke bestanden, en het traditionele gebrek aan overeen stemming is des te sterker naar voren gekomen door de implicaties van de Archiefwet 1995. Nu er nieuwe selectielijsten worden gemaakt is er ook voor historici een aanknopings punt om van zich te laten horen. De nieuwe archiefwet heeft heel wat overhoop gehaald met de bepaling dat de oude vernietigingslijsten niet meer volstaan en dat iedere archiefvormer een selectielijst moet opstellen. Zo'n selectielijst bevat niet alleen een contextbeschrijving van het orgaan, maar ook een opsomming van alle documentcategorieën - dus ook van datgene wat overgebracht gaat worden. De rijksorganen brengen hun selectielijsten tot stand met medewer king van de rijksarchiefdienst in het interdepartementale project Pivot. Deze lijsten dienen in de eerste plaats voor de selectie en bewerking van de archieven van 1945 tot ongeveer 1985, waarna ze de grondslag vormen voor het beheer van de dynamische en semistatische bestanden. Zoals gezegd geven de nieuwe selectielijsten een overzicht van de overheidstaken waarvan de neerslag vernietigd gaat worden, en juist door dat nooit eerder aanwezige overzicht roepen ze twijfel op aan de juistheid van de selectiebe slissingen. In relatie tot het selectiebe leid van de RAD is in historische kringen zelfs sprake van argwaan, aangewakkerd doordat het sterk groeiende aantal Pivot-selectielijsten voor de landelijke archiefvormers ieder een groot aantal vernietigbare hande lingen bevat. Een nieuwe gemeente lijke selectielijst is wel in de maak maar-nog niet klaar, dus daarop kunnen nog geen kritische pijlen worden gericht. De bezwaren spitsen zich in het bijzonder toe op de doel stelling van de RAD om alleen archieven te selecteren waarmee het handelen van de overheid in relatie tot haar omgeving op hoofdlijnen te reconstrueren is. Daarnaast speelt de methode van macroselectie een rol, die nodig is om het stuwmeer aan archieven te kunnen bewerken waarop de gangbare bewerking en vernietiging nog niet of maar gedeeltelijk is toegepast als gevolg van de archiefwettelijke ver korting van de overbrengingstermijn. Voor overbrenging naar de RAD komt de neerslag in aanmerking van han delingen die betrekking hebben op de hoofdlijnen van: (1) voorbereiding en bepaling van beleid, (2) evaluatie van beleid, (3) verantwoording aan andere actoren, (4) (her)inrichting van or ganisaties, (5) bepaling van de wijze waarop beleidsuitvoering plaatsvindt, of (6) beleidsuitvoering gerelateerd aan voor Nederland bijzondere tijdsom standigheden en incidenten. Historisch belang Historici vrezen dat macroselectie en de selectiedoelstelling van de rijksar chiefdienst de teloorgang van aanzien lijke porties cultureel erfgoed zal ver oorzaken. De institutionele benadering vanuit de archiefvormers zou een onvolledig beeld geven van de werke lijkheid en een belemmering vormen voor een benadering van het archief materiaal vanuit een toekomstige historische vraagstelling. In advies nr. 404 uit 1993 concretiseerde de Rijkscommissie voor de Archieven het diffuse begrip 'historisch belang' in de aanvullende selectiedoelstelling dat vooral die archieven beschermd worden die aanzienlijk bijdragen aan de kennis en het begrip van de Nederlandse samenleving en cultuur in de ruimste zin van het woord en die door de gegevens die zij bevatten geacht kunnen worden een potentiële bijdrage te kunnen vormen voor de creatieve ontwikke ling van culturele capaciteiten van de samenleving. Als criteria dienen dan (1) de tijdgebonden symbolische en/of emotionele waarde, (2) de descriptieve, informatieve en synthetische waarde voor de kennis van belangrijke maatschappelijke verschijnselen en (3) de rijke detailwaarde die in verband staat met belangrijke maatschappelijke verschijnselen. Het voorstel van de commissie kwam neer op een zogenaamde parallelle se lectie van de archieven, dus afzonder lijk onderzoek volgens de bovenge noemde aanvullende doelstelling en met toepassing van de bijbehorende selectiecriteria. Want zelfs 'routineuze handelingen kunnen informatie cre- eren die van groot belang is voor de wetenschap'. Met deze doelstelling kun je alle kan ten op, want wat is bijvoorbeeld die 'creatieve ontwikkeling van culturele capaciteiten van de samenleving'? De selectie wordt nog subjectiever doordat anticipatie op toekomstige onderzoeks vragen per definitie onmogelijk is. Bovendien zijn archieven geen toeval lige verzameling paperassen, en het was dan ook te verwachten dat de mi nister van OCW (lees: de toenmalige algemene rijksarchivaris) het voorstel van de commissie afwees onder verwij zing naar het archivistische basisprin cipe dat archieven worden beschouwd vanuit hun functie en niet vanuit de informatie die ze wellicht herbergen. Dat historici deze opvatting onvol doende blijven vinden is hun goed recht, maar veel schot kwam er daar door niet in de zaak. Middenweg Is er tussen deze twee tegenovergestel de opvattingen een middenweg moge lijk? Jazeker, want zoals Buylinckx vijf jaar geleden al schreef brengen histo rici als Klep een onterechte tegenstel ling aan tussen 'administratief belang' en 'historisch belang'.2 Een van de voornaamste uitgangspunten om archieven te bewaren is immers hun cultuurhistorische waarde. Weliswaar wordt die waarde voornamelijk admi nistratief gemodelleerd, maar het ad ministratieve belang van archiefstuk ken is voorbij op het moment van overbrenging. Zodoende wordt er veel meer waardevol materiaal bewaard dan Klep suggereert en is volledige paral lelle selectie overbodig. Buylinckx vindt echter wel dat er aandacht nodig is voor een categorie stukken waarvan het historische belang niet bepaald kan worden met een benadering alleen vanuit de archiefvormer. Meewegen raadselachtigheid Hoe hoog je als archivaris ook het 102/8 oktober 1998

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Archievenblad | 1998 | | pagina 18