4 Hij bracht te vernietigen dossiers persoonlijk naar de vuilverbranding in Dordrecht en niét naar die in Rijnmond, omdat hij in Dordrecht met eigen ogen de papieren in de vlammen kon zien verdwijnen Bewust vernietigen om bijvoorbeeld bepaalde personen de hand boven het hoofd houden, hoort wat betreft de Nederlandse veilig heidsdiensten alleen in de filmwereld thuis 3 Extreme veiligheidsdenken Grote vraag is: waarom heeft men het niet gedaan? "Er was een sterk overdreven gevoel van veiligheid. Maar wel met een ingebouwde absurditeit: de veiligheid van bronnen werd opgehangen aan de analyses die men maakte, terwijl dezelfde bronnen wél in het bronar chief zaten. Zelfs veel rechtstreekser, Dat lijkt een belangrijke conclusie: het besef van wat archiefstukken zijn, leek bij IDB en MID volledig te ontbreken. "Vooral bij de inlichtingendienst gedeelte is waarmee politiek is bedre ven en beslissingen zijn genomen. Juist van die analyses zou men dus een selectie moeten bewaren." ment van de dienst was volgens mij: de analyses gingen naar afnemers buiten de deur. Zodra ze daar waren, had de dienst er geen greep meer op. Men was bang dat het in onbevoegde handen terecht zou komen, en dat daardoor hun bronnen zouden opdro gen of de relatie met buitenlandse diensten zou verslechteren." Den Teuling vindt het een onvoldoen de argumentatie, temeer omdat ze onlogisch is. Maar ook na de gesprek ken met 'NN' zoekt hij de verklaring niet in bewuste sabotage, maar in triviale ongerijmdheden en onnaden kendheden. 'Het lijkt me in elk geval geen bewuste poging om de politiek op het verkeerde been te zetten. Wel was er die poging bewust onduidelijk heid te laten bestaan. En dat vind ik een eersteklas misser.' De betrokken oud-archiefmedewerker 'NN' kwam met schilderachtige details over het extreme veiligheidsdenken bij de dienst. Zo bracht hij te vernietigen dossiers persoonlijk naar de vuilver branding in Dordrecht en niét naar die in Rijnmond, omdat hij in Dordrecht met eigen ogen de papieren in de vlammen kon zien verdwijnen. Ook bleek hij zich persoonlijk absoluut niet bewust van absurditeiten in het ar chiefbeheer. Den Teuling: "Hij is zich er nooit van bewust geweest dat hij in strijd handelde met welke regel ook." Overigens heeft Den Teuling na afloop van het onderzoek, via inzage in het persoonlijk archief van voormalig en met naam en toenaam. Mede om die absurditeit te verklaren, hebben we een getuige geïnterviewd die als NN in het rapport is opgenomen. Een ge pensioneerde archiefmedewerker van de IDB, die niet formeel voor de com missie wilde verschijnen. Het argu- premier Joop den Uyl een andere hy pothese kunnen vormen over de op heffing van de IDB. Voor inzage van dat archief werd toestemming verleend door de dochter van de overleden PvdA-voorman. "Den Uyl was als fractievoorzitter lid van de kamercom- Den Teuling(l.) in gesprek met Trommelen foto: Fotodienst het Utrechts Archief) buitenland was er discussie over dit onderwerp. Maar mijn indruk is, dat men die bewust in het stadium van discussie heeft gelaten. We hebben toenmalig secretaris-generaal mr R. Hoekstra daarover twee keer gehoord. Ik denk dat hij bewust onduidelijkheid heeft laten bestaan. Anders dan bij voorbeeld bij de militaire inlichtingen dienst, waar eerder sprake leek te zijn van een onbewust archiefbeheer waar bij weieens ongelukken zijn voorgeko men. Er was beslist geen cultuur om op grote schaal dingen te gaan weg gooien. Maar ook niet om het bewust te beheren." Overigens bleek de kleine inlichtin gendienst IDB haar produkten, bestaande uit analyses op basis van inlichtingen, opmerkelijk genoeg te beschouwen als uiterst vluchtige en tijdelijke aangelegenheden. "Op het moment dat men ze had afgescheiden, had men ze eigenlijk al niet meer nodig en wilde men ze niet bewaren ook. Dat was niet erg logisch omdat het ruwe inlichtingenmateriaal, dat de basis was voor analyses, wél stelsel matig werd gemicrofilmd. Wij archi varissen zeggen juist dat dit niet het T I V missie Inlichtingen- en Veiligheids diensten. Uit stukken uit deze com missie bleek dat men al veel langer van plan was de IDB op te heffen. Dat had ondermeer te maken met het niveau van de analyses. Naar mijn gevoel had een redelijk ingevoerde journalist dezelfde stukken kunnen schrijven, en daar had men waarschijnlijk geen behoefte aan." Rol secretaris-generaal Belangrijkste conclusie is dat secretaris generaal Hoekstra ambtelijk is tekort ge schoten. Dat is een milde beoordeling