z*
tori»***!**
Ralph Dingemans en Rian Romme. Onderzoeksgids Ne
derland en het Marshall-plan. Een bronnenoverzicht en
filmografie, 1947-1953 Algemeen Rijksarchief Den Haag 1997; 209 blz.
fl. 29,50
38
Audiovisuele collecties Handleiding voor het beheer van
bewegend beeld en geluid. Eindredactie Erank van der
39
geheel aan interviews ingebracht door
één depotgever. Deze geeft ook zijn
naam aan de collectie. In dit overzicht
zijn de collecties gerangschikt op
alfabetische volgorde van de namen
van de depotgevers. De inventaris is
opgebouwd uit lemma's, eveneens op
naam van de depotgever (veelal de
interviewer). De lemma's zijn op
dezelfde wijze opgebouwd als die in de
werkuitgave no 8. De collectie bevat
zeer interessante vraaggesprekken over
uiteenlopende onderwerpen. Een
aantal interviews zijn gehouden in
verband met een filmproductie. Zo zijn
alle vraaggesprekken aanwezig die
Philo Bregstein in 1975-1997 maakte
voor zijn tv-documentaire over Joods
Amsterdam van 1900 tot 1940. Voor
deze film, op zoek naar Joods Amsterdam,
interviewde hij 73 personen. Bregstein
interviewde ook in 1970 historicus
Jacques Presser (1899-1970) ten
behoeve van de televisiefilm Dingen die
niet voorbijgaan. Het filmcommentaar is
later ook in boekvorm gepubliceerd.
Over de watersnoodramp in 1953
ondervroegen in 1990-1992 studenten
onder leiding van Selma Leydesdorff
177 personen. Van honderd interviews
is een korte samenvatting aanwezig.
De vraaggesprekken zijn door Ley
desdorff verwerkt in haar boek Het
water en de herinnering. De Zeeuwse
watersnoodramp 1953-1993- Ook de
interviews die Hans Mulder maakte
voor zijn dissertatie over het kunste
naarsverzet tijdens de Tweede Werel
doorlog is een collectie. Hij ondervroeg
16 personen, waaronder Marten
Toonder. Filmmaker Paul Verhoeven
deponeerde zijn interviews met 16
personen die hij sprak over Anton
Mussert. Hij maakte deze in verband
met zijn film Portret van Anton Adriaan
Mussert in 1968 voor de VPRO-
televisie. Van de VPRO-televisie zijn
ook enkele interview-collecties
ontvangen met onderwerpen als
Indonesië, Kamp Amersfoort, oorlogs
verslaggeving en interviews die werden
gemaakt voor de VPRO-productie
Vastberaden, maar soepel en met mate.
Herinneringen aan Nederland 1938-
1948, door H.J.A. Hofland, Hans
Keiler en Hans Verhagen. Nanda van
der Zee deponeerde haar 126 inter
views over Jacques Presser gemaakt in
de periode 1984-1987.
In de beschrijving van de interviewcol
lecties staan de namen van alle
geïnterviewde personen vermeld. De
meeste beschrijvingen bevatten tevens
in het veld opmerkingen belangrijke
informatie over het onderwerp. Dit
collectie-overzicht is, evenals de andere
besproken uitgaven van de SFW, zeer
overzichtelijk en informatief. Hopelijk
De interviews die een zeer jonge Paul Verhoeven
maakte ten behoeve van zijn film over Anton
Mussert zijn in het NAA te Amsterdam bewaard.
komen in de toekomst ook soortgelijke
overzichten van de collecties van het
filmarchief van de Rijksvoorlichtings
dienst en die van het Omroepmuseum,
die tezamen met de collecties van de
SFW nu het Nederlands Audiovisueel
Archief vormen.
Annabelle Meddens-van Borselen
In de driedelige onderzoeksgids over
het Marshall-plan is ruim aandacht
besteed aan het bewaard gebleven av-
materiaal. Het eerste deel is een
historisch-institutionele inleiding
waarin de totstandkoming, doelstel
ling en uitvoering van het Marshall
plan is geschetst. Deel twee bestaat uit
een overzicht van de geschreven
bronnen. De samenstellers hebben zich
beperkt tot de archieven van de
Nederlandse rijksoverheid. Voor de
voorlichtingscampagne over de
Marshall-hulp zijn vele brochures,
radioprogramma's en films gemaakt.
