De laatste mijnramp r ■r yxstrnm Casus Kempense Steenkolenmijnen Door Chantal Vancoppenolle Aanpak ■ff' 22 BEZINT EER G'J BEGINT/ 23 Toen de N.V Mijnen in 1996 aan het Rijksarchief in België de vraag voorlegde om het bedrijf te begelei den bij de selectie van haar archieven, had geen van beide partijen enig idee van de omvang van de opera tie. De archieven bevonden zich overal verspreid op de mijnsites, in diverse gebouwen en kantoren. Al snel werd duidelijk dat het om massa's papier ging. Hoe ga je om met zo'n massabestand? Het grootste deel van de archieven, dat van de gesloten mijnzetels, was samengebracht in Beringen. Onder meer de badzaal van de mijn deed er dienst als depot. Een rondgang langs de maatschappelijke zetel in Zolder, langs de voormalige maatschappelijke zetel in Houtha len, waar het directiearchief en de financiële administra tie werden aangetroffen, en langs de nog werkende elec- triciteitscentrale in Eisden, leverde een voorlopige bere kening van 20 km archieven op. Het naambordje 'toilet archief op een deur van de elektromechanische dienst illustreert hoe we achter hoeken en kanten moesten gaan neuzen. De rijksarchivaris van Hasselt en ikzelf kregen de opdracht om de selectie tot een goed einde te brengen, liefst op een redelijk korte termijn, want de vennootschap zou in vereffening treden*. Alleen een nuchtere combinatie van theoretische kennis en pragmatische methodiek maakt het mogelijk greep op het geheel te krijgen. Bij bedrijfsarchieven wordt men meestal met grote volumes geconfronteerd. Een resoluut optreden moet verhinderen in eindeloze discussies over het belang van bepaalde stukken te verzanden. Onderzoek naar archiefvormers In een eerste fase werd institutioneel onderzoek verricht en een archiefbewerkingsplan opgesteld met als doel een overzicht van alle archiefvormers die zich met de mijnont- ginning in het Kempens bekken hebben beziggehouden. Vanaf 1907 werden zeven naamloze vennootschappen opgericht met evenveel exploitatiezetels die elk één, maxi mum twee concessies uitbaatten. Het kaartje verschaft meer uitleg. De maatschappelijke zetel van deze maatschappijen was meestal in Brussel gevestigd. Toen in de jaren zestig de mijnsector in structurele problemen geraakte, trokken de privé-aandeelhouders zich terug. De overheid nam de last van de verdere uitbating op zich. In 1967 kwam zo een fusie tussen vijf mijnmaatschappijen tot stand in de Kempense Steenkolenmijnen N.V., of kortweg KS, met als exploita tiezetels Zolder, Eisden, Waterschei, Winterslag en Berin gen. De maatschappelijke zetel was voortaan in Limburg zelf, meer specifiek in Houthalen gevestigd. Het instand houden van de steenkoolsector bleek op termijn financieel echter niet haalbaar. Vanaf de jaren tachtig is men tot sluiting overgegaan; als laatste ging in 1992 Zolder dicht. Het jaar daarop werd de N.V. KS omgezet in N.V. Mijnen met zetel in Zolder. Nadat de diverse archiefvormers in kaart waren gebracht, moesten we de relatie zoeken tot het archief >"<2 ^Vv'-vlvW-j V cV.v V. TV. /.O Ligging van de concessies in de Provincie Limburg: 1. Beringen - S.A. Charbonnages de Beeringen 2. Helchceren (Zolder) - S.A. Charbonnages de Helchteren et Zolder 3- Zolder - S.A. Charbonnages de Helchteren et Zolder 4. Houthalen - S.A. Charbonnages d'Houthaelen 5. Les Liéges (Zwartberg) - S.A. pour Exploitation de la charbonnière des Liégeois en Campine 6. André Dumont (Waterschei) - S.A. André Dumont-sous-Asch 7Genk-Zutendaal (Winterslag) - S.A. Charbonnages de Winterslag 8. Winterslag - S.A. Charbonnages de Winterslag 9. Ste.Barbe (Eisden) - S.A. Charbonnages