Nieuws Verruiming van selectiecriteria en steekproefreductie van massabestanden. if Werkgroep archieven Hanzesteden treedt naar buiten 28 Door Jan van Tol*) 29 Toen Zwolle in 1980 750 jaar bestond nam de stad het initiatief om een groot aantal steden van het middeleeuwse Hanzeverbond bijeen te roepen. Ruim veertig steden gaven gehoor aan deze oproep en sinds dat jaar zijn er jaarlijks Hanzedagen met een aantal steden dat inmiddels tot meer dan honderd is gegroeid. Ooit strekte de Hanze zich uit van Brugge tot Novgorod en van het Noorse Bergen tot midden-Duitsland. De Hanzeda gen hebben de omvang gekregen van een behoorlijk groot internationaal evenement dat aan de nieuwe samenwerking op cultureel, recreatief en toeristisch gebied gestalte geeft. Tot 2020 zijn de Hanzedagen al geboekt; toevallig is in 1999 en 2000 Nederland weer aan de beurt met de steden Oldenzaal en Zwolle. Van een organisatie is net als in de middeleeuwen nauwelijks sprake en ook nu speelt de Duitse stad Lubeck een promi nente rol met de burgemeester als - reeds jarenlange - voor zitter. In 1996 maakten de deelnemende steden de afspraak om de samenwerking ook op cultureel terrein meer te verdiepen. Dit had in 1997 de oprichting van de werkgroep archieven van de Hanzesteden tot gevolg waaraan naast Lubeck, Stade, Munster, Stralsund en Braunschweig ook Zwolle meedoet. De werkgroep presenteerde zich op 11 juni jl. voor 't eerst tijdens de Hanzedagen in het Zweedse Visby (op Gotland) met een workshop. Stadsarchivaris prof. Jacobi van Munster behandelde hierin het thema stadsarchieven en stedelijk zelfbewustzijn en Zwolle's gemeentearchivaris Jan Folkerts de rol die het Internet kan spelen in de uitbouw en verandering van de diensverlening door archieven. 10e Nederlands-Duitse Archiefsymposium 1998 12 en 13 november 1998 in Bocholt (Did) OPLEIDING, NA- EN BIJSCHOLING VAN ARCHIVARISSEN Plaats: Europa-Institut Bocholt, Adenauerallee 59,46399 Bocholt Programma donderdag 12 november 1998 10.30 uur Ontvangst en inschrijving van de deelnemers 11.00 uur Opening van het symposium door Erster Stadtrat Bemd Hagmayer (Bocholt), dr. Maarten van Boven Rijksarchiefdienst), dr. Norbert Reimann (Westfalisches Archivamt) en Dr. Peter Leibenguth-Nordmann (Europa-Institut Bocholt) 11.30 uur prof. dr. F. C. J. Ketelaar Amsterdam Vormen van archieven en archivarissen: nieuwe identiteiten 12.30 uur lunch 14.00 uur middagsessie: DE OPLEIDING T O T A R C HI V A R S Dagvoorzitters: dr. Frank Keverling Buisman (Arnhem) dr. Hans D. Oppel (Bocholt) dr. Angelika Menne-Haritz (Marburg): De opleiding aan de Archiefschool in Marburg drs. Susanne Maarschalkerweerd-Deschamps (Amsterdam): De opleiding aan de Nederlandse Archiefschool Discussie 15.30 uur Theepauze 16.00 uur drs. Betti W. Lutke Schipholt (Woerden): Doel en inhoud van de hogere registratuuropleiding (HDM1) in Nederland prof. dr. Volker Schockenhoff (Potsdam): How to breed the most efficient type of archivist. De opleiding van archivarissen aan de „Fachhochschule" Potsdam Discussie 18.00 uur Einde van de middagsessie 19.00 uur Ontvangst, aangeboden door mevr. Christel Feldhaar, Bürgermcisterin van Bocholt, gevolgd door een gezamenlijke maaltijd De werkgroep - overigens niet te verwarren met de Han- sische Geschichtsverein - wil zich nu richten op de totstand koming van een gids voor de stadsarchieven van de Hanze, te verschijnen in het Duits en Engels. Geen archievenover zicht in de gebruikelijke zin van het woord, maar een publicatie die kort de rol van elke stad in de Hanze, de betekenis van de Hanze voor die stad en het relevante Hanzeatische erfgoed, uiteraard inclusief de archieven, belicht. Waar de historische legitimatie van de nieuwe Hanze in veel gevallen tot nu toe aan de lokale VVV's werd overgelaten, willen de stadsarchieven hierin een - soms corrigerende - rol gaan spelen. Ook de Nederlandse Hanzestadsarchieven kunnen begin 1999 een oproep verwachten om een bijdrage te leveren. Bel voor meer informatie met Gemeentearchief Zwolle, (038) 498 24 81. vrijdag 13 november 1998 9.30 uur Ochtendsessie: N A - EN BIJSCHOLING Dagvoorzitters: drs. Richard H. Hermans (Zutphen) prof. dr. Hartwig Walberg (Potsdam) dr. Antjekatrin Grassmann Liibeck Der neue Ausbildungsberuf „Fachangestellte(r) für Informations- und Mediendienste" drs. Jan Pie ter de Jev Amsterdam De opleiding tot archiefassistent mevr. Christa Schmeifier (München), Opleiding voor de „milderen Archivdienst" bij de overheidsarchieven in Beieren 11.00 uur Koffiepauze 11.30 uur mevr. Gabriele Viertel Chemnitz), Bijscholing van archiefambtenaren „des mittleren Dienstes" in Chemnitz drs. Thijs Laven (Amsterdam), De na- en bijscholing van archivarissen in Nederland drs. Bert Thissen (Kleef), De archiefopleidingen in Duitsland en Nederland, een vergelijking uit de dagelijkse praktijk Discussie 12.30 uur Dr. Norbert Reimann, Samenvatting en conclusies Afsluiting van het symposium 13.00 uur Lunch 14.00 uur Einde De middag kan gebruikt worden om het Westfaalse Textielmuseum in Bocholt te bezoeken. Kosten v. deelnamemet overnachting en 4 maaltijden: 100.