Het derde deel van de gids is een
filmografie waarin 140 films, bioscoop
journaals en landbouwinstructiefilms
over het Marshall-plan zijn opgeno
men. Van elke film zijn de gegevens
vermeld van titel, maker, productiege-
gevens, opdrachtgever, première
datum in Nederland, fysieke gegevens
I6mm/35mm formaat, kleur/zw/wit)
keuringsgegevens, lengte, bewaar
plaats en inhoudsbeschrijving. De
films zijn in een aantal categorieën
ingedeeld en per categorie alfabetisch
gerangschikt. Voor de beschrijving van
de filmografie zijn diverse bronnen ge
raadpleegd. Ook zijn er filmbeschrij
vingen van de bewaarplaatsen, gidsen
en gegevens uit het archief van de
Commissie voor de Filmkeuring (ARA
Den Haag) gebruikt. Met deze goed
verzorgde onderzoeksgids hebben stu
denten, journalisten en docenten een
praktisch overzicht van bronnen voor
de geschiedenis van de periode 1947-
1953, waarin de wederopbouw van
Nederland na de Tweede Wereld
oorlog goeddeels tot stand kwam.
Annabelle Meddens-van Borselen
Maden. Hilversum, Vereniging Geschiedenis, Beeld en Geluid Uitgeverij Verloren,
1993, Archiefpublicaties deel 4, ISBN 90-71251-15-2.
Ik denk dat als het handboek eerder
was gelezen we beter op deze storm
achtige ontwikkelingen in de wereld
van bewegend beeld en geluid waren
voorbereid. Nu constateer ik dat veel
collega's inkomsten dierven doordat er
voor kopiëren en hergebruik van film
en geluidsbanden niets in de legesver
ordening was opgenomen. Zij namen
vaak genoegen met een VHS-kopie
van een film uit het bekende blik op
de bovenste plank van kast y in het
archiefdepot en vroegen zich nauwe
lijks af of de film uit oogpunt van
behoud niet eerst (op kosten van de
klant) een conserverings- of restaura
tiebehandeling nodig had. Daarnaast
werd het hergebruik of de uitleen vaak
onvoldoende geregeld in contracten.
Dat laatste is enorm belangrijk bij
producties van derden, die oude film
beelden of geluidsfragmenten uit het
archief gebruiken. Die contracten
moeten expliciet vermelden waarvoor
hergebruik is toegestaan en welke
tegenprestaties ervoor geleverd wor
den. Let daarbij goed op de beurs! Ik
heb contracten gezien waarbij een on
dernemer probeerde van een oude film
het exclusieve reproductierecht te
nale archieven leren bovendien dat het
maar mager gesteld is met de ontslui
ting van het beschikbare av-materiaal.
Filmarchivaris Frank Holthuizen van
het Limburgs Film- en Video Archief
(LiFVA) bijvoorbeeld ondervond dat
bij de samenstelling van de Limburgse
catalogus. De films bij de verschillen
de archieven waren nauwelijks afdoen
de beschreven, terwijl auteursrecht
houders en herkomst van de films vaak
eerst na moeizaam archiefonderzoek
konden worden achterhaald.
collecties aan bod te laten komen. Wat
dat betreft niets dan lof. Zelfs collega's
met maar een paar films, grammofoon
platen of andere bewegend beeld of
geluidsdragers vinden
antwoorden op de vele
vragen die gesteld
kunnen worden over het
multi-mediale bezit.
Het is daarom jammer
dat het boek bij veel
van mijn collega's
wellicht wel een goede
plaats in de boekenkast
heeft gekregen met
misschien de aanteke
ning 'nog lezen', maar
weinig werkelijk ter
hand is genomen. Ik
leid dat af uit de vragen
die mij telefonisch be
reiken over het beheer
van de audiovisuele
collectie, de beschik
baarstelling van film en
de te berekenen tarieven
voor hergebruik.
gelijkse praktijk (namelijk die van
Stadsarchief Heerlen) ruim bewezen.
Het overzichtelijke werk heeft qua in
houd de tand des tijds doorstaan, on
danks de enorme ontwikkelingen op
multimediaal gebied en de digitale
technieken die voor de conservering
van met name video op de markt zijn
gekomen. Redactie en auteurs hebben
zich de moeite getroost om inderdaad
alle facetten voor het beheer van av-
Het kan niet ontkend
worden dat de belang
stelling voor vooral de
films bij de archiefdien
sten de afgelopen jaren
enorm is toegenomen. Daarvoor zijn
meerdere oorzaken: het aantal lokale
en regionale tv-zenders is behoorlijk
toegenomen, er ontstonden meerdere
regionale archieven, er is een toene
mende markt voor koopvideo's en een
toegenomen vraag naar beeldmateriaal
voor educatieve projecten door de
huidige visuele leermethoden, multi-
mediapublicaties en het Internet.
Inventarisatieprojecten van de regio-
Het lijkt wat laat om een boek dat vijf
jaar geleden verscheen is te recenseren.
Toch doe ik dat met plezier. De hand
leiding heeft zijn diensten in onze da-
102/6 Augustus 1998