Limbourg-Meuse 10. Guillaume Lambert (Eisden) - S.A. Charbonnages Kimbourg-Meuse N: Staatsreserves De omlijnde gebieden zijn de uitgebate concessies. De zetels worden aangeduid met twee punten. AZ&XA&orvTvaxie, M- fiwnh Kantoorgebouwen van de Kolenmijnen van Winterslag (foto: Rijksarchief Hasselt zelf. Met uitzondering van de Charbonnage des Liégeois en Campine (Zwartberg) werden van de exploitatiezetels van alle oude mijnmaatschappijen archieven aangetroffen. De archieven van de betreffende maatschappelijke zetels ontbraken. Via andere trajecten verwierf het Rijksarchief echter reeds in het verleden het archief van de maatschappe lijke zetel van de mijn van Beringen en het archief van de groep Coppée, die hoofdaandeelhouder van de mijn van Winterslag was en belangrijke participaties in de mijnen van Zolder en Eisden had. Onder KS (1967) bleven de vijf exploitatiezetels als afzonderlijke archiefvormers functione ren. De bestanden daarvan, evenals de archieven van de maatschappelijke zetel van KS en van haar rechtsopvolger N.V. Mijnen, werden ook voor selectie aangeboden. Ontdekkingen Daarnaast ontdekten we nog een reeks archiefvormers casu quo archieven. De Limburgse mijnen waren de laatste mijnen in werking. De Waalse mijnen waren eerder allemaal dichtgegaan. Dit betekende ook dat de patroonsorganisatie van het mijnwezen, de Fédération des Associations charbon- nières de Belgique, of afgekort Fedechar, enkel nog voor de Limburgse mijnen instond. De symbiose ging zover dat het archief van Fedechar naar de bewaarplaats in Beringen werd overgebracht en daar werd opgeslagen. Hetzelfde gold voor het archief van de Associatie der Kempense Steenkolenmij nen (AKS), een lokale patroonsorganisatie, en voor het archief van het verkoopkartel Cobechar (Comptoir beige des Charbons). Ook deze archieven werden geschonken aan het Rijksarchief. In de schoot van de KS werden enkele vereni gingen opgericht: Belgian Mining Engineers en de Gemeen schappelijke Verzekeringskas tegen Arbeidsongevallen in de Limburgse Kolenmijnen GEVALIK. Van deze verenigingen zijn eveneens bestanden geacquireerd. Diverse niveaus Binnen de archiefvormer werden vervol gens, in zoverre dat mogelijk was, en op basis van een studie van de organisatie structuur, de bestuursorganen, de dage lijkse leiding, de verschillende diensten onderscheiden en beslissingen genomen over de selectie van deze op verschillende niveaus functionerende archiefvormers. Tijdens de laatste fase werd geselecteerd binnen een archiefbestand. Dit gebeurde ad hoe bij de identificatie van series en dos siers, soms op basis van eigentijdse toe gangen. Over de criteria die daarbij gehan teerd werden, geef ik hieronder uitleg. Criteria op macroniveau Een eerste criterium situeert zich op macroniveau. Bij macro selectie worden beslissingen genomen over het wel of niet bewaren van het bestand van een archiefvormer. Past de permanente bewaring van de archieven van de Kempense mijnen in het acquisitieprofiel van het Belgische Rijksar chief? De mijnbouwsector is reeds relatief goed vertegen woordigd; vooral in de rijksarchieven van Luik en Bergen vinden we talrijke kleinere archieven van steenkoolmijnen terug. Op basis van deze Waalse voorbeelden is het echter Veiligheidsaffiche (foto: Rijksarchief Hasselt) UW VEILIGHEID HANGT ERVAM AF STEEKT U DIE WAARHEID IN DE E" de kop VAN ieder van uw werkmakkers I RIFLETTI PRIMA Dl iniziare ba QUE sTO NE DIPENDE LA TUA I IMPRIMI GUCSTA VERITA nella testa p, TUTTI I TUOI COLLABORATOR! CD OPERAI 102/8 OKTOBER 1998

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Archievenblad | 1998 | | pagina 12