- DM, ter plaatse te voldoen Aanmeldingsformulier op pag. 48 Een uit de band gelopen boekbespreking De laatste jaren is er een groeiende bezorgdheid over te rigoureuze vernietiging van archiefbestanden. Veel waarnemers vinden de selectie sowieso al teveel gericht op het standpunt van de overheid en vrezen bovendien de gevolgen van het principe van macroselectie, waardoor massale uitvoerende bestanden integraal vernietigd worden ondanks de eventueel historisch interessante informatie. Een compromis voor integrale vernietiging is het bewaren van een steekproef. Rond dit thema organiseerde de KVAN in april 1997 een studiemiddag, die aansloot bij de kort voordien verschenen verenigingsuitgave Steekproeven uit massale archiefbestanden ter wille van het historisch belang. Het onderstaande verhaal gaat in op de hoofdlij nen van de bundel, en brengt ook aspecten en consequenties van de discussie ter sprake die niet of niet specifiek in de genoemde uitgave vermeld worden. In het eerste artikel van de bundel houdt P. Klep (niet voor het eerst) een pleidooi voor selectie met aanvullende criteria die de informatiewaarde voor historisch onderzoek taxeren. Deze criteria zouden in ieder geval toegepast kunnen worden op massabestanden die vanuit de bestaande selectie als vernietigbaar aangemerkt worden. Wanneer zo'n bestand alsnog bewaard zou worden ligt enige vorm van reductie wel voor de hand, en daarvoor is een steekproefmethodiek een van de mogelijkheden. In de volgende bijdragen maakt J. Wieland een beredeneerde specificatie van de verschillende soorten massabestanden en gaat H. Imbens in op het gebruik en beheer van registraties en enquêtes door het Centraal Bureau voor de Statistiek. Drie artikelen werken vervolgens de mogelijkheden uit om de parallelle criteria en een vorm van steekproefreductie toe te passen op vernietigbare massabestanden, achtereenvolgens gemeentelijke bouwvergunningen (Ch. Jeurgens en A. van der Valk), strafdossiers (S. Faber en S. Buytendijk) en vreemdelin- 102/8 oktober 1998 gendossiers van het ministerie van Justitie (L. Lucassen). De bundel wordt gecompleteerd door een tweetal beschrijvingen van concrete toepassin gen van een steekproefreductie aan de hand van de bovengenoemde criteria op Amsterdamse massabestanden: J. van Oss behandelt de aanpak van het cliëntenarchief van de GG&GD en A. Knotter gaat in op de dossiers van de Sociale Dienst. Een van de bijdragen aan de bundel heeft inmiddels een gouden randje gekregen: het artikel van Jeroen van Oss won de F.J. Duparcprijs 1997, een prijs die eens in de drie jaar wordt uit geloofd voor studies op het gebied van de archivistiek en het archiefrecht.' Massabestanden Wat zijn eigenlijk massabestanden? Wieland komt tot vijf categorieën: (1) basisregistraties, (2) bestanden met meetgegevens, (3) vergunningendossiers, (4) toezicht- of inspectiedossiers en (5) uitvoeringsdossiers. Deze vijf soorten bundelt hij vervol gens met de begrippen registraties en dossierbestanden. Registraties bevatten (1) alle basisgegevens over personen, bedrijven of objecten of (2) gegevens uit wetenschappelijk onderzoek, terwijl dossierbestanden gekenmerkt worden door een routinematige en gelijksoor tige aard van de behandelde zaken en door de gelijkvormigheid van de bij behorende administratieve procedure. Wieland stelt dat de historische waarde van registraties onverbrekelijk verbonden is met de volledigheid van het bestand, waardoor de selectiebe slissing zich toespitst op integrale bewaring of vernietiging. Dat ligt anders bij massale dossierbestanden, waarvan bepaalde historische waarde volle gedeelten bewaard kunnen blijven door reductietechnieken zoals een steekproef. De keuze voor bewa ring en de omvang van de reductie hangen dan af van het historische belang dat moet blijken uit nader onderzoek van het bestand. Massale vergunningendossier (3) zijn meestal eenvormig door de strakke

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Archievenblad | 1998 | | pagina 17