Het gevolg is dat het resultaat, de kopie, er
veel heter uitziet dan het origineel, omdat
alle beschadigingen onzichtbaar zijn gewor
den. Deze techniek koppelt conservering dus
aan een restauratiecomponent
34
33
geenszins verzekerd van een onbeperk
te levensduur. Het beheren van films
vraagt een specifieke aanpak. Evenals
bij het bewaren van papieren informa
tiedragers zijn de bewaaromstandigh
eden van invloed op de levens-duur.
Zijn deze omstandigheden slecht, dan
verslechteren de films in snel tempo.
Met name hoge temperaturen gecom
bineerd met een hoge luchtvochtigheid
zorgen ervoor dat de dra-ger en de
emulsie van elkaar loslaten waardoor
het beeld definitief verloren gaat.
Films die zijn opgeslagen onder de
juiste klimatologische omstandigheden
(voor zwart-wit films zijn dat: liggend
bewaren in stofvrije filmblikken bij een
temperatuur van 18 graden Celcius en
een relatieve luchtvochtigheid van
50%) zijn lang houdbaar. Een uitzon
dering hierop vormen de nitraat-films.
Niet alleen verpulveren ze op den
duur, ze zijn ook zeer brandgevaarlijk.
Vanaf het begin is daarom naarstig
gezocht naar een veiligere vervanger
voor dit brandgevaarlijke materiaal. In
1908 kwam voor het eerst de safety-
film van cellulose-acetaat op de markt,
maar het zou nog enkele decennia
duren voordat de kwaliteit zodanig
was dat de filmindustrie massaal op de
nieuwe drager zou overstappen.
Vanwege de brandgevaarlijkheid werd
de productie van nitraat in 1953
verboden. Films van na die datum zijn
dus altijd van ander, minder gevaarlijk
materiaal, meestal acetaat. Wie op dit
ogenblik nitraatfilms beheert, heeft
een probleem. Maar betekent dit dat
het beeldmateriaal dat op de nitraat
films is vastgelegd als verloren
beschouwd moet worden?
Verdoeken redt afbeelding
De enige mogelijkheid om de beelden
die op de nitraatfilms vastgelegd te
behouden is conservering. Onder
conservering van films wordt echter
iets heel anders bedoeld dan wat
archivarissen gewoonlijk onder dit
begrip verstaan. In het algemeen
betekent conservering dat men het
object tracht te behoeden tegen verder
verval en bruikbaar te houden met
behoud van de aanwezige historische
informatie in het materiaal zelf.2 In de
filmwereld spreekt men van conserve
ring als men erin slaagt de op een dra
ger vastgelegde beelden te bewaren
door ze over te zetten op een andere,
meer duurzame drager. Het gaat daar
bij dus juist niet om het behouden van
het oorspronkelijke object, maar om de
informatie. Je zou het kunnen verge
lijken met het verdoeken van een schil
derij, waarbij de afbeelding wordt ge
red ten koste van de wegkwijnende
drager. Veel keuze is er niet, want kies
je voor niets doen, dan vergaat de
informatie. De vergelijking met het
lange termijn behoud van digitale
informatie dringt zich hierbij op.
170.000 meter film per jaar
In Nederland is slechts één bedrijf
gespecialiseerd in het overzetten van
films op een nieuwe drager. Dit -
Amsterdamse - bedrijf, Cineco/
Haghefilm Conservation BV, con
serveert op deze manier jaarlijks
ongeveer 170.000 meter film. Met
name voor de grote Nederlandse
filmbeherende instellingen als het
NAA en het NFM, maar ook in
toenemende mate voor kleinere
filmbeherende instellingen als archief
diensten en musea. Cineco zet in
hoofdzaak nitraatfilms op acetaat.
Acetaat heeft in tegenstelling tot
nitraat een hoge chemische stabiliteit
waardoor nauwelijks krimp optreedt
en het kan niet spontaan ontbranden.
Conservering en archivering in
de toekomst
Ru van Meeteren, executive sales
manager van Cineco, vertelt enthousi
ast over de toekomstige ontwikke
lingen in de wereld van filmconserve-
ring en archivering. In de filmconser-
vering zal digitalisering steeds belang
rijker worden en daarmee worden ook
geheel nieuwe kansen geschapen voor
het gebruik van de film. De huidige
technische beperkingen om bewegend
Oudere 35 mm films werden vervaardigd van het soepele cellulosenitraat. Nitraat
films zijn onderworpen aan een niet te stoppen afbraakproces waarbij gassen vrijkomen
die de drager doen vergelen, de gelatinelaag in de film zacht maken en er uiteindelijk
voor zorgen dat de film eerst plakkerig wordt en samenklontert tot een massa en
vervolgens uitdroogt en verpoedert waarbij een onaangename bijtende lucht wordt
verspreid.