van iemand die - naar het zich laat aanzien - bewust heeft gelogen. Den Teuling: 'Ja. Dat vind ik ook. Hoewel de kamercommissie natuurlijk met de minister praat, en ambtenaren niet verantwoordelijk zijn. Ik vind dat Hoekstra kennelijk bewust de discussie over wat onder de wetgeving zou val len, heeft laten voortbestaan. En wat ik nóg kwalijker vindt, is dat hij de schuld daarvoor naar de Rijksarchiefin spectie probeert te schuiven. Daarbij heeft hij overigens aantoonbaar ver keerde data genoemd, waardoor de aangevoerde omstandigheden dus niet klopten.' Wat zou U als ambtenaar boven het hoofd hangen wanneer u zou handelen als de secretaris-generaal heeft gedaan? Lachtend: "Nou, toch niet meer dan een berisping denk ik! Maar serieus: ik zou mijn positie als inspecteur wel hebben verknoeid. En dat is hier niet meer aan de orde, omdat de heer Hoekstra niet meer bij het ministerie werkt." Klopt. Hij is gepromoveerd naar de Raad van State. "Op het moment dat dit gebeurde, waren deze feiten niet in hun volle dui delijkheid bekend." Reikwijdte Archiefwet Tweede belangrijke conclusie: prof. dr. F.C.J. Ketelaar, voormalig Algemeen Rijksarchivaris, had zich misschien iets meer moeten inspannen om de IDB-archie- ven daadwerkelijk te behouden. Ook dat lijkt een vrij mild oordeel. "Inderdaad", beaamt Den Teuling. "Ketelaar is er eind 1990 op geatten deerd dat er vernietigd werd bij de IDB. Hij heeft zich bij Hoekstra gemeld, en je krijgt de stellige indruk dat men toen een discussie heeft gehad over de reikwijdte van de Archiefwet. Waarbij Ketelaar niet heeft doorge vraagd naar wat er werkelijk op dat moment gebeurde. Dat er stukken verdwenen, was op dat moment echter al aangegeven door de historicus dr. B. de Graaff. En van de voorbeelden die hij noemde, moest als een paal boven water staan dat die niet voor weggooi en in aanmerking kwamen. Na het gesprek met Ketelaar heeft Hoekstra overigens ook geen deskundig persoon bij zich geroepen, om eens te laten uitzoeken wat er precies onder de Archiefwet viel." Dus een mild oordeel. Later beroept de Algemeen Rijksarchivaris zich zelfs op het argument van 'ambtelijke zelfmoordom niet te hoeven handelen. "Dat speelde enkele jaren later, en in dat geval had hij waarschijnlijk ook wel gelijk. De situatie in 1993 was dat een groot gedeelte van het IDB-archief al vernietigd was, en dat de minister had gezegd dat zij een archiefinspectie niet zo noodzakelijk vond. Dan kun je wel zeggen dat het politieke zelfmoord zou zijn wanneer je tóch zo'n inspectie gaat uitvoeren. Achteraf was het inte ressant geweest om directeur-generaal Cultuur en Arbeidsvoorwaarden drs. J. Riezenkamp van het ministerie van OC&W nog eens over het gebrek aan steun door de minister te horen. Helaas zijn we daar door tijdgebrek niet aan toegekomen." Voor wat hoort wat En dan vergeet Den Teuling nog een pikante discussie. Algemeen Rijksar- chivaris Ketelaar zou andere archieven van Algemene Zaken, waaronder die van de minister-president, voor het Al gemeen Rijksarchief hebben willen binnenhalen. En daarom met de kwes tie IDB niet te moeilijk willen doen. Het verwijt werd tijdens de gehoren uitgesproken door historicus De Graaff, en wordt in het rapport in algemene zin door Ketelaar bevestigd: 'Als je eindelijk bij Algemene Zaken binnen bent, daar aan tafel zit en samenwerkt om het archiefbeheer te verbeteren, dan moet je er erg voor oppassen om achter je rug het vlam mend zwaard van de archiefinspectie voortdurend op te heffen', zei hij de commissie. "Als je het expliciet vroeg, heeft de heer Ketelaar het ontkend. Want het zou ook niet integer zijn om bewust iets te laten lopen, om iets anders gedaan te krijgen. Dat doe je niet als archivaris." Opmerkelijk is ook een conclusie die niét wordt getrokken. Er zijn volgens u niet bewust stukken vernietigd om lijken in de kast te houden of schandalen te vermijden. "Daarvoor hebben we geen enkele aanleiding gevonden. Bewust ver nietigen om bijvoorbeeld bepaalde personen de hand boven het hoofd houden, hoort wat betreft de Neder landse veiligheidsdiensten alleen in de filmwereld thuis. Het archief van de organisatie 'Gladio' zis genoemd als voorbeeld. Maar ik denk dat die ver nietigd zijn uit frustratie bij een van de laatste medewerkers over het beëindi gen van de dienst. En het feit dat men zomaar aan de kant werd geschoven na de val van de Muur." 102/7 SEPTEMBER 1998

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Archievenblad | 1998 | | pagina 3