Afbraakproces op nitraatfilm {foto: Jean van hingen)
Nitraat dat in ven/al is, kan reeds bij een temperatuur van 40 graden Celcius spontaan
in brand vliegen. Als gevolg van eigen zuurstofproductie zijn dergelijke branden die
gepaard gaan met temperaturen tot 1700 graden Celcius, niette blussen. De brandge
vaarlijkheid van de nitraatfilms kwam al vlak na de uitvinding van de film op indringende
wijze aan het licht. In 1897 brak in een filmpaviljoen een brand uit die aan 124 mensen
het leven kostte.
beeld op een prettige manier via In
ternet op het beeldscherm te krijgen,
zullen naar zijn vaste overtuiging
binnen afzienbare tijd tot het verleden
behoren. Vandaar dat nu al gedacht
wordt aan het opzetten van een soort
mega-databank van films die vervol
gens via de nieuwe media verspreid
kunnen worden. De eerste ontwikke
lingen zijn reeds gaande. Het Digital
Film Center te Arnhem is zo'n data
bank en bevat hoge kwaliteit digitaal
filmmateriaal. De software van dit film
centrum wordt ontwikkeld met steun
van de Europese Unie. Doel is de bouw
van een electronisch archief met digitale
filmbeelden, te gebruiken voor interac
tieve media, kabel- en satelliet-toepas
singen en op Internet. Professionele en
niet-professionele gebruikers krijgen via
Internet toegang tot deze databank en
kunnen filmbeelden over diverse onder
werpen met een zoeksysteem vinden.
Alle opgeslagen filmbeelden zijn voor
zien van annotaties die de gebruikers
gedetailleerde informatie verschaffen
over inhoud, producent, distributeur,
makers en licentiegegevens. De annota
tie vindt plaats in het kader van een
Europees werkgelegenheidsproject.
De praktijk van conserveren
Deze toekomstgerichte werkwijze is
slechts mogelijk indien het basismate
riaal, de films, veiliggesteld zijn.
Welke stappen zijn er nodig wil een
filmbeherende instelling zijn collectie
veiligstellen? Volgens Jan Lambers, als
consulent werkzaam voor Three Lines
Pictures BV en Cineco/Haghefilm
Conservation BV, is het voor die in
stellingen van belang om inzicht te
krijgen in de huidige toestand van de
collectie en van daaruit een goed con
serveringsplan op te stellen. Beschikt
zo'n instelling over voldoende kennis
op dit gebied, dan kan zij dit uiteraard
zelf doen; instellingen die deze kennis
ontberen kunnen daarvoor ook de
diensten van Cineco inhuren. Belang
rijke elementen om te registreren zijn:
titel, soort (bijvoorbeeld 16 mm of 35
mm, nitraat of acetaat) geluids- of
stomme film, kleur of zwart-wit,
lengte en geconstateerde gebreken. De
resultaten van deze registratie en het
daaraan gekoppelde onderzoek leiden
tot een plan van aanpak dat precies in
beeld brengt welke stappen tegen welke
kosten nodig zijn om de films veilig te
stellen. In sommige gevallen is het
voldoende de films te reinigen; in andere
gevallen zullen de beelden overgezet
moeten worden op een nieuwe drager.
Soms is de originele film te slecht van
kwaliteit om nog iets van de informatie
over te kunnen zetten. Dergelijke films
moeten als verloren beschouwd worden.
Geavanceerde technieken
In vergelijking tot filmconserverings-
bedrijven in het buitenland onder
scheidt Cineco/Haghefilm Conserva
tion BV zich door de zeer geavanceer
de apparatuur die het heeft laten ont
wikkelen om met name de nitraatfilms
op een nieuwe drager over te zetten.
Sinds september 1997 beschikt het
bedrijf over een zogeheten nitraatscan
ner waarbij de film in een perchloor-
ethyleen-oplossing wordt onderge
dompeld. Deze chemische stof wordt
ook in stomerijen gebruikt en mag
slechts toegepast worden nadat een
bedrijf over de benodigde, zeer strin
gente milieuvergunningen beschikt.
De film loopt langzaam door de vloei
stofheen waardoor de beschadigingen
die in de loop van de tijd ontstaan zijn
zich vullen met de vloeistof. De beel
den worden tegelijkertijd geprojec
teerd en op een nieuwe drager vastge
legd. Het gevolg is dat het resultaat,
de kopie, er veel beter uitziet dan het
origineel, omdat alle beschadigingen
Cineco bestaat in zijn huidige vorm drie jaar. Tot in de jaren tachtig waren er meerdere
filmlaboratoria in Nederland, maar vooral ten gevolge van de opkomst en het succes
van de video nam dit aantal af. Halverwege de jaren negentig fuseerden de drie nog
overgebleven bedrijven: Cineco, gespecialiseerd in het ontwikkelen van speelfilms en
commercials, RCM dat zich vooral richtte op televisieproducties en ook in bezit was
van een video-afdeling en Haghefilm, bekend door zijn conserveringsactiviteiten. Het
nieuwe bedrijf ging verder onder de naam Cineco en het bestaat uit vier divisies: een
laboratorium voor het ontwikkelen en monteren van films, een conserveringsafdeling,
een audio-onderdeel en een video-afdeling. In totaal zijn op dit moment circa 70
personen in dienst van Cineco.
De conserveringsafdeling is een betrekkelijk kleine afdeling waar een aantal specialisten
dagelijks bezig is met het overzetten van films op een nieuwe drager.
Gezicht op Zaandam(?) beeldje van een film uit 1920 uit het archief van Uaghefiltn.
Twee vormen van conserveringstechnieken: droog en nat.
102/6 Augustus 1998